Degrowth om klimaatneutraal te worden? ‘Een kolossale denkfout’
Moet onze economie krimpen om klimaatneutraal te worden? Deze nuchtere vraag levert felle debatten op tussen ecomodernisten en ‘degrowthers’. ‘We zullen toch geen vervuilend model in stand houden, enkel en alleen om jobs te behouden?
‘Ik heb de indruk dat in Vlaanderen de realiteit niet echt doordringt’, zegt Philippe Lamberts. ‘Kinderen kunnen het zich veroorloven om in een droomwereld te leven, maar volwassenen moeten inzien dat sommige zaken gewoon onmogelijk zijn. We moeten rekening houden met de grenzen waar onze planeet tegenaan botst.’ Lamberts is Europees Parlementslid voor Ecolo en was medeorganisator van de Beyond Growth-conferentie die in mei in het Europees Parlement plaatsvond. Zowel Commissievoorzitter Ursula von der Leyen als klimaatactiviste Anuna De Wever kwam er aan het woord. Het is in de nasleep daarvan, en na een passage in De afspraak, waar De Wever een pleidooi hield voor degrowth, dat ze alweer de volle laag kreeg. ‘Het is belachelijk om zulke standpunten belachelijk te maken’, zegt Lamberts. ‘Ik hoor politici als CD&V-voorzitter Sammy Mahdi zeggen dat er geen tegenspraak is tussen economische ontwikkeling en de bescherming van natuur en klimaat. In welke wereld leven die mensen? Denkt Mahdi echt dat we de veeteelt in Vlaanderen, of ook de haven in Antwerpen, nog veel verder kunnen uitbreiden zonder in de problemen te komen?’
Degrowth: voor zowel voor- als tegenstanders is het een woord dat tot de verbeelding spreekt. Voor de pleitbezorgers ervan – aangejaagd door internationale auteurs als Jason Hickel, die er twee jaar geleden al Less is More over schreef – omvat de term vaak een politieke agenda die veel breder gaat dan klimaatbeleid. Ideeën als het basisinkomen of de vierdaagse werkweek worden onder dezelfde vlag gepromoot, net als de strijd voor mondiale rechtvaardigheid. ‘We moeten erkennen wat onder de economische groei van vandaag schuilgaat: witte overheersing, kolonialisme en imperialisme’, zei De Wever in het Europees Parlement. ‘Geen degrowth zonder dekolonisatie’ was een van de zinnen waarmee ze applaus oogstte.
Voor de tegenstanders is degrowth een term waarin de domheid, of toch zeker de naïviteit, van de klimaatbeweging samengebald zit. Zij geloven niet dat de opwarming van de aarde opgelost kan worden terwijl een economie krimpt en er minder geld beschikbaar is om te investeren. ‘Ik ben een agnost’, zegt Lamberts, die het woord degrowth liever niet gebruikt. ‘Het bbp (bruto binnenlands product, nvdr) is geen goede indicator om economische groei te meten. Het is dus ook geen goede indicator voor krimp. Maar bestaat er een samenleving waar het bbp toeneemt en tegelijk de grenzen van onze planeet gerespecteerd worden? Ik heb zoiets nog nergens gezien. Meer bbp betekent overal meer energieverbruik, meer vervuiling en behoefte aan meer ruwe materialen.’
‘Elk jaar schrijven de Vlaamse media over Earth Overshoot Day’, zegt Anuna De Wever. ‘Dit jaar was dat in België 26 maart. Mocht de hele aarde een even grote ecologische voetafdruk hebben als ons land, dan waren de grondstoffen en energiebronnen al op die dag uitgeput. Journalisten schrijven daar een klein artikeltje over en gaan vervolgens over tot de orde van de dag, terwijl de degrowth-beweging toch graag iets langer stil wil staan bij wat dat betekent. We zouden vier planeten nodig hebben om iedereen een levensstijl als de onze te kunnen geven. Dat kan niet, en dat zorgt voor globale apartheid. Alleen een elite in de westerse wereld kan dit soort welvaart creëren.’
Minder, minder, minder
‘Het gaat er bij mij niet in’, zegt Gerard Govers, geograaf en vicerector van de KU Leuven. Ook hij maakt zich grote zorgen over de opwarming van de aarde en is daar als academicus al vele jaren mee bezig. Maar het idee dat een krimp van onze economie ons kan helpen onze klimaatdoelstellingen te halen, noemt Govers een ‘kolossale denkfout’. ‘De reden is eenvoudig. Ik hoef u niet te vertellen dat onze economie altijd voor vooruitgang in onze samenleving heeft gezorgd. Daar draait het voor mij niet om. Feit is dat we voor de transitie naar een klimaatneutrale samenleving best wel wat investeringen nodig hebben, om het zacht uit te drukken. Een voorbeeld: men heeft berekend dat de aanpassing van ons elektriciteitsnetwerk in Vlaanderen 1 à 2 procent van het bbp aan investeringen zal kosten. Waar zullen we dat geld vinden, op een moment dat de economie krimpt en we er zelfs bewust voor kiezen om ze te doen krimpen? Dat neemt het draagvlak helemaal weg, en maakt die transitie in de feiten waarschijnlijk onmogelijk.’
Voorlopig hoeft Govers zich daar geen zorgen over te maken: de economie krimpt niet, hoewel de groei wel al jarenlang laag is. Tegelijk daalt de koolstofuitstoot. Govers verwijst naar Zweden, een land met een geavanceerde economie waarvan de uitstoot per individu intussen lager ligt dan het gemiddelde op wereldniveau. In België verloopt dat trager, en zijn er jaren dat de uitsloot stijgt, maar over de laatste twee decennia bekeken blijkt dat een dalende trend is ingezet.
Bestaat er een samenleving waar het bbp toeneemt en tegelijk de grenzen van onze planeet gerespecteerd worden? Ik heb zoiets nog nergens gezien.
Dat zou het antwoord kunnen zijn op de vraag of onze economie moet krimpen – nee, dus. Maar voor de voorstanders van degrowth is dat niet genoeg. Volgens hen daalt de uitstoot te tráág, en is die daling er deels gekomen doordat we onze vervuilende industrie hebben verplaatst naar elders in de wereld. Bovendien is het de degrowthers niet alleen te doen om de loutere daling van de koolstofuitstoot. Ook de impact op het milieu en de natuur vinden ze belangrijk. De Wever verwijst naar ‘Decoupling Debunked’, een rapport van het European Environment Bureau. Dat moet aantonen dat de ontkoppeling van onze economische groei van schadelijke uitstoot niet snel genoeg zal gaan. Daar zijn drastischere maatregelen voor nodig: ontgroeien.
Ecomodernisten draaien die redenering om. Volgens hen zorgt niet onze economie ervoor dat de uitstoot te traag daalt. Integendeel: de economie en de innovaties die ze oplevert, hebben ervoor gezorgd dat de uitstoot überhaupt kon dalen. ‘Die daling is er dankzij die technologische innovaties’, zegt Stijn Bruers, econoom aan de KU Leuven. ‘Ik zie in het degrowth-kamp geen enkele strategie die ons sneller vooruit kan helpen. Campagne voeren om mensen minder te doen consumeren, zal echt niet sneller resultaten opleveren. Politici overhalen om mensen het consumeren te verbieden evenmin.’
Stikstof
Discussiëren over economie op basis van één indicator – het bruto binnenlands product – levert vaak een heel theoretische discussie op. De ideologische discussies over degrowth mogen dan vaak wel abstract zijn, voor sommige mensen is de realiteit vandaag al voelbaar. In de Vlaamse landbouwsector bijvoorbeeld, waar de veeteelt de facto in een degrowth-scenario wordt gedrongen. Boerderijen in de buurt van kwetsbare natuur moeten sluiten, en de veestapel moet de komende jaren drastisch worden verkleind. Boeren hoopten een daling van de stikstofuitstoot te kunnen realiseren met innovaties zoals betere stalvloeren en filterinstallaties, maar in de praktijk vallen de resultaten vaak tegen. De Nederlandse krant NRC berichtte onlangs over een voorlopig ongepubliceerde studie van de Wageningen Universiteit die grote vraagtekens plaatst bij de doeltreffendheid van een aantal nieuwe technieken. Om diezelfde reden moest ook in Vlaanderen drastisch worden ingegrepen. De gevolgen voor sommige boeren zijn dramatisch, maar het beleid past binnen Europese milieu- en klimaatrichtlijnen die alleen maar strenger zullen worden. De Europese Kaderrichtlijn Water zou in 2027 soortgelijke gevolgen kunnen hebben, als blijkt dat er dramatische ingrepen nodig zijn om de kwaliteit van onze waterlopen te verbeteren. ‘Die Europese richtlijnen zeggen niets over economische groei, maar hebben vaak als gevolg dat een economische sector wat moet inkrimpen’, zegt Hendrik Schoukens, professor milieurecht aan de UGent. ‘De superoplossingen waar vaak op wordt gehoopt, blijken niet te bestaan. Ecologische grenzen worden juridische grenzen en daardoor vervolgens ook economische grenzen.’
We zullen een aantal harde waarheden moeten aanvaarden als we willen blijven vliegen.
Een andere sector die op termijn zal moeten inkrimpen: de luchtvaart. De eerste tekenen daarvan zijn al te zien, weliswaar deels als uitloper van het stikstofdossier. De Nederlandse regering probeerde vorig jaar het aantal vluchten dat op de luchthaven van Schiphol vertrok en landde naar beneden te krijgen, en stikstof kan de uitbreidingsplannen van de luchthaven van Zaventem later dit jaar ook in de war sturen. Voorlopig blijft een klimaatvriendelijk alternatief voor kerosine verre toekomstmuziek. ‘Luchtvaart is een heel moeilijk verhaal’, geeft Govers toe. ‘We zullen een aantal harde waarheden moeten aanvaarden als we willen blijven vliegen. Op lange termijn zijn e-fuels wellicht de enige oplossing, maar dat alternatief voor kerosine is al zeker véél duurder. Zullen wij dat voelen aan de prijs van een ticket? Zeker. We zullen daardoor waarschijnlijk ook minder vliegen. De effecten daarvan zullen veel draaglijker zijn in een rijke samenleving dan in een krimpende economie.’
Het degrowth-kamp heeft nog wel meer sectoren in gedachten die we beter kunnen afbouwen. Anuna De Wever denkt, uiteraard, aan alle andere sectoren waar fossiele brandstoffen voor nodig zijn, en ook aan industriële veeteelt. Ze noemt ook SUV’s, reclame, privéjets en wapens. ‘Laten we eindelijk eens nadenken over welke sectoren te groot geworden zijn’, zegt De Wever. ‘En laten we het ook hebben over welke sectoren wél moeten groeien: hernieuwbare energie, openbaar vervoer en onze gezondheidszorg.’
Reclame is ook voor Philippe Lamberts een economische activiteit die kan verdwijnen. Voorts wil hij vooral de consumptiemaatschappij een halt toeroepen: materialen moeten veel vaker en beter worden hergebruikt, en nieuwe regels moeten ervoor zorgen dat producten veel langer meegaan dan vandaag het geval is. ‘Huishoudapparatuur bijvoorbeeld’, zegt Lamberts. ‘Strengere normen moeten ervoor zorgen dat die toestellen veel langer meegaan. Daardoor zullen er jobs verdwijnen. Maar we gaan toch geen vervuilend model in stand houden, enkel en alleen om jobs te behouden? Dat is onzin.’
De belangrijkste maatregel die de overheid kan nemen, is de economische groei gebruiken om het budget voor onderzoek en ontwikkeling te vertienvoudigen.
Ecomodernisten geloven dat investeringen in onderzoek en ontwikkeling volstaan, op voorwaarde dat er een tandje wordt bijgezet. ‘De belangrijkste maatregel die de overheid kan nemen, is de economische groei gebruiken om het budget voor onderzoek en ontwikkeling te vertienvoudigen’, zegt Bruers. ‘Er is nog zo veel mogelijk, en artificiële intelligentie zal alles versnellen. Het is ook veruit het meest haalbare dat politici vandaag kunnen beslissen.’
Nog even geduld
Voorlopig klinkt het aan beide kanten wat als geloofsbelijdenissen. Wie krijgt er uiteindelijk gelijk: moeten we straks aan de noodrem van onze economie trekken om de klimaatdoelstellingen te halen, of moeten we gewoon iets meer gas geven en denderen we nu al de juiste richting uit? Het zou natuurlijk ook kunnen dat we de klimaatdoelen eenvoudigweg niet halen. Dat is zelfs het meest plausibele scenario. Maar dan rijst de vraag: waar precies leggen we de lat? Govers is er redelijk gerust in. ‘De energietransitie is al bezig. Ik heb het idee dat het degrowth-kamp denkt dat er vandaag niets gebeurt, terwijl we in een razend tempo vooruitgaan. In de jaren negentig waarschuwden we voor een opwarming van drie à vier graden. Vandaag stevenen we af op iets minder dan drie graden, en maar iets meer dan twee graden als iedereen zijn beloftes waarmaakt. Doen we echt ons best, dan komen we uit op 1,7 of 1,8 graden. Dat is al een heel ander scenario dan waar we vroeger voor vreesden.’
De Wever is niet onder de indruk. ‘De drempel wordt almaar meer opgeschoven. Een opwarming van anderhalve graad is dodelijk’, zegt ze. ‘Decennialang hebben onderzoekers betoogd dat we onder die drempel moeten blijven, maar vandaag horen we er niemand meer over dat het over vijf jaar misschien al zo ver zou kunnen zijn. Dat zal voor iedereen gigantische gevolgen hebben, maar we moeten blijkbaar nog even wachten op technologie die niet bestaat.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier