2024 is het natste jaar ooit: ‘Een gevolg van toeval én klimaatverandering’

© 3 januari 2014: onder meer bij Ninove trad de Dender buiten haar oevers na overvloedige neerslag.
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Ruim een maand voor het eind van het jaar staat al vast dat 2024 het natste jaar is sinds het begin van de metingen in Ukkel. Meteoroloog David Dehenauw en klimatoloog Niels Souverijns leggen uit hoe dat kon gebeuren.

Het jaar 2024 begon zoals het vorige jaar geëindigd was: buitengewoon nat. Nadat het sinds 12 oktober 2023 zo goed als elke dag van het resterende jaar geregend had, gingen op de eerste en vooral tweede dag van 2024 de hemelsluizen nog eens helemaal open. De overvloedige regen zorgde voor overstromingen in het hele land. Vooral de Denderstreek en de Vlaamse Ardennen kregen het zwaar te verduren.

Aan het natte weertype leek, met voorwaar een paar droge, koude en zonnige dagen in januari, heel even een eind te komen, maar kijk: op een bijzonder natte maand februari volgenden ook nog eens een abnormaal natte lente en zomer.

 ‘Met deze hoeveelheid’, zo berichtte begin oktober van dit jaar het KMI, ‘was september in Ukkel al de twaalfde opeenvolgende maand met meer neerslag dan gemiddeld.’ Een zo lange bovengemiddeld natte periode was sinds het begin van de metingen in 1833 nooit eerder voorgekomen. Een wat neerslag betreft vrij normale herfst kon niet verhinderen dat ook nog een ander record zou sneuvelen. Ruim een maand voor het einde van het jaar kon het KMI al melden dat er in 2024 meer neerslag is gevallen dan in 2001, het vorige recordjaar.

Toeval

Hoe die overvloedige neerslag te verklaren? ‘We hebben 12 maanden aan een stuk bijna voortdurend in een lagedrukgebied geleefd’, zegt David Dehenauw, meteoroloog bij het KMI en weerman bij VTM. ‘De gevolgen hebben we gezien. In november vorig jaar was er grote wateroverlast in de Westhoek, begin januari waren er in bijna alle provincies overstromingen, in mei liepen grote delen van de Voerstreek onder, in de zomer werd vooral de regio rond Mechelen zwaar getroffen.’

Ook de wateroverlast in de Westhoek eind vorig jaar was duidelijk een gevolg van de uitzonderlijk hoge temperaturen in het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk.

In hoeverre die opeenvolging van lagedrukgebieden en de bijbehorende neerslaghoeveelheden te linken zijn aan de klimaatopwarming, is volgens Niels Souverijns, klimaatwetenschapper bij onderzoeksinstelling VITO, moeilijk te zeggen. ‘Ook vóór de opwarming van de planeet had je hier langere periodes waarin het ene lagedrukgebied het andere afwisselde.

Wat je wél met stellige zekerheid kunt zeggen, is dat die uitzonderlijke pieken van zware regenval te linken zijn aan de opwarmende atmosfeer. Een warmere atmosfeer kan meer vocht bevatten,  waardoor regenbuien en onweders steeds heviger worden. Daarbij komt nog het effect van de zeeën en oceanen die snel opwarmen.  Hoe warmer dat water is, hoe meer het verdampt en hoe meer regen er kan vallen. Zo verklaren de uitzonderlijk hoge temperaturen van de Middellandse zee mee de overstromingsrampen in Zuid-Spanje vorige maand en die in Centraal-Europa in september.

Ook de wateroverlast in de Westhoek eind vorig jaar was duidelijk een gevolg van de uitzonderlijk hoge temperaturen in het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk. Al zal ook de gestage, langdurige regenval van de weken voordien een rol hebben gespeeld. Dat is een factor die je ook aan het toeval kunt toeschrijven.’ 

Extremen

Die analyse wordt ondersteund door de data van het KMI. Het bijna afgelopen jaar was niet zo uitzonderlijk als je naar het aantal neerslagdagen kijkt. Doorslaggevend voor dit record was het hoge aantal dagen met buitengewoon veel neerlag (meer dan 20 mm op één dag). 2024 telde 11 van zulke dagen, het vorige recordjaar 2001 ‘slechts’ 7.

 ‘Over het algemeen zie je meer extremen’, zegt David Dehenauw. ‘Van 2017 tot 2020 noteerden we in Ukkel telkens veel drogere jaren dan normaal. Die opeenvolging kan te wijten zijn aan statistisch toeval. Maar je ziet toch ook duidelijk een effect van de klimaatopwarming. De extremen nemen globaal gezien toe. Mensen denken vaak: wat is het nu? Zorgt klimaatverandering voor meer droogte of net voor meer nattigheid?

Het correcte, maar niet zo makkelijk te begrijpen antwoord is: voor beide. En het is zelfs nog complexer. De extremen komen niet altijd voor in hetzelfde gebied. Je moet, om een goed beeld te krijgen, kijken naar de extremen in de hele wereld. Het is nog altijd perfect mogelijk dat het weer in Ukkel zich volgend jaar houdt aan de gemiddelden. Het weer wordt vandaag bepaald door toeval én klimaatverandering. Hoe groot het percentage toeval is, en hoe groot het percentage klimaatopwarming, is bijzonder moeilijk te bepalen.’

‘Het is niet zo makkelijk te begrijpen hoe klimaatverandering én droogte én extreme regenval kan veroorzaken. Terwijl dat heel duidelijk het geval is.’

Niels Souverijns, klimaatwetenschapper bij onderzoeksinstelling VITO

Souverijns: ‘Het is inderdaad niet zo makkelijk te begrijpen hoe klimaatverandering én droogte én extreme regenval kan veroorzaken. Terwijl dat heel duidelijk het geval is. Spanje is het duidelijkste voorbeeld. Nergens in Europa is de klimaatverandering zo tastbaar. Jaren aan een stuk was droogte er een groot probleem, met alarmerende berichten over verwoestijning. Nu ze daar eindelijk de regen gekregen hebben waar ze zo naar snakten, is het meteen veel te veel van het goede. Dat is de realiteit van de klimaatverandering. De opwarming van de aarde is één aspect van het verhaal, de toename van extremen een ander.’

Een langere versie van dit artikel vindt u in Knack van 11 december.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content