Klimaatvriendelijke melk? ‘Voeder met bierresten doet melkkoeien minder methaan uitstoten’
Melkkoeien worden beschouwd als gepatenteerde klimaatbedervers, maar de echte schuldigen zijn de miljarden bacteriën in hun pens. Niks aan te doen? Toch wel, slimme voedingstechnologie kan de uitstoot aanzienlijk verlagen. Goed voor het klimaat, én voor de circulaire economie. Dankzij de melkveestapel krijgen brouwerijen geld voor hun bierdraf.
Volgens de recentste gegevens telt Vlaanderen 1,25 miljoen runderen. Samen dragen al die herkauwers fors bij aan de klimaatopwarming. Vooral het melkvee, zowat een derde van de stapel, doet een stevige duit in het zakje. Een lacterende melkkoe stoot dagelijks 450 gram methaan uit, goed voor 135 kilo per jaar. Daar bovenop komt nog eens 35 kilogram die jaarlijks via de mest in de atmosfeer belandt.
CH4 is een sterker broeikasgas dan CO2 omdat het de warmtestraling effectiever vasthoudt. Verschillende parameters leveren verschillende resultaten op, maar in internationale rapporten wordt factor 28 gehanteerd. De pil wordt enigszins verguld door het feit dat methaan korter dan andere broeikasgassen in de atmosfeer verblijft. Niettemin: de uitstoot van de melkveestapel is een probleem waar zowel de boeren als de zuivelindustrie zich pijnlijk van bewust zijn. Slecht voor het klimaat betekent immers slecht voor het imago.
Er wordt aan gewerkt, zo blijkt uit de website van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek. Het ILVO voert al jarenlang onderzoek naar methodes om de uitstoot te beperken. Dat waaiert vele kanten op, zo is het stimuleren van langleefbaarheid van melkkoeien een manier om de uitstoot op bedrijfsniveau te reduceren. Hoe lager de vervangingsratio, hoe minder jongvee en hoe lager de totale uitstoot.
Veruit de meeste aandacht gaat evenwel naar het beperken van de emissie per koe. Hoeveel methaan komt vrij bij de productie van één liter melk, dat is zowat het criterium. De bekommernis en regelgeving omtrent klimaat en milieu liggen in de balans met economische overwegingen. Krachtvoer in het rantsoen verhoogt niet alleen de productiviteit maar ook de methaanuitstoot. Daar staat tegenover dat er zo minder koeien nodig zijn om dezelfde hoeveelheid melk te produceren. Precies in die vergelijking schuilen de variabelen waarmee klimaatwinst kan worden geboekt.
Veelbesproken is 3-NOP, een door het Nederlandse chemieconcern DSM ontwikkeld additief dat een methaanreductie tot 26 procent zonder weerslag op de melkproductie belooft. 3-NOP is echter duur en nog weinig verspreid. Het ILVO-onderzoek benadert het probleem langs een andere weg. Door traditioneel krachtvoer te vervangen door een combinatie van bierdraf en koolzaadschroot loopt de methaanuitstoot met 8 à 10 procent terug.
Pens van de koe als bioreactor
‘Bierdraf en koolzaadschroot zijn net zoals bietenpulp en mélasse reststromen van industriële processen die als alternatief voor krachtvoer worden verwerkt’, zegt ILVO-onderzoeker Nico Peiren. ‘Een rantsoen in de melkveehouderij bestaat traditioneel uit een combinatie van ruwvoer en krachtvoer. Gras en snijmaïs vormen altijd de basis, maar krachtvoer levert de extra energie en eiwitten die nodig zijn om de melkproductie op peil te houden. Soja en graan zijn de voornaamste bronnen, al wordt er ook maïs gebruikt. Hoe meer krachtvoer we uit reststromen kunnen winnen, hoe minder soja en graan we dus nodig hebben. De feedprintreductie wordt op 30 procent geschat, heel aanzienlijk. Als je alleen nog maar bedenkt hoe overzeese soja wordt geteeld, dan ligt de milieuwinst voor de hand. Daarnaast is dit een mooi voorbeeld van een circulair model. Draft is restafval van het brouwproces. Door het tot veevoer te verwerken gaat het niet verloren en krijgt het zelfs een economische waarde. Brouwerijen krijgen geld voor hun draf’.
En daar komt dus de methaanreductie bovenop. Het potentieel was al langer bekend, maar na jarenlang experimenteren in proefstallen heeft ILVO de sleutel gevonden. Een mengeling van bierdraf en koolzaadschroot levert het beste resultaat op, een uitstootreductie van minimaal 8 procent. De studies gaan specifiek over melkvee. De uitstoot van een vleesrund ligt de helft lager, een verschil dat wordt verklaard door het feit dat zo’n beest minder voer nodig heeft. Melk produceren vergt immers erg veel energie. Het dieet van een moderne melkkoe is gericht op het leveren van topprestaties, de vergelijking met sportvoeding wordt niet toevallig gemaakt.
Om het onderzoek toe te lichten neemt Peiren ons mee op een ontdekkingsreis naar het binnenste van de koe. ‘Het zijn niet de koeien die methaan uitstoten’, zegt hij. ‘De echte verantwoordelijken zijn de miljarden bacteriën in de pens, de belangrijkste maag van de koe. Je kunt de pens het best vergelijken met een bioreactor. Dank zij een waaier van gespecialiseerde bacteriën kunnen koeien vezels verteren, in tegenstelling tot niet-herkauwers zoals de mens. Bij dat proces komt veel waterstof vrij, wat potentieel schadelijk is voor de pens en dus gevaarlijk voor de koe. Daar heeft de natuur een oplossing voor bedacht: naast tal van andere bacteriën leven in de pens archaea, micro-organismen die ook wel eens oerbacteriën worden genoemd. Dat zijn methanogenen die waterstof kunnen omzetten in methaan, een gas waar de koe zelf geen last van heeft’.
Negentig procent van de methaanuitstoot door runderen komt via de ademhaling vrij, niet door koeienscheten zoals vele mensen nog altijd denken.
Nico Peiren
Maar het klimaat dus wel, zoals iedereen intussen wel weet. Toch moeten we hieromtrent een populair misverstand uit de wereld helpen. ’Negentig procent van de methaanuitstoot door runderen komt via de ademhaling vrij’, zegt Peiren. ‘Niet door koeienscheten zoals vele mensen nog altijd denken’.
Nutritionist voor de koe
Bij melkveebedrijf Van der Looven in Nazareth, met 220 lacterende runderen een middelgroot bedrijf, worden al langer reststromen als veevoer gebruikt. ‘Rantsoenen samenstellen is specialistenwerk’, zegt boerin Isabelle Van der Looven. ‘Zoals vele melkveehouders werken we samen met een nutritionist die per koe advies geeft over het ideale dieet. Dat is wetenschap, ze analyseren zelfs het gras en de snijmaïs die we zelf als ruwvoer telen en inkuilen. Iedere kuil is anders, en de kleinste schommeling in voedingswaarde heeft een weerslag op de samenstelling van het rantsoen. Koeien houden niet van variatie in hun voeding. Dat heeft alles te maken met de werking van de pens. De populatie van bacteriën is perfect afgestemd op een welbepaald rantsoen, voor elk ingrediënt zijn er net genoeg bacteriën om de gevoerde hoeveelheid te verwerken. Als je de verhoudingen tussen de ingrediënten wijzigt of nieuwe ingrediënten toevoegt, ontstaat er een onevenwicht met een slechtere spijsvertering als gevolg. Aanpassen kan wel, maar het moet geleidelijk gebeuren zodat de pensflora zich kan aanpassen’.
We moeten meer moeite doen om onze inspanningen in de verf te zetten.
Isabelle Van der Looven, melkveehoudster
Helemaal afstappen van traditioneel krachtvoer is daarom geen optie voor melkveehouders. Reststromen zoals draf, een eiwitbron die soja kan vervangen, zijn immers niet altijd beschikbaar. ‘Als er niet wordt gebrouwen is er geen draf’, zegt Van der Looven. ‘Gelukkig werkt onze groothandelaar met twee brouwerijen, Omer Van der Ghinste en Ename. Het spul wordt rechtstreeks van bij de brouwerij geleverd, nog warm. Luchtdicht ingekuild kan het een paar weken bewaard worden. Tot dusver hebben we nooit zonder gezeten’.
De keuze voor reststromen wordt in de eerste plaats door economische overwegingen ingegeven. Prijzen fluctueren met de internationale sojamarkt. Hoe duurder soja, hoe groter de vraag naar alternatieven uit reststromen. Een bijkomend argument: rantsoenen met draf en koolzaadschroot verteren trager dan krachtvoer wat de gezondheid van de koe ten goede komt.
Toch is Isabelle Van der Looven allesbehalve onverschillig voor de milieu- en klimaatwinst. ‘Zoals alle boeren’, zegt ze met enige nadruk. ‘Logisch, want we staan met onze twee voeten in de klimaatcrisis. Nergens zijn de gevolgen zichtbaarder dan in onze sector. Maïs telen wordt bijvoorbeeld steeds moeilijker, daar valt niet naast te kijken. Boeren leveren al lang inspanningen, de daken van onze stallen liggen vol zonnepanelen. Desondanks blijven we kampen met een slecht imago. Ik denk dat we meer moeite moeten doen om onze inspanningen in de verf te zetten’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier