Klimaatdichters: ‘We geven een stem aan wie anders niet wordt gehoord’
230 Vlaamse en Nederlandse klimaatdichters gooien woorden als opgestoken vuisten in de lucht. Poëzie kan het tij keren, is hun vaste overtuiging die ze met metaforen in de praktijk brengen. Toch zijn bondgenoten meer dan welkom. ‘Deze strijd gaat iedereen aan.’
We hebben afgesproken in een koffiebar bij het Mediaplein achter het Centraal Station, een stukje Antwerpen dat de voorbije jaren een radicale transformatie heeft ondergaan. Veel beton en torens met spiegelend glas, plus een bescheiden park dat de natuur moet evoceren. Er zullen heel veel tegelwippers nodig zijn om dit prestigieuze stadsvernieuwingsproject aan een stempel van duurzaamheid te helpen.
Wat een mooi neologisme is die tegelwipper. Zouden de Klimaatdichters er al mee aan de slag zijn gegaan? Sara Eelen en Pieter Van de Walle zijn kernleden van deze club die intussen in Vlaanderen en Nederland al 230 leden telt. ‘We bestaan sinds april 2020’, zegt Sara Eelen. ‘Het was Moya De Feyter die het initiatief heeft genomen, geïnspireerd door het voorbeeld van Poets for the Planet die in de Angelsaksische wereld al langer aan de weg timmeren. Die timing, bij het begin van de corona-epidemie, was geen toeval. Net zoals iedereen zaten dichters in lockdown gekluisterd, zonder veel mogelijkheden om elkaar fysiek te ontmoeten. Online was er des te meer contact. Zo bleek snel dat dichters niet alleen van de pandemie maar evenzeer van de klimaatcrisis wakker lagen’.
Lyrisch over de natuur, ziedend over de destructie
Namen opsommen is onbegonnen werk, maar in de fotomozaïek op de website klimaatdichters.org herkennen we onder anderen Ilja Leonard Pfeijffer, Maud Vanhauwaert en Bart Moeyaert. Niet alle Klimaatdichters zijn bekende namen, laat staan dat ze al werk hebben gepubliceerd. Allemaal hebben ze echter het manifest ondertekend waarin de Klimaatdichters hun hooggestemde missie omschrijven.
Een stem geven aan wie anders niet wordt gehoord, dat doen we graag als Klimaatdichters.
Pieter Van de Walle
Ze willen een creatief en inspirerend geluid vormen in de strijd voor het klimaat, waarbij ze hun stem als een vuist in de lucht gooien. Ze zijn lyrisch over de natuur, en ziedend over de destructie. Poëzie kan het tij keren, klinkt het strijdlustig. Gedreven door woorden en gericht op transformatie willen ze inspireren, verontrusten en mobiliseren, aan de hand van poëzie-evenementen, acties, debatten en publicaties. ‘We zijn daarbij liefdevol en voorkomend, maar ook licht ontvlambaar’.
Prijsbepaling van de huid
Als screensaver hebben we een zonsondergang ingesteld
alvast het gevoel dat sommige dingen blijven duren
gefixeerd op een scherm. Deze eenentwintigste eeuw
vraagt nieuwe manieren om verdriet te vertalen:
niet langer vechten of vluchten, maar staren
en jezelf verliezen in dat staren.
Je las ergens dat mensen in veertig jaar tijd
dubbel zoveel kaas zijn gaan eten
ergens anders dat consumptie van te veel melkproducten
de pijnappelklier verkalkt.
Je zoekt geen verbanden
maar kunt er niets aan doen dat alles verbonden is.
Stel me gerust je aanhoudende vragen
over het verschil tussen de sterren en het ruimteschroot
als we niet naar buiten kijken
de bevolking groeit in eenzaamheid
wanneer zal de huid de vraag overstijgen?
Maar weet, als je de vragen stelt
word je deel van deze retorische samenleving
je schouders te stram om op te halen
je derde oog dichtgeslibd, elektrisch blauw als aureool
uit de tl-lampen die we branden om de doden te herschikken.
Er is een televisiebeeld vol rook dat ons binnen houdt.
We plooien ons leven achter glas
klikken wat onbeslist en onbeantwoord kan
weg. Een gevreesde onweersbui, uitblijvende ziekteverschijnselen
en foto’s van halfnaakte lichamen als naburige tabbladen.
Vanavond gaan we weer veel te vroeg slapen.
Uit ‘ Het nodige breken’ van Sara Eelen (2022, Uitgeverij Vrijdag)
Wat dat concreet betekent? ‘We krijgen vanuit verschillende hoeken aanvragen voor interventies’, legt Pieter Van de Walle uit. ‘Het kan gaan om een school, een bibliotheek of een actiegroep. Onze stuurgroep, half Vlaams, half Nederlands, overweegt de aanvragen en legt het contact met een of meerdere dichters. Aangezien ons netwerk intussen het hele grondgebied van de Lage Landen overspant, kunnen we altijd wel iemand in de buurt mobiliseren. Een mooi voorbeeld is ons optreden voor Gebermte, een actiegroep die in Merksem en Mortsel opkomt voor het behoud van enkele bermen als natuurlijke biotoop. Bij een van hun acties hebben we een manifest voorgedragen waarin we het perspectief van de bermbewoners, insecten en knaagdieren, vertolkten. Een stem geven aan wie anders niet wordt gehoord, dat doen we graag als Klimaatdichters’.
Sara heeft vorig jaar met “Het nodige breken” een eerste dichtbundel uitgegeven, Pieter werkt aan zijn eerste uitgave. Ze zitten samen in de stuurgroep van de Klimaatdichters, en treden ook wel eens als duo op. Toen de vzw Klimaatzaak de Belgische overheid in november 2021 voor het Brusselse Hof van Beroep daagde om een ambitieuzer klimaatbeleid te eisen, stonden ze op een plein in Antwerpen gedichten te reciteren, verkleed als advocaten met toog en bef. ‘Hetzelfde gebeurde op nog negen pleinen in Vlaanderen en Brussel’, zegt Pieter. ‘We sluiten graag aan bij grotere campagnes. In 2021 waren we bijvoorbeeld ambassadeurs voor Mei Plasticvrij. En klimaatdichter Marjan De Ridder is al opgetreden bij een actie van Extinction Rebellion Gent’.
Niet dat alle 230 leden even activistisch zijn. Sommigen staan liever niet op een podium, om van de barricaden te zwijgen. Het bijdragen aan de snel groeiende canon van klimaatgedichten kan desgevallend volstaan als engagement. En al onderschrijft iedereen de missie, het uitstippelen van de weg naar het doel gaat gepaard met veel gepalaver. Zo loopt niet iedereen even warm voor radicale acties genre Extinction Rebellion. Ook ligt het gevaar van greenwashing op de loer. ‘Grote bedrijven kunnen klimaatpoëzie gebruiken als een gemakkelijke manier om engagement te veinzen’, zegt Pieter. ‘Anderzijds willen we ook niet altijd voor eigen parochie preken. Over vragen uit die hoek moeten we dus goed nadenken.’
De worm als ambassadeur van de klimaatzaak (het moeten niet altijd ijsberen zijn)
Het meest ambitieuze project tot dusver luistert naar de poëtische titel “De haas, de roggelelie en de worm”. Het multidisciplinaire programma ging eind vorig jaar in Gent in première en speelt de komende maanden in theaters in Vlaanderen en Nederland. Klimaatdichters Maud Vanhauwaert, Moya De Feyter en Saskia Stehouwer delen het podium met zanger en cellist Ewout Lehoucq, tekeningen van Babette Wagenvoort lopen als een leidraad doorheen de voorstelling. Pieter neemt de rol van presentator op zich, hij heeft tijdens zijn doctoraat aan de KU Leuven onderzoek naar wormen gedaan en werkt momenteel voor het Vlaams Centrum voor Biotechnologie en de Universiteit Antwerpen. ‘Zowel de haas, de roggelelie als de worm hebben het moeilijk in Vlaanderen en Nederland’, zegt hij als dichter-bioloog. ‘Grote gemene deler is de achteruitgang van de bodemkwaliteit, door het tekort aan water maar vooral door het teveel aan kunstmest. Napalm voor de bodem, zo wordt het wel eens genoemd. Niet overdreven, want kunstmest heeft een verwoestend effect op het complexe bodemvoedselsysteem waarin wormen, bacteriën en schimmels een rol spelen. Daarom is het zo erg gesteld met de biodiversiteit van industriële landbouwbodems’.
Dichters zijn individualisten, maar de strijd voor het klimaat is per definitie een collectief gebeuren.
Sara Eelen
De worm als ambassadeur van de klimaatzaak en de biodiversiteit? ‘Een bewuste keuze’, zegt Sara. ‘Het moeten niet altijd ijsberen of tijgers zijn’. Zelf is ze een van de trekkers van ArtACT, een Europees poëzieprogramma waarbij ACT staat voor art, climate en transition. ‘Het Poëziecentrum heeft ons project voorgedragen’, zegt ze. ‘We werden geselecteerd, samen met vergelijkbare initiatieven uit Zweden, Duitsland, Spanje en Slovenië. Bedoeling is een film te maken, met als leidraad een zin van vier woorden die we één voor één in vier verschillende Vlaamse en Nederlandse natuurgebieden gaan onthullen. Met elk van die woorden gaan vervolgens twee klimaatdichters aan het werk. Die samenwerking zien we als een meerwaarde. Dichters zijn individualisten, maar de strijd voor het klimaat is per definitie een collectief gebeuren. We staan nog maar aan het begin van het traject. Het eindresultaat, waarbij een educatief luik hoort, moet volgend jaar klaar zijn’.
Kan literatuur het klimaat redden?
Klimaatdichters alleen gaan het niet redden, we hebben evengoed klimaatbakkers nodig, of klimaatboekhouders.
Sara Eelen
De vraag werd al vaak gesteld: kan kunst de wereld redden? In dit geval moeten we de focus verengen: kan literatuur het klimaat redden? Maar zelfs deze vraag is te algemeen geformuleerd, zo blijkt uit een opiniestuk van Amitav Ghosh in The Guardian. De Indiase schrijver hekelt het onvermogen van literatoren om de aanzwellende klimaatcrisis in beklijvend fictiewerk te thematiseren. Dichters daarentegen, zo stelt Ghosh vast, koesteren al lang een intieme band met klimaatfenomenen. Hij verwijst naar Paradise Lost, een episch gedicht over de zondeval van de 17e eeuwse Engelse schrijver John Milton dat bulkt van de referenties aan extreme weersomstandigheden.
Klimaatdichters Sara en Pieter treden Ghosh bij. ‘Er is opvallend weinig fictie geschreven over de klimaatcrisis’, zegt Pieter. ‘Het succes van dystopische romans doet daar niks aan af. Dystopische toekomstvisioenen zijn altijd extreem, over vijftig jaar staat de wereld in brand. Maar zo werkt de klimaatcrisis niet, het is een gestaag proces waar we nu al middenin zitten. Dat leent zich blijkbaar moeilijker voor fictie dan voor poëzie’.
Sensibiliseren door middel van poëzie, hoe doe je dat? Met de wortel of met de stok? Door een alarmerende toon aan te slaan over extreem weer en afkalvende biotopen? Of moet de dichter zijn lyrische vermogens aanspreken om de inzet van de klimaatstrijd, zeg maar de schoonheid van de natuur, in de verf te zetten? ‘Ik vind beide benadering waardevol’, zegt Sara. ‘Met metaforen kunnen we de verschillende registers bespelen, dat is precies de kracht van poëzie’.
Georges Monbiot, de beroemde Britse schrijver, bioloog en milieuactivist, is helemaal overtuigd. In De Groene Amsterdammer liet hij onlangs optekenen dat hij in de strijd voor het klimaat op de metaforische kracht van de poëzie rekent. ‘Een mooi compliment’, zegt Sara, ‘maar deze strijd gaat ons allen aan. Klimaatdichters alleen gaan het niet redden, we hebben evengoed klimaatbakkers nodig, of klimaatboekhouders’.
Bewust onbekwaam
een jaar op een plek zitten
en kijken wat er gebeurt
waar de zon ondergaat
hoe de mieren je omsingelen
het gras zich vermeerdert
maar ook
waar je adem zich ophoudt
waar je het geduld vandaan haalt
uit ‘Wonen op de rand van het wonder’ van Saskia Stehouwer (2023, Uitgeverij Marmer)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier