Bart Tommelein (Open VLD)
‘Het is zeker nog niet te laat voor een beter klimaat’
‘Het typische aan het klimaat is dat we er allemaal in leven en allemaal mee voor verantwoordelijk zijn. En dus ook een stuk(je) van de oplossing in ons dragen.’ Dat schrijft Bart Tommelein (Open VLD) in aanloop naar het Knack-verkiezingsdebat over het klimaat.
Hoe moet het na 26 mei verder met het klimaat? Wat gaat de politiek doen met het niet mis te verstane signaal van de scholieren (Youth for climate), de bedrijven (Sign for my Future), de Grootouders voor het klimaat? Komt er een grote ommezwaai in het beleid omdat er ’tot nu toe niks gedaan is’?
Het is zeker nog niet te laat voor een beter klimaat.
Wat mij betreft alvast niet. Er is immers wel al heel wat op de rails gezet, maar daarover straks meer. Mag de lat hoger? Altijd, maar het is niet omdat je de lat hoger legt, dat de atleet vanzelf hoger springt. Ook onze olympisch atlete Tia Hellebaut heeft jaren van training, voorbereiding, gestage vooruitgang en doorzetting nodig gehad voor ze over 2 meter en 5 sprong. Wat het energie- en klimaatbeleid betreft, is die voorbereiding volop aan de gang. Alleen moet er niet één atlete maar een hele maatschappij in al haar geledingen over de lat geraken. Onze 2 meter en 5, onze focus ligt op 2050. Ten laatste tegen die datum is onze maatschappij koolstofvrij. Daar werken we naartoe, van dat doel wijken we niet meer af.
De voorbije jaren heb ik alvast zelf gezien hoe het draagvlak en bewustzijn is gegroeid. Hoe burgers en bedrijven zich wél en met overtuiging engageren voor een groenere energie en een schoner klimaat. Hoe lokale overheden, steden en gemeenten, samen met alle inwoners de handen in mekaar slaan. Ik wil dat draagvlak dat er nu al is niet laten afbrokkelen door mensen die beweren dat alles wat ondernomen wordt ’too little, too late’ is. Ik begrijp het ongeduld van vele klimaatactivisten, maar ik deel hun doemdenken niet. Doemdenken, angst en negativisme activeren niet. Ze verlammen of doen mensen op de vlucht slaan. Voor een enkeling zet angst aan tot vechten. Goede voorbeelden daarentegen – en die zijn er met de dag meer – enthousiasmeren en zetten aan tot actie. Wat mij betreft komt er in de toekomst dus meer, zeg maar veel meer van … hetzelfde.
Want de voorbije jaren is er wel degelijk werk gemaakt van meer groene energieproductie en bijgevolg een schoner klimaat. Weten de doemdenkers eigenlijk dat er in Vlaanderen 380.000 zonnepaneleninstallaties liggen, goed voor een vermogen van meer dan 2.800 MW? En dat Vlaanderen daardoor op de tweede plaats in de Europese Unie staat qua vermogen per inwoner? Hebben zij meegekregen dat Vlaanderen – ondanks de kleine en dichtbebouwde oppervlakte – 541 windmolens heeft geïnstalleerd goed voor 1.250 MW en dat onze regio daarmee op plaats drie in de EU staat? Zijn zij er zich van bewust dat Vlaanderen qua innovatie op energievlak mee aan de top staat in de EU, en daardoor onderzoekers van over de hele wereld aantrekt?
Dat neemt niet weg dat we nog heel veel werk voor de boeg hebben. Wat zonnepanelen betreft is nog maar vijf procent van de geschikte daken in Vlaanderen benut. Vooral burgers hebben de laatste twee jaar het goede voorbeeld gegeven en massaal opnieuw zonnepanelen gelegd. Zonder dat zij nog steun kregen via groenestroomcertificaten. Lokale overheden, steden en gemeenten, kunnen op dat vlak nog veel betekenen. Ze beschikken immers over vele vierkante meters ruimte op de daken van de openbare gebouwen, die zij samen met hun inwoners, kunnen voorzien van zonnepanelen.
Het klopt dat bedrijven wat hernieuwbare energie betreft wat achterblijven. Zij hebben de voorbije jaren dan weer massaal geïnvesteerd in maatregelen die de energie-efficiëntie bevorderen en hun energiefactuur verlagen. De komende jaren zullen wij als overheid burgers en bedrijven aansporen om oog te hebben voor de andere pijler. Burgers zullen meer werk moeten maken van rationeler energieverbruik, bedrijven dienen meer te investeren in hernieuwbare energie. Al zien we bij die laatsten ook daar een positieve kentering. Het voorbije jaar zijn er eindelijk opnieuw grote zonneprojecten bijgekomen, die de teller voor de hernieuwbare energiedoelstellingen sneller omhoog doen gaan.
Het kriebelt dus ontzettend om de tienduizenden klimaatbetogers mee te nemen op een roadtrip door Vlaanderen: om hen te laten zien hoe meer en meer warmtenetten worden aangelegd, die restwarmte van verbrandingsovens of bedrijven vervoeren om huizen te verwarmen. Of die stoom en hoogwaardige warmte verdelen voor de productieprocessen in die bedrijven, in plaats van de vroegere fossiele brandstoffen. Waarmee tot honderdduizenden ton CO2-uitstoot wordt vermeden. Om hen te tonen hoe sommige gebouwen nu al een negatief E-peil hebben, dat wil zeggen meer energie produceren dan ze verbruiken. Hoe meer dan de helft van de Vlamingen die een nieuwe woning bouwen nu al een Bijna Energie Neutrale woning bouwen. Hoe bedrijven CO2 capteren en omzetten naar methanol of ethanol. Dat gebeurt vandaag al. Maar daar lijken doemdenkers geen oren naar te hebben.
Precies omdat de onwetendheid over de mogelijkheden en verwezenlijkingen groot is, pleit ik al langer voor burgerparticipatie. Wanneer burgers aandelen kunnen kopen in hernieuwbare energieprojecten, van zonnepanelen over windmolens tot warmtenetten, geraken ze betrokken en geïnformeerd. Bovendien delen ze in de winst, hetzij via dividenden, hetzij via de hernieuwbare energie zelf. Daarom pleit ik in de toekomst ook voor onshore windmolens die volledig eigendom worden van de omwonenden, zoals nu in Duitsland veelal het geval is.
Ik begrijp het ongeduld van vele klimaatactivisten, maar ik deel hun doemdenken niet.
De politiek, de overheid heeft vandaag al en ook na 26 mei een duidelijke taak: zij zet de grote lijnen uit, creëert het kader, maakt keuzes, ondersteunt burgers en bedrijven waar mogelijk, creëert een draagvlak, geeft zelf het goede voorbeeld. De overheid en de politiek zijn verantwoordelijk voor de duidelijkheid, de rechtszekerheid, de visie op lange termijn. Maar de uitvoering van het beleid, de omzetting in de praktijk, die ligt bij iedereen. De grootste uitdaging voor de politiek is dan ook om iedereen mee te krijgen, iedereen over de lat te krijgen. Ik pas dus voor klimaatoplossingen waarbij enkel ‘de anderen’ (de politiek, de bedrijven, de distributienetbeheerders, de rijken) voor hun verantwoordelijkheid worden geplaatst. Het typische aan het klimaat is dat we er allemaal in leven en allemaal mee voor verantwoordelijk zijn. En dus ook een stuk(je) van de oplossing in ons dragen.
Dinsdag 21 mei gaan Koen Van den Heuvel (CD&V), Bart Tommelein (Open VLD), Elisabeth Meuleman (Groen), Dirk Draulans (bioloog, Knack-journalist) en Manuel Sintubin (KU Leuven) in debat over het klimaat. Inschrijven kan hier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier