Hitterecords sneuvelen in Amerika: ‘We hollen achter de feiten aan’

© Getty Images
Rudi Rotthier vanuit de VS

De VS zijn deze zomer een rampgebied. Van Florida tot Californië puffen staten onder hittegolven. In het noordoosten bedreigen Canadese bosbranden de luchtkwaliteit. Overal slaat de hitte toe, en overal worden plannen gesmeed om de hitte te temperen.

Woestijnstad El Paso, Texas, die aan de grens met Mexico kleeft, is wel wat hitte gewend. Maar nu is de stad een record aan het verpulveren. Al ruim zes weken – sinds 16 juni – overschrijdt het dagmaximum de grens van 100 graden Fahrenheit, 37,8 graden Celsius. In het vorige record, dat dateert uit 1994, reeg de stad 23 dagen met 100 graden Fahrenheit aan elkaar. Dat record wordt nu dus ongeveer verdubbeld.

Op de ergste dagen in de huidige hitteserie werd het 42 of 43 graden Celsius. En ’s nachts koelt het niet veel af. Als je echt je best doet en net voor zonsopgang de deur uitgaat, is het 26 graden. Maar voor je het weet, is het weer 30, en dan 40.

De weersvoorspellers stellen een tijdelijke, relatieve dip in het vooruitzicht. Het zou kunnen dat het kwik enkele dagen op 36 graden blijft steken, alvorens weer rond 40 uit te komen.

Roekeloze wandelaar

40 is te harden als er wind staat. 40 is te harden als er wolken zijn. 40 is niet te harden bij windstilte en zonder schaduw. Dan duurt mijn wandeling 20 meter. Anders wandel ik van mijn gekoelde kamer naar een gekoelde bus, of als de bus niet komt, tot een snackbar of een winkel. Ik heb een traject langs twee daklozen, die onder een brug wonen. De ene, die om de andere dag een vuistgevecht overleeft en zijn geschonden gezicht probeert te verbergen, wikkelt zich in een nat laken, probeert op zijn bank door de hitte heen te slapen. De andere zwaait van de belendende bank geamuseerd, zij het rood aanlopend, de wandelaar toe.

Op mijn traject staan enkele naaldbomen, die zo goed als geen schaduw afgeven, en ik kom langs een installatie die heel af en toe water verstuift. In een woestijnstad als El Paso maakt het vocht een wereld van verschil. Duiven komen erop af, laven zich, wassen zich, komen een appelflauwte te boven.

De hitte is één ding, stelt Alex Mayer, directeur van het milieu-onderzoekscentrum van UTEP, de Universiteit van Texas El Paso. ‘Het bijkomende probleem is dat je bovenop een zinderende oven wandelt. De ondergrond is zo heet dat je je eraan verbrandt.’ In Phoenix, Arizona, waar het nog een graad of vijf warmer is dan in El Paso, zit het brandwondencentrum vol met mensen die zich na een val aan het asfalt verbrand hebben.

Omdat die oven zo zindert, zijn de mensen er niet van overtuigd dat het voor enkele dagen ‘slechts’ 36 graden zal worden. De laaiende oven van de ondergrond duwt het kwik misschien toch weer boven 100 graden Fahrenheit.

Traditionele adobehuizen hebben dikke muren en bieden goede weerstand tegen de hitte.
Traditionele adobehuizen hebben dikke muren en bieden goede weerstand tegen de hitte. © getty

Normalisering

Voor een stad die al 43 dagen in een bakoven leeft, gaat het leven relatief normaal zijn gang. De El Paso Times bericht niet dagelijks over de hitte. Er is geen melding van dodelijke slachtoffers (alweer, in tegenstelling tot Phoenix, waar de recentste hittegolf tientallen slachtoffers maakte). De El Paso Times bericht wel dat er sinds mei 14 doden zijn gevallen onder migranten, die op een kilometer of tien van de stad via de woestijn uit handen van de grenspolitie proberen te blijven. Dat is een jaarlijks fenomeen in de zomerhitte – dode migranten. Dit jaar zijn er misschien iets meer dan vorig jaar.

De relatieve normaliteit mag niet verbergen hoe erg het is, zegt directeur Mayer. De spoeddiensten hebben extra veel te doen, bouwvakkers werken door de hitte heen, ingepakt als bedoeïenen en met een helm op. Vele mensen raken niet in slaap en functioneren maar half. ‘We kijken meestal naar de maximumtemperatuur, maar we moeten evengoed het minimum onderzoeken. Het is te warm om zonder afdoende koeling behoorlijk te slapen.’

Mayer wil nog iets kwijt over de maxima: ‘38 graden is hier relatief normaal, 40 is abnormaal maar komt vaker voor, 43 hoort uitzonderlijk te zijn, maar dat schuift op: het wordt normaler. We zitten met al onze metingen een graad of 2 hoger dan normaal. Wij hebben geen crisissen zoals andere steden, die ineens met overlijdens te kampen hebben. Bij ons gaat het traag, wurgend traag, met telkens wat graden erbij. Niets laat vermoeden dat het niet nog heter zal worden’.

Ongeveer de helft van de huizen heeft airconditioning. Die geeft koelte, in de hele woning of plaatselijk, in één van de kamers. De andere helft van de huizen heeft doorgaans waterkoeling, met een ventilator die lucht over water blaast.

Airco is duur – 300 dollar per zomermaand aan verbruik, schat Mayer, en de elektriciteitsmaatschappij heeft, mede door het hoge verbruik, prijsstijgingen aangekondigd. Waterkoeling is goedkoper, maar heeft pas echt effect als het niet te heet is. Traditionele adobegebouwen met dikke muren bieden betere weerstand tegen de hitte, maar die zijn duurder. De meeste mensen wonen in goedkope huizen, zonder veel isolatie, met muren die hitte afgeven en de bewoners het slapen beletten. El Paso, zegt hij ten overvloede, is een arme stad.

(Lees verder onder de preview)

Water versus bomen

Mayer en zijn dienst werken aan plannen om de hitte te bestrijden. Tot nu toe, zegt hij, beperken de ingrepen zich tot een ngo die helpt bij isolatie en zo de kost van koeling vermindert. Maar dat is op relatief kleine schaal.

Zijn plan zou voorzien in het aanplanten van boomsoorten die overleven in de woestijn, en met hun schaduw een verkoelend effect hebben. Er wordt gewikt en gewogen, want welke soorten komen in aanmerking? En waar plant je ze? Je kunt in El Paso niet gewoon een spade in de grond steken, want op vele plaatsen moet je door 30 centimeter steen om een boom te planten. En dan is er het probleem van water. De soorten kunnen dan wel in de woestijn overleven, maar om te groeien en zo schaduw te kunnen geven, hebben ze extra water nodig. ‘Ik wil niet zeggen dat er waterschaarste zal ontstaan als we bomen planten, maar het zal een dure operatie zijn. We moeten afwegen of de voordelen in leefcomfort en het milderen van de temperatuur opwegen tegen de prijs van water.’ Zoals de elektriciteit dreigt ook het water duurder te worden. De watermaatschappij wil het aanvoeren uit Dell City, 160 kilometer verderop, en moet daar land aankopen om water te kunnen oppompen.

Het cool pavement en schaduwpalen in Phoenix.
Het cool pavement en schaduwpalen in Phoenix. © National

Mayer hoopt snel met een voorstel te komen. De regering-Biden voorziet in fondsen. Maar zelfs als de bomen een groot succes worden, zullen ze de hitte niet stoppen. Ze zullen hooguit de wurggreep enigszins ontspannen, en de stijging afremmen.

Inmiddels in Phoenix

Phoenix, Arizona, is handiger in het vergaren van fondsen dan El Paso. Het is een grotere stad, een rijke stad, een stad met een uitgebreide universiteit, waar een speciale dienst onderzoek verricht naar klimaatadaptatie. Er is een hittemanager aangesteld. Er is 160 kilometer cool pavement aangelegd, een behandelde asfaltweg die licht weerkaatst en minder hitte verspreidt. Het experiment is niet eenduidig positief. Ja, de weg is minder heet, en de behandelde zone is op hoofdhoogte een halve graad koeler dan een weg zonder de behandeling, maar de weerkaatste stralen leiden tot ongemak bij wandelaars. Ze belemmeren volgens sommigen ook het zicht van automobilisten. De schaduwplekken zijn voorlopig wel een succes. Arme buurten hebben minder schaduw dan rijke. Dat kan met constructies, genre bushokjes en paviljoentjes, gecorrigeerd worden.

De experimenten geven geen globale verkoeling. Phoenix kent dezer dagen een zodanige hittegolf dat de hittemanager geen tijd heeft voor een interview.

Hittekoepel

Portland, Oregon, trok 2 jaar geleden de aandacht. De stad heeft doorgaans een gematigd klimaat met volop regen, maar stond toen onder een hittekoepel, die drie dagen op rij leidde tot recordtemperaturen. Dat culmineerde op 28 juni 2021 in een record van 46,6 graden.

Professor Vivek Shandas, aan de plaatselijke universiteit gespecialiseerd in klimaatverandering, reed die dag met zijn meetapparatuur rond. Hij stelde vast dat de officiële temperatuur niet overeenstemde met de werkelijkheid. In een rijke buurt, aan de rand van een gigantisch park, was het 39 graden, terwijl het in een arme wijk met veel beton 52 graden was. In die dagen, en vooral op de derde dag, vielen er doden in en om Portland. Het werden er uiteindelijk 72, op een bevolking van 800.000. De metingen van Shandas konden grotendeels voorspellen waar er werd gestorven.

Is er de voorbije 2 jaar wat veranderd in Portland? ‘Best veel’, zegt Shandas. In eerste instantie ging de verkoop van koelinstallaties dramatisch de hoogte in. Er kwamen wetten om arbeiders te beschermen tijdens heet weer. Eigenaars mogen hun huurders niet langer beletten om airco te plaatsen. En de overheid gaf steun aan mensen met lage inkomens die koeling wilden.

Shandas heeft het over een ‘regenboogplan’, om mensen te overtuigen dat airco niet de oplossing voor alles is. Bijvoorbeeld: groen staat voor bomen, groene wanden en daken, die ook koelte brengen. Er kwam een budget voor, maar het project liep niet zo goed. ‘We merken zelfs dat het aantal bomen is verminderd.’ Groene wanden werden evenmin de regel. Verre van. ‘In het beste geval schilderden eigenaars hun dak wit. Dat is goedkoper dan een dak met planten, en het weert ook hitte.’

Groene gevels in Milaan.
Groene gevels in Milaan. © getty

Beton, water en bloed

Waarom liep het mis met de aanplanting van bomen? Er zijn twee redenen, oppert Shandas. Portland kampt al jaren met een groot aantal daklozen, en politici vonden dat het probleem drastisch moest aangepakt worden, met snel te bouwen, goedkope woningen. Het groen werd gekapt, en kwam niet of nauwelijks voor in de bouwplannen. Als er al groen bleef, kregen kleine bomen voorrang op de grote, oude. Meer beton is meer hitte – de stad met zijn beton en stenen is een hitte-eiland, en hoge bomen temperen meer, geven meer schaduw.

Het tweede probleem is dat de bomen sterven, wellicht door de toegenomen temperaturen. Shandas en zijn team onderzoeken nu of er andere bomen moeten worden geplant, bijvoorbeeld eikensoorten (blue oak), die tot dusver in Californië groeiden.

Het regenboogplan heeft ook een rol voor blauw: de rivier en het water. Mensen zoeken het water op in een periode van hitte. Maar in vele steden, onder meer in Portland, is de rivier vervuild, zodat zwemmen ongezond is. Maak de rivieren weer zwemwaardig, vindt Shandas, zoals Parijs doet met de Seine. Zijn andere waterplan is om hoge gebouwen te weren van de oevers, zodat de verkoelende wind die het water veroorzaakt niet belemmerd wordt. Het is dode letter gebleven. ‘Het is nog erger geworden, eigenlijk’, geeft hij toe. ‘Mensen willen aan het water wonen, de verkoopprijs van een appartement aan de oever ligt hoger. Er wordt nog altijd volop gebouwd aan de oever.’

© gF

Nog een kleur is rood: bloed, gezondheid. Hij legt contacten met welzijnswerkers opdat ze oog zouden hebben voor hitterespons: hitteklachten herkennen, advies geven aan bejaarden die te warm wonen. Een combinatie van dat soort aanpakken, van al die kleuren, zegt hij, zou een verschil maken.

Gepakt in snelheid

Wordt er beter gereageerd in de VS dan in Europa? ‘Dat zou ik niet durven te zeggen. Ik heb nogal wat contacten met collega’s in Europa, in Barcelona, Parijs, Lyon. We zijn het erover eens dat de klimaatverandering sneller gaat dan onze modellen aangeven. Waar we ons ook bevinden op de planeet, we hollen achter de feiten aan. We proberen ze bij te benen. Wel is het zo dat er in de VS ineens veel geld beschikbaar is voor klimaatprojecten. Dat heeft met het infrastructuurpakket en het anti-inflatiepakket van het parlement te maken. In beide gevallen zijn er fondsen voor het klimaat. Ik vrees dat veel van dat geld terechtkomt bij mensen die niet weten hoe er effectief mee om te gaan. Initiatieven rond bomen bijvoorbeeld hebben tijd en studie nodig, overleg met de gemeenschap. Mijn indruk is dat Zuid-Europa vrij snel handelt. Maar we kampen allemaal met culturele traagheid. We houden vast aan wat we kennen. Mensen blijven voorlopig buiten op de bus wachten, hitte of geen hitte. Je kunt, zeker in oude steden van Europa, niet ineens historische gebouwen slopen.’

‘Wat me in de VS opvalt: of het nu Portland, El Paso of Phoenix is: we reageren op hitte nog altijd als op een noodtoestand. We sturen waarschuwingen rond, delen water uit, openen koeltecentra, gaan eventueel op bezoek bij bejaarden, en dat is het ongeveer. Een uitgewerkt actieplan is er nog altijd niet. Voor droogte, branden of orkanen hebben we betere plannen.’

Hijzelf was 2 jaar geleden bijzonder pessimistisch gestemd over mogelijkheden om dingen te veranderen. Nu lijkt hij wat minder hopeloos.

‘Dat klopt. Ik ben al 20 jaar specialist in klimaatadaptatie. De eerste 15, 16 jaar was er geen kat geïnteresseerd in wat ik voorstelde. Zeker de voorbije 2 jaar, sinds de hittekoepel in Portland, is mijn werk ongelooflijk populair geworden. Ik praat de hele zomer elke dag met mensen over hitte en manieren om ermee om te gaan. Dat had ik me vijf jaar geleden niet kunnen voorstellen. Een plaats met een relatief gematigd klimaat als Portland is volop geïnteresseerd in hittemanagement. Ineens beseffen mensen dat buitenactiviteiten schadelijk kunnen zijn. Daar praatte 10 jaar geleden niemand over in Portland. Behalve ik.’

Bewegend doelwit

Angelika Tamasova van het European Environmental Agency (EEA), een onderdeel van de EU, heeft een gelijkaardige ervaring. ‘Toen ik in 2012 rond het klimaat begon te werken, was er nog relatief weinig belangstelling, terwijl nu op nationaal en lokaal niveau het bewustzijn bestaat dat klimaatadaptatie in de planning moet worden voorzien.’

Alle landen van de EU hebben adaptatiestrategieën en -plannen voorgelegd. De uitvoering is nog een andere zaak, maar het is dan ook een complexe aangelegenheid, zegt Tamasova. ‘De problemen van Alpenlanden zijn niet te vergelijken met die van het Middellandse Zeegebied.’

De EU oordeelt dat klimaatadaptatie het best gebeurt op lokaal niveau, dat van regio’s, steden, of zelfs kleinere gemeenschappen. Er komt veel bij kijken: studie, financiering, overleg met bewoners, gedragsverandering. ‘Het wordt een dure aanpassing, zeker als je onder meer weginfrastructuur en woningen moet aanpakken.’ En het gaat, zegt ze, om een ‘bewegend doelwit’. Plannen zullen onderweg bijgestuurd moeten worden. ‘Het klimaat verandert exponentieel. Onze planning gaat uit van een opwarming met 1,5 tot 2 graden. Maar er zijn hoge emissiescenario’s en lage emissiescenario’s. In de hoge emissiescenario’s stijgt de temperatuur met misschien wel 3 graden.’

Gedragsverandering is ook makkelijker voorgesteld dan gerealiseerd. Al kan het soms vanzelf gaan. ‘Als het zo heet blijft, zal de zomerperiode in Zuid-Europa niet langer zo aantrekkelijk zijn, en verschuift het toeristische hoogseizoen wellicht naar de lente en de herfst.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content