Gaan we binnenkort ook landbouwgewassen vaccineren?
Wetenschappers onderzoeken of het mogelijk is om planten te vaccineren tegen ziekte. Dat zou het gebruik van pesticiden kunnen verlagen en de wereldwijde voedselvoorziening kunnen versterken, zeggen ze.
Pesticiden hebben voedselproductie op een enorme schaal mogelijk gemaakt, maar de keerzijde van de medaille is dat ze schadelijke effecten hebben voor mens en natuur.
Een groep wetenschappers onderzoekt daarom de mogelijkheid om gewassen te vaccineren tegen ziekten. In Frontiers in Science beschrijven ze dat ze net als bij mensen via vaccinatie het immuunsysteem van een plant opzettelijk activeren. De plant vecht dan beter terug tegen soortgelijke stress in de toekomst.
Plagen passen zich aan
“Hoewel geïnduceerde resistentie al tientallen jaren wordt bestudeerd, is de toepassing ervan in gewasbescherming pas onlangs in een stroomversnelling gekomen”, zegt Brigitte Mauch-Mani van de Universiteit van Neuchâtel, de hoofdauteur van het artikel.
Vandaag worden gewassen vooral beschermd met pesticiden en door de kweek van resistente genen. Maar nieuwe plagen ontwikkelen zich snel en passen zich aan.
Geïnduceerde resistentie door vaccinatie zou dan kunnen helpen om planten beter te beschermen tegen meerdere plagen en ziekten in plaats van slechts één soort.
Natuurlijke verdediging
“Geïnduceerde resistentie maakt gebruik van de natuurlijke verdediging van planten, waardoor er minder schadelijke pesticiden nodig zijn”, zegt Mauch-Mani. “Ook is de kans dat plagen en ziekteverwekkers er resistentie tegen ontwikkelen kleiner dan tegen pesticiden.”
Volgens de wetenschappers moet het in de toekomst mogelijk worden om via vaccinatie het gebruik van pesticiden tot een minimum te beperken, waardoor de landbouw duurzamer wordt.
Ze erkennen wel dat meer onderzoek nodig is om geïnduceerde resistentie via vaccinatie te integreren in de ‘gereedschapskoffers’ van landbouwers en voedingswetenschappers.
“We geloven sterk dat verder fundamenteel onderzoek naar geïnduceerde resistentie een cruciaal onderdeel wordt van een duurzame voedselketen”, besluit Mauch-Mani.