Dirk Draulans

‘Klimaatcrisis of niet: de mens blijft een chimpanseeachtige testosteronbom’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

‘Het mensengeweld waar we de jongste tijd mee te maken krijgen, versmacht het klimaatgeweld. Helaas is de impact van het laatste veel groter’, schrijft bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans.

De redactievergadering van Knack begon deze week met een discussie over de vraag hoe we moeten omgaan met het bombardement van ‘slecht nieuws’ waar mensen tegenwoordig mee bestookt worden. De coronacrisis was amper verteerd of de Russen vielen Oekraïne binnen met een acute energiecrisis als gevolg. De energiecrisis raakte onder controle door dalende energieprijzen en de oorlog in Oekraïne verschoof naar de achtergrond van de dagelijkse nieuwsroutine.

Vervolgens vond het Palestijns verzet tegen de Israëlische landexpansie het ineens nodig om uit te pakken met een dodelijke aanval tegen overwegend onschuldige burgers. De te verwachten zware respons van de Israëli’s beheerst nu het nieuws. Er zal niet meteen een einde komen aan de ellende van de mensen die ermee te maken krijgen. Anderen dreigen zich ermee te gaan moeien. Sommigen zien het spook van een derde wereldoorlog opdoemen.

Vooral op sociale media krijgen mensen het gevoel dat ze de oorlog moeten meebeleven, dikwijls door een confrontatie met wrede beelden, niet zelden van kinderen. Maar niet iedereen wil dat. Steeds meer mensen proberen zich af te schermen van de kommer en kwel door het nieuws zoveel mogelijk te negeren. Gemakkelijk is het niet. Wij geraakten er op de redactie ook niet meteen uit hoe we daar best op inspelen. Het is een work in progress.

Eén van de opties is meer focussen op goed nieuws, hoe raar dat ook klinkt in de context van media die weten, want het wordt bevestigd door talloze studies, dat slecht nieuws (en helaas ook fake nieuws) beter ‘verkoopt’. In de sfeer van de noodzakelijke bescherming van onze natuur tegen onze aanvallen daagt eveneens het inzicht dat we beter proberen om af en toe eens een positief verhaal te brengen in plaats van het zoveelste doemscenario over de teloorgang van de biodiversiteit.

Er is daarrond een internationale beweging op gang gekomen, die passend ‘Nature Positive’ gedoopt werd. Ze streeft naar een situatie waarin de afname van de biodiversiteit NU wordt gekeerd en omgezet in een positieve trend. Die zou in 2030 zichtbaar moeten zijn en tegen 2050 resulteren in een grootschalig herstel van de globale biodiversiteit. Nogal wat wereldleiders en multinationals hebben zich achter het concept geschaard, grotendeels omdat het effectief als positief wordt gepercipieerd.

Helaas waarschuwen wetenschappers er in het vakblad Nature Ecology & Evolution voor dat ‘Nature Positive’ gekaapt dreigt te worden door greenwashers: volk dat wel wil pretenderen dat het duurzaam bezig is, maar er geen inspanningen voor wil leveren. De positieve boodschap wordt luid uitgebazuind, maar er worden amper maatregelen genomen om ze te implementeren. Het concept in zijn huidige vorm verplicht ook niet tot maatregelen, het gaat ervan uit dat die er sowieso komen. Zo blijft het een vrijblijvend gegeven zonder garantie op zelfs maar het kleinste succesje. Er is de positieve boodschap, en dat is het. Zo komen we er natuurlijk niet.

Eind deze maand begint in Abu Dhabi de 28ste Conference of Parties (COP) van de landen en instanties die zich onder de vlag van de Verenigde Naties hebben geëngageerd in de strijd tegen de klimaatopwarming. We zijn nu halfweg voor de doelstellingen voor 2030 die eind 2015 op de klimaattop van Parijs (de COP21) afgesproken werden. Maar laten we ons geen illusies maken: die doelen zullen niet gehaald worden, zelfs niet bij benadering.

(Lees verder onder de preview.)

Voorzitter van de nakende COP28 is sultan Ahmed Al Jaber, die in 2006 weliswaar een bedrijf voor duurzame energievoorziening opstartte, maar in 2016 ceo van de Abu Dhabi National Oil Company werd – een mekka van fossiele brandstoffen. Wat kun je verwachten van zo’n klimaattop als de mensen die het meest te verliezen hebben met een transitie naar duurzame energievoorziening, aan de knoppen gaan zitten?

Op de COP26 in het Schotse Glasgow in 2021 bestond de grootste delegatie, met 504 eenheden, uit lobbyisten voor de fossielebrandstofindustrie. Het wetenschappelijk topvakblad Nature toonde dat jaar aan dat het verschil tussen wat beleidslui op zulke tops zeggen dat ze zullen doen en wat ze vervolgens aan maatregelen uitrollen, tussen 2010 en 2020 met een factor vier toenam. Er komt steeds meer ‘blablabla’ (in de woorden van de Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg), maar er volgen amper acties. Zo gaan we er ook niet komen.

Wat opvalt in gesprekken over de miserie die de wereld momenteel overdondert, is dat de klimaatopwarming nog zelden aan bod komt. Het zichtbare geweld van mensen in oorlog beroert bijna exclusief de gemoederen. Nochtans zullen de gevolgen van de klimaatopwarming veel zwaarder zijn en veel meer mensen treffen, overal in de wereld. Ook de positieve boodschap dat strijd tegen de klimaatopwarming het leven van de doorsnee mens op termijn gezonder en duurzamer (en mogelijk ook goedkoper) zal maken, dringt niet door.

We blijven blind en doof voor de nochtans niet langer sluipende gevolgen van onze collectieve levensstijl op onze leefomgeving (en vooral die van de volgende generaties). We willen ons niet aanpassen aan iets waarvan we de gevolgen gemakkelijk kunnen negeren. De oh zo broodnodige derde wereldoorlog, tegen de klimaatopwarming (en dus in feite tegen een deel van onszelf), wil maar niet beginnen.

Het gebrek aan commotie rond de opwarming maakt het mogelijk dat de olieproducenten hun zo al bescheiden inspanningen terugschroeven. ‘De oliereuzen slaan terug’, kopte De Standaard-journaliste Ine Renson vorig weekend boven een analyse van hoe de business as usual in de wereld van fossielebrandstofproducenten helemaal terug is van nooit echt weggeweest. Hun websites doen alsof ze groen willen worden, maar in hun bestuurskamers klinkt andere taal. ‘Hun ware agenda is ons nog decennia verslaafd te houden aan fossiele brandstoffen’, stelt Renson.

(Lees verder onder de preview.)

Olie- en gasreuzen zwemmen nu in het geld, vooral als gevolg van de oorlog in Oekraïne die een significante invloed op de energiemarkt had, omdat Rusland als handelspartner werd afgeschreven. Met het geld versterken ze hun posities in de oude energiemarkt. Hun aandeelhouders reageren tevreden: de beurswaarden van de betrokken bedrijven evolueren richting het zenit. Renson besloot treffend: ‘Je kunt de vos niet verantwoordelijk maken voor het kippenhok’.

Het valt te vrezen dat nogal wat mensen het vertragen van de energietransitie als goed nieuws zullen beschouwen. Maar er loeren tragedies om de hoek, zeker in het licht van de vaststelling dat de verwachte explosie van extreme weersfenomenen door de opwarming sneller komt dan wetenschappers voor mogelijk hadden gehouden. De dodelijke manifestaties van extreem weer worden in ons hoofd echter verdrongen door de uitbarstingen van extreem mensengeweld waar we nu mee om de oren geslagen worden. Rechtstreeks geweld van mens tot mens raakt ons meer dan onrechtstreeks geweld via de impact van onze levensstijl op de atmosfeer.  

Hoe we het ook draaien of keren, de mensheid blijft hangen in zijn biologische voorgeschiedenis van chimpanseeachtige testosteronbom die niet in staat is om op elegante wijze om te gaan met zogenaamde vijanden, of het nu buren, andersdenkenden of gewoon mensen betreft die per ongeluk in het ‘verkeerde kamp’ terechtkwamen. We kunnen de bruutzak in ons maar niet in zijn kot houden. Erger nog, we verheerlijken hem in historische heldenverhalen over oorlogen en veroveringen, die in scholen uitgebreid besproken worden. De culturele lessen die we zouden kunnen trekken uit onze ervaringen met extreem geweld, behoeden ons niet voor meer geweld. Opvoeding en sensibilisering moeten het geregeld afleggen tegen de barbaar in ons.

Daar is helaas niks positiefs van te maken. Wij zijn gewoon een hardleerse soort.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content