Green Deal Natuurlijke Tuinen transformeert Vlaamse tuinen: ‘Het besef begint door te sijpelen’
In de strijd tegen de klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies kunnen tuinprofessionals een cruciale rol spelen. Hun kennis is essentieel, al ontbreekt er ook controle en regulering, zeggen kenners. ‘Jan met de pet kan doen wat hij wil in zijn tuin.’
Tuinen zijn een essentieel onderdeel van het Vlaamse landschap: 2,5 miljoen Vlaamse tuinen nemen twaalf procent in van het hele grondgebied. Ter vergelijking: bosgebied neemt tien procent van de oppervlakte in en natuurgebieden zo’n drie procent. Tuinen kunnen dus een cruciale rol spelen op het vlak van klimaat, waterschaarste, biodiversiteit en welzijn. ‘Tegelijk is er weinig kennis over wat er in tuinen gebeurt’, zegt bio-ingenieur en tuinexpert Valerie Dewaelheyns (KU Leuven). ‘De landbouwsector en onze bossen worden sterk gereguleerd, maar er zijn amper gegevens over tuinen of hun beheer. Al groeien de inzichten over het belang en het potentieel van tuinen door initiatieven als Curieuzeneuzen in de Tuin, Maai Mei Niet, Mijn Tuinlab en ons onderzoeksproject Klimaattuiniers.’
De Green Deal Natuurlijke Tuinen wil hierop inspelen. Die richt zich naar de tuinprofessionals en versterkt hun rol in de transitie naar klimaatrobuuste tuinen. Niels Willo, projectfacilitator van de Green Deal Natuurlijke Tuinen bij het Vlaams Departement Omgeving, legt uit wat de Green Deal Natuurlijke Tuinen is. ‘Het Kenniscentrum tuin+ van de Erasmushogeschool in Brussel klopte aan bij het Departement Omgeving met het voorstel een Green Deal te starten rond natuurlijke tuinen. De overheid bundelde voor dit project een reeks partners uit de tuinsector. Zij wisselen kennis, ervaring en mogelijke problemen uit rond natuurlijke tuinen, de link met de omgeving en het overtuigen van de tuineigenaars. Ze engageren zich om te evolueren naar natuurlijke en gezonde tuinen in Vlaanderen in de strijd tegen klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies.’
‘Er is weinig kennis over wat er in tuinen gebeurt.’
Valerie Dewaelheyns, tuinexpert en bio-ingenieur (KU Leuven)
De tuinprofessionals die deelnemen aan de Green Deal Natuurlijke Tuinen ontvangen een formulier waarin enkele engagementen staan opgelijst. Bijvoorbeeld dat minstens zeventig procent van de totale tuinoppervlakte bestaat uit groen en maximaal dertig procent van de tuin, met een maximum van zestig vierkante meter, verhard is. Het is dan zaak om de klanten te overtuigen die streefdoelen te verwezenlijken.
Uit de tussentijdse bevraging bij de deelnemers van de Green Deal blijkt dat tweederde, van degenen die de enquête al invulden, de engagementenlijst gebruikt, de tips toepast en de doelstellingen ook bereikt. Ook geeft het merendeel aan dat ze als deelnemer van de Green Deal de klanten makkelijker kunnen overtuigen voor een natuurlijk ingerichte tuin. ‘We merken dat de geest van de tuinsector rijp is om de stap te zetten naar meer biodiverse en natuurlijke tuinen’, vertelt Sandy Adriaenssens, coördinator groen bij het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS), een van de initiatiefnemers van de Green Deal. ‘De Green Deal geeft daar een duw aan.’
Klimaatbewuste tuinen
Uit de grote tuinbevraging van VLAM eind 2020 blijkt dat 69% van de Vlamingen vindt dat tuinprofessionals een meerwaarde leveren voor hun tuin. Een op de vijf gezinnen doet jaarlijks beroep op een tuinprofessional voor de aanleg of het onderhoud van hun tuin. ‘Dat toont aan dat professionals een grote impact hebben op de inrichting en het beheer van onze tuinen. De Green Deal Natuurlijke Tuinen kan via de professionals een kentering inzetten’, benadrukt Adriaenssens. ‘De Green Deal verenigt heel diverse schakels in de keten van groenaanleg en net dat maakt het een sterk instrument in de strijd tegen klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies.’
‘De geest van de tuinsector is rijp om de stap te zetten naar meer biodiverse tuinen.’
Sandy Adriaenssens, coördinator groen bij het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS)
Het potentieel van dat project benadrukt ook tuinexpert Dewaelheyns, die als expert de Green Deal ondersteunt. ‘De Green Deal creëert bewustwording rond bodemzorg, ontharding en boom- en plantenkeuze. Ook begeleidt het professionals in hun opgave om de klant te overtuigen met een natuurlijker ontwerp en aanbod. Het is belangrijk dat de gewortelde Vlaamse tuintradities, zoals bemesting, verharding en beplanting met een beperkt aantal soorten, nieuwe klimaatbewuste alternatieven krijgen vanuit de sector.’
Green Deals zijn voorstellen voor innovatieve groene projecten die door een initiatiefnemer tot bij het Vlaams Departement Omgeving worden gebracht. Zo ging het ook bij de Green Deal Natuurlijke Tuinen.
2. Wie zijn de deelnemende partijen?
De Green Deal Natuurlijke Tuinen is een overeenkomst tussen Vlaams minister voor Omgeving Zuhal Demir (N-VA), de initiatiefnemers en de deelnemers.
A. De initiatiefnemers vertegenwoordigen de hele keten in groenaanleg:
– AVBS (vakgroep voor sierteelt)
– Belgische Federatie Groenvoorzieners en Groen Groeien (vakgroepen voor tuinaannemers)
– Blikveld (vakgroep voor tuin-en landschapsontwerpers)
– Onderzoeksgroepen Kenniscentrum tuin+ (tuinontwerp) en Proefcentrum voor Sierteelt (sierteelt, aanleg en onderhoud van groen)
– Landelijke Gilden die het draagvlak bij particulieren versterken.
B. De deelnemers: zelfstandigen en bedrijven, organisaties en scholen en lokale besturen die zich engageren om concrete actie te ondernemen om de doelstelling van deze Green Deal na te streven.
C. Expertenteam
3. Wanneer loopt de Green Deal?
Van 13 november 2020 tot 13 november 2024.
4. Hoe kan de tuinsector bijdragen tot klimaatrobuuste tuinen?
Tuinontwerpers: planten kiezen in functie van de locatie en bomen voorzien voor verkoeling.
Aannemers: waterinfiltratie, zoals wadi’s of poelen, aanleggen en ontharden
Tuinbeheerders: gezond en actief bodemleven via lokaal composteren en aangepast maaibeheer
Plantenkwekers: streekeigen en natuurlijk gekweekte planten en bloemen leveren
Lokale besturen: voorbeeldtuinen realiseren en het informeren van hun inwoners
ddjjd
Groene generatie
Tuinarchitect Joris Vleugels, deelnemer van de Green Deal en zelf eigenaar van een natuurlijke tuin, neemt ook een transitie waar bij zijn klanten: ‘Het is niet altijd even makkelijk om klanten te overtuigen, maar het besef begint door te sijpelen. Zelfs bij mijn overbuur die normaal altijd een gemillimeterd gazon heeft. Dat komt mede door successen als de campagne Maai Mei Niet.’ Ook zijn partner Barbara Tack, tuinarchitect van opleiding en momenteel werkzaam bij de provincie Antwerpen als adviseur Natuur & Landschap, ziet een omwenteling: ‘Wij waren altijd al natuurlijk ingesteld in onze ontwerpen, maar we merken nu dat het een boost krijgt sinds de corona- en klimaatcrisis.’ Joris: ‘Mensen zijn bewuster geworden over het belang en de schoonheid van natuur. Die natuur zijn ze in de lockdown dichter bij huis gaan zoeken, in hun tuin. Ook leerden de droogteperiodes hen dat tuinen met meer bomen, schaduw, ongemaaid gras en een kruidlaag klimaatrobuuster zijn.’
‘Mensen zijn bewuster geworden over het belang en de schoonheid van natuur.’
Joris Vleugels, tuinarchitect
Er staat een nieuwe generatie op die beseft dat het loont om te investeren in natuurlijk groen. Dat merkt ook Bart Verelst, woordvoerder van Groen Groeien, de vereniging voor Vlaamse tuinaannemers, en ook een van de initiatiefnemers van de Green Deal. ‘We zien een generatie aannemers opkomen die tuinen zien als deel van de natuur. Ze zijn niet langer het type dat de omzetcijfers hoog wil houden, maar focussen zich echt op ontharding, biodiversiteit en waterinfiltratie. De Green Deal versterkt dit momentum: aannemers die al op het groene pad zaten, voelen zich daarin nu bevestigd en kruipen zelfs mee in het bestuur van de Green Deal.’ Het is ook een kwestie van de meer traditionele tuinprofessionals mee te krijgen, benadrukt Sandy Adriaenssens van het PCS. ‘De sterkte van de Green Deal is dat we al die vakverenigingen van de tuinsector mee hebben, want daarin komen de verschillende generaties professionals samen die anders zijn opgeleid.’
‘We zien een groene generatie tuinaannemers opkomen.’
Bart Verelst, woordvoerder van Groen Groeien
Kennis
Naast professionals begeleiden om tuinen natuurlijker in te richten en om klanten te overtuigen, focust de Green Deal ook op het belang van communicatie en kennisuitwisseling. Projectfacilitator Niels Willo benadrukt de rol van het Departement Omgeving hierin. ‘We merken dat er een onafhankelijke partij nodig is om kennis over tuinen te verzamelen en te verspreiden. Dat doen we heel laagdrempelig via de website en de nieuwsbrief, toegankelijk voor iedereen. Verder organiseren we ook netwerkmomenten waarop de professionals kunnen leren van hun peers.’ Ook de wisselwerking tussen het beleid en de sector is hier belangrijk. ‘Hoe kunnen wij de tuinsector helpen om hun doelstellingen te bereiken’, legt Willo uit, ‘en hoe kan de sector ons helpen om een ondersteunend beleid te ontwikkelen’.
De rol van professionals is belangrijk om die kennis om te zetten in concrete actie tegen de klimaatopwarming. ‘Met zware hitte- en droogteperiodes of periodes van extreme wateroverlast wordt het steeds belangrijker om de juiste kennis te hebben over planten en aanlegtechnieken’, benadrukt Adriaenssens. ‘Die kennis heeft de sector, en daar mogen ze trots op zijn.’ De modale Vlaming heeft die kennis niet, blijkt ook uit de bevraging van VLAM. Daarom is het belangrijk om professionals onder de arm te nemen. ‘De Green Deal wil ook een transitie in het economische model in gang zetten ’, zegt Niels Willo. ‘De kosten voor materialen moeten verschuiven naar de kosten voor de kennis die je ontvangt over uw tuin.’
Dat benadrukken ook Joris en Barbara. ‘Een propere gazon met een haag en wat buxusbollen kan iedereen knippen en maaien. Bij een bloemen- of grasweide moet je weten wanneer je best maait en welke woekerende planten je eruit haalt of laat groeien’, verduidelijkt Joris. ‘De nectar- en stuifmeelwaarde van de sierplanten die je in de tuin zet is ook van groot belang voor de biodiversiteit. Evenzeer is de gelaagdheid in je tuin: water, gras, bloemen, struiken en bomen. Wij zien de eekhoorns en libellen dan meteen komen’, licht Barbara toe.
‘De tuinprofessionals hebben veel kennis en daar mogen ze trots op zijn.’
Sandy Adriaenssens, coördinator groen bij het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS)
dhhddh
Regulering
Ook Bart Verelst onderlijnt het belang van kennis. ‘Onderzoek uw tuin of laat hem onderzoeken! Er is nog gigantisch veel werk aan de winkel wat betreft bodem- en plantenkennis. De overheid moet zich daarover buigen. Jan met de pet kan doen wat hij wil in zijn tuin, veel meer dan een landbouwer of iemand die een huis bouwt’, vindt Verelst. ‘Er zouden consequenties moeten zijn voor mensen die niet het juiste pad volgen. Het zou verplicht moeten zijn om de bodemstaal te nemen vooraleer iemand zijn tuin aanlegt, zodat die tenminste al weet met welke bodem hij werkt.’
Architect Joris sluit zich daarbij aan. ‘De overheid kan bijvoorbeeld verplichten om bij de aanleg van nieuwe tuinen of bedrijfsterreinen wadi’s te plaatsen of een deel ervan bossig gebied te laten.’ Maar het is moeilijk om dat allemaal op te volgen, zegt Barbara. ‘De tuinsector is niet beschermd. Iedereen kan morgen een camionette kopen en tuinen ontwerpen en aanleggen, ook al heb je de opleiding niet. In België hebben we geen labels die jouw kwalificaties bewijzen. In Nederland heb je dat wel met Groenkeur.’
Regulering is niet zo vanzelfsprekend, vindt ook Niels Willo. ‘De Green Deal is een goede weg om te ontdekken welke regulering nodig is in de tuinsector en te kijken of die kan omgezet worden in beleid en wetgeving. Maar het is een complex verhaal. Je moet een draagvlak hebben in de sector, bij de eigenaars en op verschillende beleidsniveaus.’ Het project Klimaattuiniers van de KU Leuven onderzoekt dat de komende jaren, vertelt Valerie Dewaelheyns. ‘Het doel is om af te kloppen met een toolbox voor het beleid.’
Maai Mei Niet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier