Klimaatactiviste Marjan Minnesma: ‘Je gokt niet met het klimaat. Toch is dat wat onze overheden doen’
Bijna tien jaar nadat Marjan Minnesma met Stichting Urgenda de Nederlandse staat aanklaagde voor gebrekkig klimaatbeleid, is ze nog steeds overtuigd van het belang van rechtszaken voor het klimaat.
Gedreven. Onvermoeibaar. Onverbeterlijk optimistisch. Ook al stijgt de uitstoot van broeikasgassen jaar na jaar, Minnesma laat zich zelden uit het veld slaan. ‘Als je alle cijfers op een rij zet, is het aanlokkelijk de moed te laten zakken. Maar wat bereik je daarmee? We hebben hier al tien jaar een boek liggen, 100 procent duurzame energie in 2030, we hebben alles berekend, van hoeveel windmolens we nodig hebben over het aantal zonnepanelen en warmtepompen tot en met de installateurs. We kunnen zwart op wit aantonen dat het mogelijk is. We moeten gewoon aan de bak, die voeten uit de klei halen, stoppen met aanmodderen en handen uit de mouwen.’
‘Ik begrijp ook dat het snel moet en dat we het misschien nog nooit zo snel gedaan hebben, maar precies daarom moeten we met z’n allen blijven duwen, lawaai blijven maken, de overheid op haar verantwoordelijkheid blijven wijzen. Zo probeer ik mensen te activeren. Iedereen is misschien maar een druppel, maar een druppel holt wel een steen uit als hij continu blijft druppen.’
Het is niet normaal dat je over de rug van het klimaat en de natuur miljarden mag verdienen die naar onbekende aandeelhouders gaan, maar dat wij het moeten ophoesten als er iets moet gebeuren.
Aan het prikbord in haar kantoor in Zaandam hangen oorkondes, een eredoctoraat, allerlei blijken van erkenning, maar vooral veel foto’s van de voettochten die ze organiseerde, naar de klimaattop in Parijs in 2015, naar Glasgow in 2021. Tochten van hoop, omschrijft ze ze. Mensen lopen mee, sluiten een of twee dagen aan, om hoop en een vergezicht te tappen. ‘Dan komt er iemand naast je lopen die vraagt of ze nog wel kinderen kan krijgen. Ik begrijp de angst die achter die vraag schuilt, maar ik probeer het toch wat te rationaliseren.’
‘Ons probleem is niet te veel mensen, wel dat we wat we hebben slecht verdelen en dat een kleine groep excessief consumeert. Het is een verdelingsvraagstuk en een verspillingsvraagstuk. Trouwens, als de zachtaardige mensen geen kinderen meer krijgen, dan blijven enkel de ploerten over. We hebben mensen nodig om deze strijd mee te voeren, want het is een strijd van hele lange adem die je niet in je eentje kan voeren. Na zo’n kort gesprek zie je die persoon toch weer even opveren. Alsof hij weer hoop heeft getapt.’
Een gelijkaardige golf van opluchting en hoop deinde over de wereld toen Urgenda in 2015 de allereerste rechtszaak voor het klimaat won. Er klonk gejuich, de mailbox van Minnesma stroomde vol met gelukwensen en haar telefoon stond roodgloeiend. Vanuit Canada, Nieuw-Zeeland, mensen belden haar op met de boodschap ‘al dertig jaar trek ik aan de kar, ik had het bijna opgegeven, maar dit geeft me verse moed.’ ‘Hoop’, daar zal Minnesma tijdens het gesprek regelmatig op hameren. ‘is cruciaal. In tijden als deze waarin het niet zo lekker gaat, heb je iets nodig om je aan vast te klampen.’
Volgde op die eerste overwinning in de rechtbank niet de domper? De Nederlandse staat ging in beroep. Wie cynisch is, zou kunnen stellen: de rechtszaak heeft de klimaatactie misschien wel vertraagd?
Mijn oproep aan iedereen: begin met de dingen waarin je gelooft en je zal verrast zijn wat er uitrolt.
Minnesma: We zijn die rechtszaak natuurlijk begonnen omdat na dertig jaar klimaat- en biodiversiteitsverdrag bleek dat alle andere, meer traditionele actiemethodes geen zoden aan de dijk zetten. Brieven schrijven, petities, praten, protesteren. Het hielp allemaal niet, nou, dan was er nog maar een democratisch middel over en dat is de rechtbank. Een rechter kijkt in ieder geval naar de feiten. Die zijn glashelder. Een overheid heeft tot taak de burgers te beschermen en als die overheid zelf beweert dat ze daarvoor 25 tot 40 procent minder moet uitstoten in 2020, dat ze daarover zelfs internationale verdragen ondertekent, dan is dat voor de rechter een helder patroon om te volgen. Vooraf bedenk je natuurlijk niet dat je gaat winnen, dat er hoger beroep komt, daarna cassatie en dat je uiteindelijk acht jaar verder bent. Je denkt gewoon: misschien werkt dit en dan begin je gewoon. Dat is gelijk mijn oproep aan iedereen: begin met de dingen waarin je gelooft en je zal verrast zijn wat er uitrolt. Als je alles van tevoren bedenkt, becijfert, in scenario’s giet, dan wordt de berg zo hoog dat je hem niet meer wil beklimmen. Het enige wat ik op voorhand echt bedacht heb, is dat we een grote groep achter ons moesten verzamelen, dat we in de rechtbank moesten staan met honderden mede-eisers die allemaal zeggen: wij zijn ongerust, de overheid verzaakt haar bescherming, negeert het voorzorgsprincipe en gokt met het klimaat. Verder dachten enkel onze twee advocaten en ikzelf dat we dit zouden winnen.
Een kritiek die jullie onmiddellijk kregen, en die hier ook echode tijdens de Belgische klimaatzaak, is dat een rechter niet aan politiek mag doen.
Minnesma: Jaren heb ik besteed aan uitleggen dat de rechter niet aan politiek doet, maar naar het recht kijkt. Het maakt natuurlijk heel veel uit of je een milieurechtszaak aanspant, een strafrechtszaak of zoals wij, een burgerlijke rechtszaak. Daarin bekijkt een rechter alle feiten en omstandigheden en velt een zelfstandig oordeel. We vochten geen vergunning aan, geen verboden lozing. In een rechtstaat heb je een rechter om je te beschermen tegen een almachtige overheid die onvoldoende doet wat nodig is om onze veiligheid te garanderen. Dat is de kern van de trias politica. Het absurde was dat de overheid dat ook erkende. In alle officiële documenten staat dat klimaat een groot risico is, dat de kans groot is dat het fout loopt als we te lang wachten met noodzakelijke maatregelen, en toch willen we niet het minimum doen van wat we zelf naar voor geschoven hebben dat nodig is. Dat is natuurlijk een kromme redenering waar wij op ingehaakt hebben. Als dingen zo gevaarlijk zijn als de overheid zelf beweert, dan moet je tegen een rechter kunnen zeggen: help. Wat een rechter niet doet, en wat ze ook niet gedaan hebben, is zelf onderzoek doen. Wij vond dat er meer moest gebeuren dan 40 procent reductie tegen 2020, minder is onvoldoende om die 1,5 graad veilig te stellen, maar daar kan een rechter niet op varen. Je hebt een norm nodig die al vastligt en waarvoor landen getekend hebben.
Door de uitspraak was de Nederlandse staat wettelijk verplicht 25 procent minder uit te stoten tegen 2020. Is dat gelukt?
Minnesma: Onze eis was 40 procent, met als ondergrens 25 procent. De rechter zei: misschien is die 40 procent wel nodig, maar dat is politieke bevoegdheid, daar gaan wij niet over. In 2020 heeft de Nederlandse staat die reductie gehaald. Niet dankzij beleid, wel dankzij de coronacrisis, een warme winter en een lage gasprijs waardoor onze steenkoolcentrales niet draaiden. In 2021 zaten ze er weer een paar megaton boven. Sinds dit jaar is er een nieuw kabinet. Ik ben bij de bevoegde minister langs geweest, Rob Jetten en ik heb hem uitgelegd dat alles klaarligt om opnieuw naar de rechter te stappen om het nodige beleid af te dwingen. Uiteindelijk was de uitspraak van de rechtbank in 2015 bij voorraad uitvoerbaar. Men had meteen moeten beginnen. Dat is niet gebeurd. Pas in 2019, toen het begon te dagen dat we de cassatie ook zouden winnen, is er langzaamaan budget vrijgemaakt voor extra beleid. Nou, dat is niet alleen de rechtstaat aan je laars lappen, het is ook nog eens gokken met het klimaat. Beiden zijn uitermate zorgwekkend. Maar evengoed stellen we ons nog steeds constructief op. We hebben met Jetten afgesproken dat de daling van de uitstoot dit jaar door moet zetten en dat die twee megaton tekort in 2021 er weer extra af moeten in 2022. We monitoren het en dat lijkt hij te halen, met dank – hoe gruwelijk ook – aan de oorlog in Oekraïne.
Je ziet dat een overheid wel reageert als de massa groot en koppig genoeg is. Dat vindt ze vervelend.
Jullie hebben het recht misschien aan jullie kant, maar uiteindelijk gaat het toch ontstellend traag?
Minnesma: Veel te traag en zoals gezegd vind ik dat een rechtstaat onwaardig. Maar ondertussen is er wel 42 miljard euro extra vrijgemaakt voor klimaatbeleid. Er komt 20 gigawatt wind op zee bij, die waterstofbackbone wordt uitgebouwd, er ligt geld voor de industrie. De versnelling is in de maak. In die zin heeft de rechtszaak veel in gang gezet. In de eerste plaats is er de golf van gelijksoortige of afgeleide rechtszaken, maar het debat is ook veranderd. Het is nu duidelijk dat de overheid een cruciale rol te spelen heeft. Het is aan haar om paaltjes uit te zetten en actie af te dwingen. Tegen tien jaar moeten op alle geschikte daken zonnepanelen liggen, zijn auto’s op fossiele brandstoffen verboden, moet de industrie uitstootloos zijn. Dat kan namelijk. Maar je hebt wel die duidelijkheid nodig.
Ondertussen werd Shell veroordeeld om sneller de eigen uitstoot te reduceren. In Puerto Rico wil een aantal steden en gemeenten een rechtszaak aanspannen tegen oliebedrijven voor ‘decennia van misleiding over klimaatverandering’ op basis van een wet over maffiapraktijken. Vloeien die rechtszaken voort uit jullie klimaatzaak, denkt u?
Minnesma: Na de initiële veroordeling van de staat in 2015 hebben wij het Climate Litigation Network opgericht. Ondertussen werken hier vier mensen die zich enkel bezighouden met verschillende klimaatzaken in de wereld. We hebben weet van een stuk of zestig zaken die een kopie zijn van de onze, waarbij burgers hun overheid aanklagen en die gebaseerd zijn op het feit dat een overheid zijn burgers moet beschermen. Andere rechtszaken bouwen wel voort op onze zaak, maar richten zich inderdaad tot oliebedrijven. Ik zou bijna zeggen: helaas is het nodig om ook op die manier druk uit te voeren. Ik merk in ieder geval dat het bedrijfsleven daar heel zenuwachtig van wordt. Wij hebben van in het begin nagedacht: bij wie moet je zijn? Wie tekent het kader en de wetten uit? Dat is de overheid en die zou tegen een bedrijf moeten zeggen: dit kan niet meer. Strikt genomen handelt Shell binnen de wet. Zo’n rechtszaak zet natuurlijk op scherp hoe disfunctioneel en destructief het hele systeem van aandeelhouderskapitalisme is. Als je je hele economie gaat sturen op een anonieme constructie die zo veel mogelijk geld wil verdienen, dan gaat dat inderdaad ten koste van mensen, van schone lucht, van dieren, van het leven op zich. De oplossing is simpel: weg met dat anonieme aandeelhouderschap.
We hebben het op een bepaald moment ingevoerd, het fenomeen van de NV, dan kan je het toch ook weer afvoeren?
Het klinkt misschien simpel, maar dat is het toch niet?
Minnesma: We hebben het op een bepaald moment ingevoerd, het fenomeen van de NV, dan kan je het toch ook weer afvoeren? Een systeem lijkt zo groot dat het verlamt, maar ook een systeem kan je kraken. Het is vaak genoeg gebeurd. Je moet ergens beginnen krabben, peuteren, omver zagen en op een gegeven moment stort het in. Dat begint met dit aan elkaar te vertellen en niet langer te aanvaarden wat we nu als normaal beschouwen. Het is niet normaal dat Shell 18 miljard euro halfjaarwinst boekt en dan nog een paar miljard overheidsgeld nodig heeft om CO2 in de Noordzee op te slaan. Dat kunnen ze best zelf betalen. Het is niet normaal dat je over de rug van het klimaat en de natuur miljarden mag verdienen die naar onbekende aandeelhouders gaan, maar dat wij het moeten ophoesten als er iets moet gebeuren. Dat hele systeem moet op de schop. Het deugt niet. Daarover moet de discussie gaan.
Rechtszaken zijn een manier om dat systeem aan te kaarten. Ziet u nog andere manieren waarop mensen aan het krabben zijn?
Minnesma: Sommigen ijveren voor het verbod op reclame voor fossiele producten. Ik zou het niet erg vinden mocht dat er komen. Dan gaat een overheid misschien eens nadenken over de onhoudbaarheid van de schizofrenie tussen enerzijds klimaatbeleid voeren en anderzijds adverteren voor oliebedrijven of SUV’s. Extinction Rebellion en de acties rond burgerlijke ongehoorzaamheid. Het fossielvrij maken van pensioenfondsen, universiteiten, sponsoring van musea. Rechtszaken. Het gaat erom aanwezig te zijn, je stem te laten horen, al die dingen helpen. Je ziet dat een overheid wel reageert als de massa groot en koppig genoeg is. Dat vindt ze vervelend.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier