Eva Fillet ziet trekpaarden als de toekomst van ecologisch natuurbeheer: ‘Ons werk is waardevol, maar onvoldoende erkend’

Eva Fillet: ‘Het is geen vanzelfsprekend beroep om als jonge vrouw in te stappen. Ik heb moeten vechten.’ © Kasper Nollet

Eva Fillet (27) uit Halle ziet sleepwerk met trekpaarden als de toekomst van ecologische landbouw en bosbouw. De positieve effecten ervan zijn legio, de vraag ernaar lijkt te groeien. Toch botst de jonge paardenmenner nog op veel uitdagingen. ‘Ik heb moeten vechten voor mijn plek.’

Inspirerende jongeren

Zeven weken lang brengt Knack.be elke zaterdag een portret van een inspirerende jongere, iemand met een boeiend verhaal, een uitzonderlijk talent, een uitgesproken mening. De portretten worden geschreven door evenveel jeugdige journalisten.

Dit past in een zoektocht naar jong journalistiek talent. Om dat te ontdekken organiseert het Prins Filipfonds de Belgodysseewedstrijd, in samenwerking met de VRT, de RTBF, L’ Avenir en Knack en met steun van de kanselarij van de eerste minister. Hieronder leest u het vierde portret in de reeks.

De andere verhalen leest u hier.

De koude bijt aan haar handen terwijl ze de ijzeren ploeg in de grond steekt. Op het vage gerinkel van een belletje na is het muisstil op de wijngaard in Roosbeek. Aan de andere kant van de ploeg staat Jean-Baptiste, een Brabants trekpaard.

Na een klik met haar tong trekt het rijzige dier plots met forse kracht de ploeg door de grond. In nog geen minuut tijd is een hele strook aarde langs de wijnstokken omgeploegd. ‘Tegen het onkruid’, verklaart Eva Fillet. ‘Wijnstokken zijn daar in de winter bijzonder kwetsbaar voor.’

Eva Fillet: ‘Trekpaarden beschadigen de bodem veel minder, ze vervuilen niet, laten geen randschade achter en zorgen bovendien ook niet voor geluidsoverlast,’ © Kasper Nollet

Het lijkt iets uit een ver verleden: trekpaarden gebruiken in landbouw en bosbouw. Ze voeren werk uit waarbij we vandaag de dag misschien eerder machines verwachten. ‘Toch zijn we nooit weggeweest,’ vertelt Eva, ‘al zijn we natuurlijk met minder dan vroeger.’

Vlaams Trekpaard vzw denkt dat het beroep aan een stille opmars bezig is. Ook Eva voelt de vraag naar haar werk groeien, en dat heeft volgens haar alles te maken met de vele ecologische en praktische voordelen ervan. ‘Maar het is geen sinecure.’

Ecologische voordelen

‘Trekpaarden beschadigen de bodem veel minder, ze vervuilen niet, laten geen randschade achter en zorgen bovendien ook niet voor geluidsoverlast’, steekt Eva van wal. ‘Zo krijgt de aardbodem meer zuurstof en wordt het bodemleven beter beschermd. Bovendien zijn de paarden een stuk wendbaarder dan machines, ze kunnen werken op moeilijk terrein.’

Slepen met trekpaarden is geen erkend beroep, daarom zijn er geen exacte cijfers voorhanden. Volgens Vlaams Paard vzw zou het aantal voltijdse menners in die branche in Vlaanderen op amper één hand te tellen zijn. In Wallonië ligt volgens milieufederatie Canopea het aantal op bijna twintig. Toch lijkt de vraag naar het werk te groeien volgens de vzw.

Met dit werk ga ik de wereld niet veranderen, maar ik draag in ieder geval mijn steentje bij.

Ook Eva merkt dat. ‘De impact van ons werk lijkt klein, maar kan grote gevolgen hebben. Zeker als de techniek op grotere schaal zou worden toegepast’, legt ze uit. Ze geeft de wijngaard als voorbeeld. ‘Dankzij ons onderhoud is deze wijngaard veel beter beschermd geweest tijdens het moeilijke seizoen van afgelopen jaar. Bovendien zonder dat er ook maar één machine bij kwam kijken. Op den duur maak je daar naam mee.’

Als gezonde biotopen belangrijk zijn in de strijd tegen de klimaatopwarming, dan kan het sleepwerk met paarden wel eens een nuttig alternatief worden voor machines. Ook wetenschappelijk onderzoek wees al op de voordelen van het gebruik van trekpaarden.

Duurzaamheid is dan ook een belangrijke drijfveer voor de jonge paardenmenner uit Halle. ‘Met dit werk ga ik de wereld niet veranderen’, geeft Eva toe. ‘Maar ik draag in ieder geval mijn steentje bij.’

Geen vrouwenwerk?

Eva groeide tweetalig op, haar vader bezat grond in de Ardennen. Toen ze zeven jaar oud was, nam haar vader een paard in huis om tuinwerk te verrichten. ‘Ik heb dus geen achtergrond in de landbouw, maar ik groeide op met paarden.’

Het noopte haar ertoe om haar liefde voor het werken met paarden om te zetten in een job. ‘Het was heel moeilijk in het begin’, geeft ze toe. ‘Ik heb erg onzekere tijden meegemaakt.’

Het was heel moeilijk in het begin. Ik heb erg onzekere tijden meegemaakt.

Toch leverde een van haar eerste opdrachten al snel een ontmoeting met haar toekomstige man op, Corentin. Die was wel landbouwer. Ze besloten de krachten te bundelen en leerden elkaar beter kennen.

De twee hebben vandaag een eigen onderneming genaamd Cordeva en voeren zeer diverse taken uit: van bomen slepen in het bos tot het onderhouden van tuinen, wijngaarden en akkers.

Eva Fillet: ‘Met mijn werk ga ik zeker niet rijk worden.’ © Kasper Nollet

‘Het is handig dat we dit werk met twee doen, want het vraagt toewijding. Ons hele levensritme is er ondergeschikt aan’, vertelt Eva. ‘En het was als jonge vrouw moeilijk om door te breken in dit vak.’ Opdrachtgevers kijken vaak eerst naar haar vriend, omdat ze Eva onderschatten of het niet gewend zijn dat zij het werk ook doet. ‘Ik heb mijn plek moeten opeisen. Op den duur kennen ze je wel, maar dat gebeurt niet op één dag.’

Uitdagingen

‘Jonge meisjes komen me soms vragen of ze dit werk zouden aankunnen. Natuurlijk wel’, vertelt Eva. Ze hoopt in de toekomst meer jonge mensen te kunnen warm maken voor de job, al moeten die wel weten waar ze aan toe zijn. ‘Het is onzeker werk’, benadrukt Eva. ‘Iedere week ziet er anders uit.’

Opdrachtgevers zien vaak de waarde in van wat je doet, maar zijn niet altijd bereid daar geld voor op tafel te leggen.

Als zelfstandige moet ze voortdurend opdrachten zoeken. Dat is niet vanzelfsprekend: ‘Opdrachtgevers zien vaak de waarde in van wat je doet, maar zijn niet altijd bereid daar geld voor op tafel te leggen.’

‘Met mijn werk ga ik zeker niet rijk worden’, geeft Eva toe. Een enquête van de Waalse vzw Meneurs wees al uit dat paardenmenners zoals Eva gemiddeld 1270 euro netto per maand verdienen aan hun werk. ‘Dat bedrag schrikt vooral jonge mensen af. Dat is doodzonde.’

Subsidies?

Momenteel lopen de zaken goed bij Cordeva. ‘We hebben voortdurend stagiairs die meelopen, en in de weekends doen we activiteiten die losstaan van landbouw of bosbouw’, zegt Eva. Zo stellen ze de paarden geregeld tentoon op evenementen, of doen ze mee aan wedstrijden. Eva behaalde onlangs nog de tweede plaats in het Belgisch kampioenschap schoffelen.

Als je voor een project te veel afhangt van steun, doe je het misschien iets minder goed.

Of ze heil ziet in subsidies voor beoefenaars van het vak? ‘Ik sta ervoor open, maar ik ben kritisch’, zegt ze. ‘Wij vinden ondernemingszin belangrijk in dit vak. Als je voor een project te veel afhangt van steun, doe je het misschien iets minder goed.’

Subsidies voor de opleiding van nieuwe mensen zouden volgens Eva wel nuttig kunnen zijn. Maar bovenal hoopt ze dat binnen de sector zelf het discours omkeert. ‘Zowat iedereen is het ermee eens dat ons werk een meerwaarde biedt, maar we hebben nog een lange weg te gaan alvorens iedereen het naar waarde schat.’

Maar daar laat ze zich allerminst door uit haar lood slaan. ‘Dit werk is een passie. Dat moet het ook zijn, anders houd je het niet vol.’ Wanneer haar Brabants trekpaard klaar is met grazen, ploegt ze met het grootste gemak nog een laatste strook aarde open. ‘Ik heb voluit voor die passie gekozen.’

Trekpaardwerk in Vlaanderen

Hoewel de vraag naar trekpaarden groeit volgens Jurgen Talpe van Vlaams Trekpaard vzw, zijn er een aantal redenen waarom het vak niet sneller doorbreekt in Vlaanderen.

‘Werk met trekpaarden is gemiddeld twee tot drie keer duurder dan met machines’, zegt Talpe. ‘Dat kan niet iedere natuurbeheerder zich veroorloven.’ Maar het blijkt ook lastig om met de gewoonte te breken: ‘Landbouwers en natuurbeheerders hebben vaak eigen machines of vaste contracten. Ze zitten dus niet te popelen om hetzelfde werk door paarden te laten doen.’

Talpe wil dat het nicheberoep subsidies krijgt. In tegenstelling tot andere landbouwtakken komt trekpaardwerk daarvoor niet in aanmerking. Een recente uitzondering is een projectsubsidie van de Vlaamse overheid om twee jonge menners op te leiden via een leertraject, vanwege de erfgoedwaarde van de praktijk.

‘Maar het vak wordt niet structureel ondersteund’, aldus Talpe. Dat vindt hij jammer: ‘Zo zouden de paardenmenners hun prijzen kunnen drukken, wat hun werk interessanter maakt voor klanten.’ Maar dat ziet Talpe niet snel gebeuren. Bovendien is er in Vlaanderen geen echte belangenvereniging om daarvoor te lobbyen bij de bevoegde minister.

Kasper Nollet studeert de educatieve master in de Cultuurwetenschappen (vakdidactiek Geschiedenis) aan de KU Leuven.

Partner Content