Hoe Kopenhagen een ‘sponsstad’ wil worden

In 2011 liep Kopenhagen onder na stortregens. Naarmate het klimaat opwarmt, dreigt dat vaker voor te komen. De Deense hoofdstad hertekent nu zichzelf om grote hoeveelheden water snel af te voeren.

13.00 uur op een grijze woensdagmiddag, een park in het zuiden van Kopenhagen. ‘Mocht het nodig zijn, zet ik het hondenpark onder water’, zegt Ditte Juul Sørensen. Het groene gebied bestond vroeger alleen uit een doorweekte weide, een vervallen speeltuin en een paar onverharde paden. Maar de afgelopen zeven jaar heeft de landschapsarchitecte het volledig omgetoverd.

Vandaag markeert het gebied het einde van een onzichtbare rivier die zich een weg baant door Kopenhagen, ontworpen om de stad te redden in geval van stortregens. ‘De weide zal het water opvangen,’ zegt Sørensen, ‘en deze kunstmatig gecreëerde rivierbedding zal het water verder leiden.’ Ze wijst naar een rood-geel pad dat terug naar de kinderboerderij leidt.

In totaal kan het onzichtbare oversstromingsgebied 15.000 kubieke meter water bevatten, het equivalent van 83.000 tot de rand gevulde badkuipen.

1,8 miljard euro

Het park is een van de eindpunten van een uitgebreid netwerk van bovengrondse en ondergrondse grachten, groene ruimtes, aangepaste wegen en opvangvijvers. Het Skybrudsplan, of ‘wolkbreukbeheerplan’, kostte 1,8 miljard euro en is ontworpen om de stad de komende 100 jaar te beschermen tegen periodes van hevige regen.

Heel Europa heeft afgelopen zomer extreme weersomstandigheden gekend, en die zullen in de toekomst waarschijnlijk nog vaker voorkomen naarmate de aarde verder opwarmt. Sommige delen van het continent hadden te kampen met hittegolven, branden en droogte, andere werden getroffen door onvoorspelbare stormen. De Deense hoofdstad wordt bedreigd door stortregens en overstromingen. In juli viel er in Denemarken twee keer zoveel regen als normaal – meer dan ooit in die maand in de afgelopen 149 jaar.

De werken zullen minstens tot 2035 duren.

Voor velen deed het denken aan 2011, toen de stad een collectief trauma doormaakte. Op de avond van 2 juli viel er binnen een paar uur evenveel regen als normaal in twee maanden tijd. Tienduizenden mensen kwamen zonder stroom te zitten, het traumacentrum van het academisch ziekenhuis moest worden geëvacueerd, delen van de historische citadel stortten in en kapotte verwarmingsbuizen van de stad bezorgden bewoners brandwonden. Het telefoonsysteem van de politie was drie dagen buiten werking, de Wereldgezondheidsorganisatie moest haar Europese hoofdkwartier sluiten en het attractiepark Tivoli Gardens werd geëvacueerd.

Daarna dreven de dode ratten door de straten. Volgens een onderzoek werd 22 procent van de ondervraagde arbeiders ziek tijdens de opruimingswerken, één man stierf zelfs aan een infectie. Gevangenen kregen eten van McDonald’s omdat de keukens onbruikbaar waren.

Alleen al in Kopenhagen werd de schade geschat op 800 miljoen euro. Na de ramp dreigden veel verzekeringsmaatschappijen hun polissen op te zeggen. Sommige bedrijven dreigden ermee weg te trekken uit de stad.

De stad reageerde vastberaden. Binnen het jaar lag het eerste Skybrudsplan er al. Sindsdien werd het concept elk jaar verder ontwikkeld. De werken zouden minstens tot 2035 duren.

De sponstechniek

Ingenieur Jan Rasmussen, die sinds 1990 voor de stad werkt, is een van de auteurs van het plan. Hij houdt zich al zijn hele leven bezig met water en waterzuivering. Samen met medewerkers van het waterbedrijf zorgde hij ervoor dat het ooit troebele havenwater schoon genoeg werd om in te zwemmen.

Vandaag vecht hij om dat zo te houden. Als er in korte tijd te veel regen valt, kunnen zelfs de beste afvoersystemen het niet aan. Waterzuiveringsinstallaties, afvoerpijpen en kelders komen onder te staan. In een dichtbevolkte stad kan het water nauwelijks op een natuurlijke manier weg, en dus loopt het modderig en smerig door de straten. ‘Je moet het dus afremmen en leiden, zodat het geen schade aanricht’, zegt Rasmussen.

Na de storm van 2011 maakte hij samen met andere experts een kaart van de regenwaterstromen. Ze documenteerden verhogingen en verzakkingen, daken en groengebieden, en ontdekten welke weg het water zou nemen en waar het op obstakels zou stuiten.

Kopenhagen wil een stad worden die water kan absorberen en het langzaam weer kan afgeven.

Uiteindelijk had de stad drie opties. De eerste was: helemaal niets doen. Op basis van het klimaatrapport van het Internationaal Klimaatpanel (IPCC) berekenden Rasmussen en zijn team de kosten van niets doen op meer dan 2 miljard euro in de komende 100 jaar – daardoor is het meer een gedachte-experiment dan een reële optie.

De tweede keuze was om het klassieke draaiboek te volgen: installeren meer afvoerpijpen en regenputten.

De derde optie was nieuw en nogal ongebruikelijk, maar leek verreweg de efficiëntste aanpak. Bouw een ondergronds netwerk van voorzieningen voor het afvoeren en opvangen van water, laat parken dienstdoen als reserveopvangcapaciteit, en laat straten bij hevige regen fungeren als rivieren.

‘We hebben ervoor gekozen om dit te bouwen omdat er een logica achter zit. Het Skybrudsplan kan meer en het kost minder’, meent Rasmussen. Volgens de visie moet Kopenhagen een stad worden die water kan absorberen en het langzaam weer kan afgeven.

‘Wij zijn pioniers’

Het concept van de ‘sponsstad’ is niet uniek voor Denemarken – je ziet er onderdelen van in snel groeiende Chinese metropolen –, maar nergens is het zo ingrijpend toegepast als in Kopenhagen. Maar liefst 350 afzonderlijke projecten maken deel uit van het plan. ‘We hadden eigenlijk geen rolmodellen in de wereld die we konden volgen’, zegt Rasmussen. ‘Wij zijn pioniers.’

Rasmussens kaarten zijn intussen uitgebreid met grotere verkeersaders die grote hoeveelheden water aankunnen, parkings waar het water langzaam kan weglopen, en zijstraten waar alles wordt opgevangen wat van de daken naar beneden stroomt.

Voor een huishouden van vier personen stegen de waterkosten met 120 euro per jaar.

Slechts een klein aantal projecten is gefinancierd met belastinggeld. De meeste middelen werden geïnd door het waterbedrijf middels een heffing op huishoudens en bedrijven. Rasmussen meent dat zo’n financieringsmodel, dat direct gekoppeld is aan het verbruik, de eenvoudigste en eerlijkste oplossing is. Voor een huishouden van vier personen stegen de waterkosten met ongeveer 120 euro per jaar. ‘Als je de risico’s van klimaatverandering in aanmerking neemt, zijn zulke kosten te rechtvaardigen’, zegt de ingenieur.

Onenigheid

Projectmanager Ditte Juul Sørensen, een van de elf landschapsarchitecten die Kopenhagen heeft ingehuurd voor het Skybrudsplan, leidt ons naar een strook groen. Het terrein aan de Scandiagadestraat is zo klein dat het op Google Maps niet eens als park staat aangegeven. Er zijn zeven betonnen bassins aangelegd, maar die zijn bij de eerste aanblik nauwelijks zichtbaar. We zien een vlindertuin, groenteperkjes, banken, zelfs een hangmat. Een fel beschilderd wandelpad leidt van het ene bassin naar het andere. Het is een perfect voorbeeld van hoe de stad het Skybrudsplan wil gebruiken om de levenskwaliteit van de stadsbewoners te verbeteren.

‘Het projectteam vroeg de mensen hier wat ze wilden’, zegt Sørensen. De consensus was duidelijk: meer kleur en meer natuur. Dus werd de braakliggende strook grond omgetoverd tot een stadstuin.

De bewoners wilden duidelijk meer kleur en meer natuur.

De weg die langs de groenstrook loopt, werd iets aangepast zodat het water bij hevige regen in de bassins kan weglopen. Vanuit de bassins kan het water de grond in sijpelen of via ondergrondse kanalen naar de haven worden geleid.

‘Publieksparticipatie heeft ervoor gezorgd dat de meerderheid van de mensen achter het project staat’, zegt Sørensen. Dat is niet de enige reden waarom ze input van de plaatselijke bevolking hebben gevraagd. De stadsdiensten hopen dat de tuinen de bewoners zullen aanmoedigen om het terrein te onderhouden en ervoor te zorgen dat de bassins niet vol afval komen te zitten.

Was er dan echt geen protest tegen de ingrijpende werken? ‘Natuurlijk waren er meningsverschillen’, geeft Sørensen toe. In de buurt rond het cultureel centrum Karens Minde Kulturhus waren de bewoners aanvankelijk niet zo enthousiast over de plannen om hun park om te vormen tot een opvangbekken voor de rest van de stad. Sørensen hield drie jaar lang regelmatig vergaderingen met de buren om hen op het hart te drukken dat er niet geraakt zou worden aan de beschermde lindebomen en populieren.

Uiteindelijk konden de buurtbewoners de straatstenen en bankjes voor het park kiezen. Maar het plan zelf stond nooit ter discussie.

Petanquen in een bassin

Sommige projecten zijn zo onopvallend dat ze niemand opvallen. Verder naar het noorden, in het Enghavepark, is bijvoorbeeld een nieuwe baan voor rollerhockey aangelegd, omgeven door een lage betonnen muur. Leden van de petanqueclub ernaast gebruiken de muur om te zitten of hun glas wijn erop neer te zetten. Niemand van hen die wist waar hij echt voor dient: de ruimte is bedoeld als bassin om regenwater op te vangen.

Iedereen in de groep heeft nog duidelijke herinneringen aan de ramp van 2011: met modder bedekte trouwjurken, vernield meubilair… ‘Het is absoluut de juiste beslissing van de stad om dit te doen’, zegt Rasmus Lütken, een kunstenaar en architect die deel uitmaakt van de spelers. Voor hem is de grootste vraag of het plan wel ver genoeg gaat.

‘Maar goed’, zegt hij met een grijns, ‘het ziet er allemaal ook nog eens goed uit.’

(c) Der Spiegel / Jan Petter

Voor het project Global Societies schrijven verslaggevers van over de hele wereld over maatschappelijke problemen, duurzaamheid en ontwikkeling in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en Europa. De serie bestaat uit reportages, analyses, foto-essays, video’s en podcasts die achter het gordijn van de globalisering kijken. Het project wordt gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier