Layla van Ellen zet bacteriën in om betere en duurzamere gebouwen te ontwerpen
Layla van Ellen ontwerpt gebouwen die zich aanpassen aan hun omgeving
‘Door de klimaatverandering wordt onze leefomgeving steeds extremer’, zegt bouwtechnisch ingenieur Layla van Ellen. ‘Ik wil gebouwen ontwerpen die daarop inspelen.’ Om dat voor elkaar te krijgen, kijkt ze over de grenzen van haar domein heen. ‘Ik doe vooral onderzoek naar innovatieve materialen, maar betrek ook experts uit de microbiologie, biotechnologie, ecologie en ruimtevaart. Om de klimaatcrisis aan te pakken, moeten we samenwerken.’
Om op aarde te bouwen in extreme omstandigheden doet u ook onderzoek naar ruimtearchitectuur?
Layla van Ellen: Dat klopt. In de ruimte zijn de omstandigheden zo extreem en heb je zo weinig middelen, dat je ze kunt zien als analogie voor onze toekomst op aarde. Als we nieuwe technologieën en materialen kunnen ontwerpen voor de ruimte, kunnen we die meestal ook op aarde gebruiken om duurzamer te bouwen.
Dus als we straks naar de maan en Mars reizen, kunt u er het eerste hotel zetten?
Van Ellen: Absoluut! Over zulke habitats denken we nu al na. Zo zoeken we bijvoorbeeld een oplossing voor het circadiaanse of 24-urenritme, dat door middel van licht bepaalt wanneer we slapen en wakker zijn en dat overal anders is. Een ‘dag’ op de maan duurt bijvoorbeeld zo’n veertien aardse dagen, en dat verstoort ons metabolisme. Een project waar ik aan meewerk, onderzoekt of we in een toekomstige maanstad spiegels kunnen gebruiken om het aardse dag-en-nachtritme te behouden.
U onderzoekt ook bacteriën. Voor een buitenstaander klinkt dat wat vreemd.
Van Ellen: We weten dat heel wat bacteriën goed in staat zijn om zich aan te passen aan de ritmes van hun omgeving. Bovendien gebruiken sommige licht en temperatuur als energiebronnen. Mochten we ze kunnen inzetten om betere en duurzamere gebouwen te ontwerpen, dan zou dat betekenen dat we minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen.
Vandaag experimenteert men al met bacteriën om beton te herstellen. Die leven dan in slaapstand in het beton, maar zodra daar scheurtjes en vocht in komen, worden ze wakker. Dan maken ze calcium aan waardoor ze het beton herstellen en niet de hele structuur aangetast wordt. Als we kunnen samenwerken met de natuur om ons heen, kunnen gebouwen veel langer meegaan.