Kan een oliesjeik het klimaat redden?
Uit gelekte documenten blijkt dat de Verenigde Arabische Emiraten hun rol als gastheer van de VN-klimaatbesprekingen (COP28) wilden aangrijpen om olie- en gasdeals te sluiten, zo heeft de BBC vernomen. Is de top bij voorbaat een flop?
Eind deze maand vliegen zowat 30.000 beleidsmakers, belanghebbenden en experts naar oliestaat Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten met de bedoeling afspraken te maken om olie, gas en steenkool wereldwijd voorgoed in de grond te laten.
Dat een rijk olieland gastland is, is een gevolg van een VN-richtlijn die voorschrijft dat de klimaatconferentie elk jaar in een andere regio plaatsvindt. Dat de voorzitter een topman uit de olie-industrie is, is voor veel klimaatonderhandelaars een slag in het gezicht.
Sultan Ahmed Al-Jaber is Dubais minister van Industrie en ceo van een van de grootste oliebedrijven ter wereld. ‘Alsof een tabaksgigant een gezondheidsconferentie voorzit’, klinkt het bij critici. Al-Jaber wil de wereld ervan overtuigen dat olie en gas nodig zullen blijven zolang de wereld geen nieuw energiesysteem heeft en zolang de consumptievraag niet daalt. De consument is immers verantwoordelijk voor de wereldwijde CO2-uitstoot, niet de producent.
‘Hoewel Al-Jaber, onder impuls van onder andere de Europese Unie, een erg ambitieus energiepakket op tafel heeft gelegd, vrezen we dat het bij loze woorden blijft’, zegt Kiki Berkers (11.11.11/Klimaatcoalitie). ‘De voorzitter spreekt liever van het “afbouwen” van fossiele brandstoffen in plaats van “uitfaseren” en de nadruk ligt op het terugdringen van emissies in plaats van de fossiele brandstoffen zelf. In dat opzicht wordt opvallend vaak verwezen naar bepaalde technologieën zoals carbon capture and storage (CCS), terwijl die vandaag helemaal nog niet performant zijn.’
Moeten we de COP niet boycotten?
‘Een klimaatpoppenkast waarin ik weiger mee te spelen’, zo noemde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir de COP. ‘Politici moeten zich terugplooien op de kern: realisaties op het terrein. Met z’n allen in het vliegtuig naar Dubai brengt weinig soelaas voor het klimaat.’
Het kabinet van de federale minister van Klimaat, Zakia Khattabi, is pragmatischer. ‘Een boycot is een verkeerd signaal. De klimaatcrisis kent geen grenzen’, zegt haar klimaatadviseur Liesbeth Goossens. ‘Dit is de eerste COP waar de energietransitie zo centraal op de agenda staat. Fossiele brandstoffen zijn lange tijd taboe geweest. Energie was de olifant in de kamer. Tot één zinnetje op de Klimaattop in Glasgow in 2021 voor commotie zorgde: de belofte van een geleidelijke afbouw van de energie uit steenkool. Sindsdien zit het debat in een stroomversnelling. We zijn evenwel niet naïef. Het zal zeer moeilijk zijn. Al-Jaber heeft zich geëngageerd om het doel van een maximale klimaatopwarming van 1,5 graad Celsius in leven te houden, maar natuurlijk ervaart hij druk van landen die andere belangen hebben. We zullen zijn acties van nabij volgen.’
‘Wegblijven zou een slag in het gezicht zijn van landen die getroffen worden door de gevolgen van de klimaatcrisis’, aldus Berkers. ‘De COP is een moment om landen ter verantwoording te roepen voor hun daden. Wat is het alternatief? Dat alles neemt niet weg dat het trackrecord van de fossiele industrie wat betreft het vertragen van het klimaatbeleid hallucinant is. De laatste jaren is de industrie in groten getale aanwezig op de COP’s. Er is dringend meer transparantie nodig over de onevenredige invloed die de ze op de besluitvoering uitoefent. Anders blijft het business as usual en daar hebben we nu echt geen tijd meer voor.
Wat is de inzet?
Het belang van deze COP is gigantisch. Naast het unieke gegeven dat energiesystemen, als hoofdoorzaak van de klimaatcrisis, voor het eerst een belangrijk thema zijn, wordt er een global stocktake of wereldwijde inventarisatie gemaakt om te zien of de wereld op koers ligt om de Parijsdoelstellingen te halen. Een ander belangrijk agendapunt is het loss and damage-fonds om slachtoffers van klimaatrampen bij te staan. Hoe moet zo’n fonds eruitzien? Wie betaalt wat en wie moet krijgen?
‘De global stocktake is vernietigend,’ stelt Berkers, ‘maar het positieve is dat we de oplossingen kennen en nog steeds op koers kunnen komen. Hoe langer we wachten, hoe moeilijker en hoe duurder het wordt. De cruciale vraag is of de klimaatplannen van de landen drastisch worden opgeschroefd in lijn met de wetenschappelijke feiten. Met de huidige plannen steven we af op een opwarming van gemiddeld 2,4 graden Celsius.’
‘Enkel vaststellen dat we niet on track zijn, is onvoldoende’, zegt Goossens. ‘Ook een formeel actieplan is essentieel. Parallel met de uitfasering van fossiele brandstoffen roept de EU op om wereldwijd uiterlijk tegen 2030 de beschikbare capaciteit voor hernieuwbare energie te verdrievoudigen en het tempo waarin energie-efficiëntie wordt doorgevoerd te verdubbelen.’
Wat zijn de slaagkansen?
Zoals zo vaak in het verleden start de COP onder een slecht gesternte. Rijke landen kwamen de voorbije jaren opnieuw hun afspraken niet na voor een fonds voor arme landen zodat ze hun broeikasgasuitstoot kunnen reduceren en zich aanpassen aan het opwarmende klimaat. Daarbij komt nog dat conflicten wereldwijd de internationale diplomatie onder druk zetten.
‘Het ondergefinancierde klimaatfonds verzuurt elk debat’, aldus Berkers. ‘Er is een groot gebrek aan vertrouwen. Welvarende landen stellen steeds ambitieuzere doelen voor, maar slagen er zelf niet in om een zeer zwakke belofte van 100 miljard dollar klimaatfinanciering te halen. Rijke industrielanden moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Zonder die financiering kunnen ontwikkelingslanden hun klimaatplannen simpelweg niet uitvoeren En dat heeft ook een indirecte invloed op ons. Klimaatverandering stopt niet aan de Belgische grens.’
Zijn er ook hoopvolle signalen?
Tussen alle klimaathypocrisie en greenwashing is het zoeken naar lichtpuntjes. Maar die zijn er wel degelijk: Afrikaanse landen verzetten zich steeds meer tegen aardgas als transitiebrandstof en de manieren om middelen bijeen te krijgen om op globale schaal de klimaattransitie te financieren worden innovatiever.
Bovendien ontstaan steeds meer allianties zoals The Beyond Oil and Gas Alliance (BOGA), een groep landen die inzet op het uitfaseren van nieuwe fossiele ontwikkelingen in eigen land, en de Just Energy Transition Partnerships (JETP’s), die de overgang van steenkool naar hernieuwbare energie stimuleren.
‘De klimaatstrijd staat of valt met coalitions of the willing’, besluit Berkers. ‘Het is een bottom up-verhaal. De heilige huisjes zijn aan het sneuvelen. Er is nog een lange weg te gaan, maar we moeten focussen op vooruitgang. Iedere tiende van een graad telt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier