Jan Mertens

‘De zondvloed is geen privézaak’

Jan Mertens Medewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en voorzitter van de Denktank Oikos

‘Wat vandaag vaak wordt voorgesteld als zogenaamd ‘verantwoord’ beleid, is in de feiten echter vooral schuldig verzuim. Het niet ernstig nemen van de klimaatuitdaging zal alleen maar leiden tot gigantische kosten en toenemende ongelijkheid’, schrijft Jan Mertens van Oikos na het recente natuurgeweld in de Verenigde Staten.

Terwijl veel inwoners van het zuidoosten van de Verenigde Staten nog moesten bekomen van de storm Helene, die zorgde voor tientallen doden en miljarden schade, kwam de volgende storm Milton al op Florida af. Uit analyses blijkt dat de klimaatcrisis stormen van dit kaliber meer waarschijnlijk maakt. Terwijl de overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de aanpak van humanitaire rampen letterlijk en figuurlijk verzuipen in het werk, lokale beleidsverantwoordelijken moeten horen dat het rampengeld al op is, en Donald Trump ook uit deze menselijke catastrofe aandacht probeerde te genereren voor zijn narcistische zelf, kregen miljoenen mensen de dringende oproep om te vluchten voor de zondvloed die zich aandiende.

De gouverneur van Florida, Ron DeSantis, vindt klimaatbeleid maar woke en liet verwijzingen ernaar schrappen in de wetgeving. Het is geen goddelijke macht die deze ramp heeft veroorzaakt. Het is ook geen complot van de Democraten, die het weer zouden kunnen beïnvloeden met een “weather machine”, zoals de behoorlijk weirde Marjorie Taylor Greene beweerde. Het is een natuurfenomeen dat waarschijnlijker en dodelijker is geworden als gevolg van menselijke verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis. Donald Trump wil zogezegd één dag dictator zijn, en dan gaat hij alle migranten terugsturen en heel veel olie oppompen (“drill, drill, drill!”).

Toch willen velen zichzelf nog altijd wijsmaken dat al dat ‘gezeur’ over de klimaatcrisis voor niets nodig is. Als we er maar niets over zeggen, gaat het vanzelf wel weer over. Niets is minder waar, en iedereen die dat moet weten, weet dat ook wel. Toch dringen heel wat leidende politici nu aan op een ecopauze, in allerlei varianten ‘ik wil het liever niet weten’. Ze weten wel dat ze ondertussen niet meer kunnen beweren dat de klimaatverandering niet bestaat, ze richten hun klimaatscepticisme nu op de antwoorden. Die zouden ‘te moeilijk’ zijn, want ze zouden ertoe kunnen leiden dat we iets moeten veranderen aan onze manier van leven. We mogen alleen nog maar ‘positieve’ boodschappen brengen.

Wat we doen, mag alleen nog maar ‘haalbaar en betaalbaar’ zijn. Wat wordt voorgesteld als zogenaamd ‘verantwoord’ beleid, is in de feiten echter vooral schuldig verzuim. Het niet ernstig nemen van de klimaatuitdaging zal alleen maar leiden tot gigantische kosten en toenemende ongelijkheid. Die politici die zeggen dat ze vooral bezig zijn met ‘onze’ welvaart, met sociale bescherming voor ‘onze’ mensen en liever niet willen dat ‘anderen’ komen bijdragen aan die welvaart, zouden eigenlijk moeten pleiten voor het meest ambitieuze klimaatbeleid ooit.

Enkele recente wetenschappelijke artikels schetsen nog eens de ernst en de urgentie van de uitdaging om de ecologische overshoot dringend aan te pakken. Zo brengt een rapport van The Lancet Planetary Health Commission in kaart hoe het staat met onze planetaire grenzen. De wetenschappers berekenen wat er nodig is om alle aardebewoners binnen de grenzen te brengen van enerzijds een sociale bodem en anderzijds een ecologisch plafond. Anders gezegd: een levensstijl die ervoor zorgt dat we de planeet niet uitputten en die afgestemd is op een rechtvaardige verdeling, zodat iedereen een waardig leven kan uitbouwen.

Zo’n perspectief tegen 2050 is theoretisch mogelijk, maar alleen als we globale druk op het planetaire ecosysteem drastisch verminderen en als we tegelijk herverdelen. Als we de ecologische gulzigheid van het rijkste deel van de bevolking niet in vraag willen stellen, groeit de chaos enkel maar, en die zal vooral betaald worden door de meest kwetsbaren.

In een ander artikel, verschenen in BioScience, maakt een groep wetenschappers de stand van zaken op van de staat van het klimaat in 2024 aan de hand van een reeks vitale parameters. Het is schokkende lectuur, die meteen met een duidelijke boodschap begint: “We staan op de rand van een onomkeerbare klimaatramp. Dit is zonder enige twijfel een wereldwijde noodsituatie. Een groot deel van de structuur van het leven op aarde is in gevaar. We komen in een kritieke en onvoorspelbare nieuwe fase van de klimaatcrisis.” Het artikel wijst onder meer op de gigantische maatschappelijke kost van extreem weer en omschrijft de uitdaging als een kwestie van sociale rechtvaardigheid.

De auteurs wijzen erop dat de klimaatcrisis ervoor kan zorgen dat miljoenen mensen zullen moeten vluchten om te overleven. Tegen het einde van de eeuw zou een derde van de wereldbevolking buiten de menselijke ‘klimaatniche’ kunnen terechtkomen, en dus in een onleefbare situatie komen. Alleen een zeer snelle politieke actie gericht op een forse vermindering van emissies, met daarnaast ook een rechtvaardig adaptatiebeleid, kan de schade misschien nog beperken.

Zoals het Europees Milieuagentschap enkele maanden geleden nog stelde in een baanbrekend rapport is Europa veel te weinig voorbereid op de klimaatrisico’s. De kost van een falend klimaatbeleid zal vele malen groter worden dan de investeringen die nodig zijn om wél klimaatambitie te tonen. Dat is een kwestie van algemeen belang. Vele gebieden zullen anders door het extreem weer onverzekerbaar worden. In Florida stuikt het verzekeringssysteem al in elkaar. Op dit moment is het zo dat gemiddeld slechts 25% van de klimaatgerelateerde verliezen in de EU wordt gedekt door verzekeringen.

In die context is het onbegrijpelijk dat met als motto ‘Vlaamse welvaart’ en een sluitende begroting door de nieuwe Vlaamse regering wordt gepleit voor een klimaatbeleid dat vooral niet voorop wil lopen en liefst nog versoepelingen zou willen vragen bij de EU. Het verminderen van het voorziene geld voor de Vlaamse Blue Deal, die een structureel antwoord moet bieden op droogte en overstromingen, is een tekenend voorbeeld van wat we net niet moeten doen. In een interview in De Zondag zegt de nieuwe minister-president dat de klimaatambitie van de regering 40% is, wat te laag is. En over die Blue Deal zegt hij: “Wij investeren in water, maar op een redelijke manier. Ik doe trouwens niet mee aan doemdenken en paniekvoetbal. En misschien is dat gevaarlijk, ja, want morgen kan er iets gebeuren dat in mijn gezicht ontploft.” Om het heel vriendelijk te zeggen is dit een teleurstellende en in de feiten onverantwoordelijke uitspraak.

Hardnekkig blijven volhouden, tegen alle wetenschappelijke rapporten in, dat klimaatrisico’s nog altijd thuishoren in de categorie ‘paniekvoetbal’ en dat minder geld investeren ‘redelijk’ is, is in de feiten niets minder dan schuldig verzuim. Dat er grote maatschappelijke schade zal komen na extreem weer, is niet iets als een gewoon noodlot of pech, het is geen onvoorspelbare ramp die uit de lucht komt vallen. Het is geen privékwestie, in de zin dat je bij wijze van spreken nooit weet of er een meteoriet op je kop zal vallen.

Als je iets voorstelt als een uitzonderlijke ‘ramp’ waartegen je je gewoon individueel moet verzekeren, mis je bewust het structurele karakter van het probleem. Voorkomen dat de situatie de volgende jaren nog veel moeilijker wordt, is een kwestie van algemeen belang. Je zo goed mogelijk voorbereiden op het beschermen van met name de meest kwetsbare bevolkingsgroepen is een kwestie van algemeen belang.

Een ambitieus klimaatbeleid is de beste investering in het collectieve belang van de huidige en de toekomstige generaties. Donald Trump zal dat nooit willen toegeven waarschijnlijk. Maar tot nader order zouden we ervan uit moeten kunnen gaan dat onze regeringen wel meer gezond verstand hebben.

Jan Mertens is voorzitter van Oikos, Denktank voor sociaal-ecologische verandering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content