Het voedsel van de toekomst: ‘Sprinkhanen zijn waardevoller dan kaviaar’
Insecten zijn een klimaatvriendelijke oplossing om de wereldbevolking van de nodige eiwitten te voorzien zonder het milieu te vernietigen. Eten we straks allemaal sprinkhanenburgers?
Srisuphun Srikhot (59) gooit een bos bananenbladeren in het sprinkhanenverblijf in haar dorp in Oost-Thailand. ‘Ze hebben altijd honger’, zegt de boerin, terwijl ze nog wat gras toevoegt om de insecten de nodige voedingsstoffen te geven om snel te groeien.
De sprinkhanen zijn pas 35 dagen oud, maar ze zijn al behoorlijk dik en meten anderhalve keer de lengte van een duim. Ze zitten in twee nesten samengepakt aan bamboestokken, elk ongeveer drie vierkante meter groot. De oogst is over vijf dagen, zegt Srikhot, op het moment dat de sprinkhanen het meeste geld opbrengen.
Met ‘oogsten’ bedoelt ze dat de levende sprinkhanen één voor één in kleine netten worden gesorteerd. De kopers zijn mensen uit het dorp of handelaars van nabijgelegen voedselmarkten. Srikhots dochter zit ondertussen voor de deur sprinkhaaneieren af te wegen. Die zijn nog waardevoller dan de sprinkhanen zelf, zegt Srikhot.
Een kilo levende sprinkhanen kost 400 Thaise baht, het equivalent van ongeveer 10 euro. Maar een kilo sprinkhaaneieren is 5000 Thaise baht waard, oftewel 125 euro.
Srikhot bewerkt dit stuk land, omringd door weelderige groene rijstvelden, al tientallen jaren. ‘Ik ben zo blij met mijn sprinkhanen’, zegt ze. ‘Ze zijn waardevoller dan kaviaar.’
‘Armenkost’
Het vrij korte leven van het insect wordt onderverdeeld in vier stadia: de larve komt uit het ei, wordt pop en vervolgens volwassen. Sprinkhanen kunnen na ongeveer tien dagen vliegen. En na zestig dagen zijn ze dood.
Insecten en Isaan, een regio in het noordoosten van Thailand, zijn nauw met elkaar verbonden. De lokale bevolking – meestal boeren die hier de roodbruine grond bewerken waar pomelo’s, rijst, yuca en suikerriet in overvloed groeien – eet ze al eeuwen.
Elders is kip of soja misschien de belangrijkste bron van proteïne, maar in deze vrij arme regio komt het van januari tot april van de bladsprietkever, rode mieren en krekels. Daarna, van mei tot augustus, verschuift het menu naar waterwantsen, sprinkhanen en zijderupsen. Van september tot december zijn de belangrijkste eiwitbronnen parapluwespen, juweelkevers, bamboewormen en reuzenwantsen.
Mensen verzamelen insecten in hun tuin, op bomen, op velden en in het bos, kopen ze op markten en bewaren ze in de vriezer. Ze bakken, stomen en koken larven, eieren en pas uitgekomen babybijen. ‘Gaeng Kai Mot Daeng’, een curry gemaakt van de eieren van rode mieren, wordt beschouwd als een delicatesse voor de lente.
Lucratief
Insecten als voedsel zijn diepgeworteld in de cultuur, en tegelijkertijd zijn ze een potentiële oplossing voor de toekomst. Universiteiten en voedingslaboratoria doen onderzoek naar voedsel gemaakt van insecteneiwit, ondernemers investeren in professionele insectenbroedplaatsen voor de export en wetenschappers hopen dat insecten in de toekomst een klimaatvriendelijker en betaalbaarder alternatief zullen bieden voor het voeden van de wereldbevolking.
Een groeiend aantal boeren in Isaan die vroeger rijst en suikerriet verbouwden, ontdekken nu insecten als lucratieve bron van inkomsten.
Aziaten zijn veel minder terughoudend als het gaat om de ontwikkeling van alternatieve diëten dan Europeanen, mogelijk een gevolg van het feit dat honger een grote zorg is op het continent: meer dan 1 miljard mensen in Azië hadden in 2021 niet voldoende voedsel. Bovendien voelen boeren de gevolgen van de klimaatcrisis en zal de bevolking van Azië, waar al 4,7 miljard mensen wonen, de komende drie decennia naar verwachting met nog eens 600 miljoen groeien.
Insecten leveren waardevolle mineralen, vetten en vitaminen, en sommige bevatten zelfs twee keer zoveel eiwitten als rundvlees of kip.
70 procent van alle dieren op aarde zijn insecten, en Zuidoost-Azië heeft een van de grootste populaties eetbare insecten ter wereld, met alleen al in Thailand bijna 200 verschillende soorten. Ze leveren waardevolle mineralen, vetten en vitaminen, en sommige bevatten zelfs twee keer zoveel eiwitten als rundvlees of kip.
Maar goede argumenten alleen zijn niet genoeg om het succes van een voedingsproduct te garanderen. Het is een kwestie van smaak – en ook van verbeelding.
Aan het Institute of Entomology van de Khon Kaen University experimenteren studenten met manieren om insectenvoedsel te maken dat er niet uitziet alsof het van insecten afkomstig is. Ze gebruiken ze om CO₂-neutrale chocoladebrownies te bakken, en leren hoe ze de karakteristieke smaak van kevers kunnen maskeren.
Ze ontmoeten elkaar in het campuscafé, dat het Insectarium heet, en bespreken hoe ze van het kweken van kevers een bedrijfsmodel kunnen maken. Ze leren dat insecten slechts een zesde van de hoeveelheid voer nodig hebben die vee nodig heeft om dezelfde hoeveelheid eiwitten te produceren. En dat ze minder broeikasgassen uitstoten en kunnen worden gekweekt op organisch afval.
Veel van de studenten zijn opgegroeid in de regio en komen uit boerenfamilies. Ze zeggen dat ze in Isaan willen blijven en dat ze onafhankelijk willen zijn, maar dat ze op zoek zijn naar een alternatief voor het harde en vaak onzekere werk van hun ouders. Ze hopen op een bloei in de insectenkweek.
Verberg de insecten!
Enige tijd geleden erkende de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties Thailand als ‘een van de weinige landen ter wereld die een levensvatbare en bloeiende insectenkweeksector hebben ontwikkeld’. Boeren in Thailand verdienen al 19 miljoen euro per jaar aan de dieren en volgens een recente studie zal de markt voor eetbare insecten in de hele Aziatisch-Pacifische regio volgend jaar met nog eens 250 miljoen euro zijn gegroeid. Toch is het nog geen wereldwijde voedseltrend.
Het proefprojectlaboratorium in Ubon, niet ver van de grens met Laos, staat open voor iedereen met een bedrijfsidee voor eetbare insecten. Het laboratorium is verbonden aan de plaatselijke universiteit en wordt deels gefinancierd met belastinggeld. Starters en boeren in de omgeving kunnen afspraken maken in de keuken van het laboratorium.
‘Mensen hebben meestal een nogal vaag idee van wat ze willen produceren: worstjes van zijderupsen. Pasta en koekjes van kevers’, zegt Anuaek Prasandee, een voedingsingenieur die er werkt. ‘Het draait allemaal om uitproberen, testen en het plannen van een bedrijfsmodel.’
Het verkoopargument voor voedsel gemaakt van insecten is moeilijk te verslaan: het is ‘milieuvriendelijk en gezond’. Maar hoe krijg je de producten in de supermarkt?’
Hoe minder mensen weten over de insecteninhoud, zegt Prasandee, hoe beloftevoller het product. Met andere woorden: de insecten moeten verborgen blijven, in de vorm van proteïnepoeder of voedingssupplementen. Hij denkt dat de fitnesssector, waar de verkoop van eiwitshakes voor spieropbouw sterk toeneemt, een veelbelovende markt zou kunnen zijn.
Tot nu toe zijn er veel gemaakt met kippeneiwit en de smaak van die ‘aardbeien-kippeneiwitdrankjes’ is even wennen. ‘We kunnen de drankjes een neutralere smaak geven met insecteneiwit’, zegt Prasandee.
Hij gelooft dat er de komende tien jaar veel zal veranderen en dat consumenten langzaam zullen wennen aan insecten. Zelfs in Europa, waar de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) meelwormen, donkere kevers en de huiskrekel een paar jaar geleden goedkeurde voor consumptie. Het is goed mogelijk dat er nog veel meer insecten zullen volgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier