Hoe Vlaamse oernatuur ons tegen het stijgende zeewater beschermt
De natuur is onze beste bondgenoot in de strijd tegen de klimaatcrisis, stellen experts. ‘Zonder dit unieke moerasgebied liep de stad Antwerpen al meermaals onder water.’
Vraagt u zich af hoe Vlaanderen er eeuwen geleden uitzag? Breng dan een bezoek aan het Verdronken Land van Saeftinghe, een beschermd stuk brakwatergetijdennatuur op de grens tussen Nederland en België.
Dit bijzondere oerlandschap, waar de natuur nog vrij spel heeft, beheerste eeuwenlang grote delen van de Lage Landen. Toen de mens er in de middeleeuwen enkele nederzettingen bouwde, waaronder Saeftinghe, bleken die na een stormvloedramp én een oorlog niet bestand tegen de overweldigende natuurkracht: het hele gebied verdronk.
Stormen worden steeds intenser en voorspellingen over de stijgende zeespiegel variëren van 1 tot 3 meter tegen 2100.
Klimaatverstoring doet ons vandaag opnieuw stilstaan bij de krachten van de natuur. Stormen worden steeds intenser en voorspellingen over de stijgende zeespiegel variëren van 1 tot 3 meter tegen 2100, afhankelijk van optimistische of pessimistische scenario’s.
‘Zeker is dat het sneller gaat dan aanvankelijk voorspeld’, weet Laurent Vanden Abeele van het Agentschap Natuur en Bos. ‘En dat is geen goed nieuws. De Zeeschelde in combinatie met de Westerschelde en het Kanaal tussen Vlaanderen het Verenigd Koninkrijk werken als een trechter voor het Noordzeewater. Vooral tijdens een noordwesterstorm wordt water met de getijden in die trechter gestuwd en kan het serieus op het land inbeuken.’
Grootste in West-Europa
Met het Sigmaplan bouwt de Vlaamse overheid een heuse verdedigingslinie tegen het dreigende zeewater en de toenemende stormintensiteit. Een van de belangrijkste wapens komt van Moeder Natuur zelf.
‘Het 3500 hectare grote Verdronken Land van Saeftinghe is bijzonder omdat het het grootste brakwatergetijdengebied van West-Europa is’, aldus Vanden Abeele, die de natuurontwikkeling in en rond de Haven van Antwerpen begeleidt. ‘Dankzij de ontpoldering van de Hedwige-Prosperpolder is daar nog eens 465 ha bijgekomen.’
‘Het natuurgebied bestaat uit lager gelegen, niet-begroeide slikken met kreken en geulen en de hogere oevers, de schorren, die overstromen bij hoogwater. Het gebied is een belangrijke kraamkamer voor allerlei vissen zowel uit de zee als de zoete delen van de rivier, garnaaltjes en bodemorganismen die erg gegeerd zijn door vogels.’
Opgehoopt land
Slikken en schorren zijn niet alleen een uniek leefmilieu voor een veelheid aan planten en dieren, ze temperen tegelijk de kracht van het getij. ‘Zonder dit gebied zou er veel meer druk op ons dijkensysteem zijn en zouden omliggende dichtbevolkte gebieden zoals de stad Antwerpen al meermaals onder water hebben gestaan, zelfs zonder zeespiegelstijging’, benadrukt Vanden Abeele. ‘Door meer ruimte te geven aan de rivier verhogen we de veiligheid van de omwonenden.’
Dat het Verdronken Land door de stijging van de zeespiegel een tweede keer dreigt te verdrinken, hoeven we niet te vrezen, meent Vanden Abeele. ‘Het is eigen aan slikken en schorren dat ze meegroeien met het bodempeil van de rivier. Dat betekent dat een schorgebied steeds hoger gaat liggen en verder landinwaarts opschuift naarmate het ouder wordt. Op een bepaald moment zal het een hoogte bereiken waardoor het zelfs niet meer kán overstromen. In het verleden heeft de mens zulke gronden ingenomen voor landbouwdoeleinden en met extra dijkjes beveiligd.’
Aangezien de mens het Verdronken Land van Saeftinghe zo goed als ongemoeid heeft gelaten, is het vandaag een van de hoogstgelegen gebieden van Nederland. Eigenlijk zouden we het ‘Verdronken Land’ beter herdopen tot ‘Opgehoopt Land’.
Waterzuivering en koolstofopslag
Omdat rivieren in Vlaanderen vandaag in een strak keurslijf zitten en bij hevige regens steeds vaker uitbreken, creëert de overheid extra schorgebieden die in rechtsreeks contact staan met de Westerschelde. Ook andere overstromingsgebieden op de grens tussen land en water kunnen worden ingericht als getijdengebieden, maar dan met zoet water.
Landbouwers die generaties lang land op de zee of de rivier hebben gewonnen, zijn niet altijd bereid om dat zomaar terug te geven.
Vanden Abeele: ‘Stroomopwaarts voorbij Rupelmonde is het zoutgehalte bijvoorbeeld zo klein dat er in de schorren bomen kunnen groeien. Die lijken erg op de mangroves uit de tropen. Zo’n zoetwatergetijdengebied is uiterst zeldzaam in Europa.’
Bijkomende argumenten waarom we draslanden als slikken en schorren goed kunnen gebruiken in de strijd tegen de klimaatcrisis zijn: ze hebben een verkoelend effect bij een temperatuurstijging, het zijn natuurlijke waterzuiveraars omdat ze zuurstof aan het water toevoegen en ze fungeren als natuurlijke opslagplaats voor koolstofdioxide. Zo nemen de planten op de schorren drie keer meer koolstof op dan een gemiddeld bos.
Weinig maatschappelijk draagvlak
Helaas bestaat er vandaag nogal wat controverse rond het teruggeven van land aan het water, zowel bij het algemene publiek, beleidsmakers en industrie. Landbouwers die generaties lang land op de zee of de rivier hebben gewonnen, zijn niet altijd bereid om dat zomaar terug te geven.
‘In Vlaanderen is er niet overal de ruimte voor ontpoldering vanwege menselijke infrastructuur, projecten krijgen niet altijd voldoende financiering en het maatschappelijk draagvlak is beperkt’, betreurt Vanden Abeele.
Toch is het belang van natte natuur als natuurlijke dijkversterking tegen steeds zwaardere overstromingsrampen niet te onderschatten. Het is een veel evenwichtiger systeem dan de klassieke methodes voor overstromingspreventie zoals baggerwerken, pompen en het ophogen van bestaande dijken, besluiten studies. Kortom, in de strijd tegen de klimaatcrisis kunnen we niet enkel vertrouwen op technische oplossingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier