Dit is mijn hof: de strijd om de ‘nieuwe natuur’

Hof ter Walle © Erik O
Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Chris De Stoop keert terug naar de ouderlijke hoeve in de Wase polder en ziet hoe het oude boerenland moet wijken voor nieuwe natuurgebieden. Een voorpublicatie uit zijn boek Dit is mijn hof. Over het eeuwenoude Hof ter Walle dat moet opgaan in Putten West.

Achteraan in de Arenbergpolder staat nog altijd een afgelegen boerderij, die Hof ter Walle genoemd wordt. De volledig omwalde hoeve, met vooraan een voornaam woonhuis en achteraan een monumentale schuur, kun je als boerenzoon gewoon niet voorbijrijden zonder bewondering te voelen. Als je de oprit over de brede wal opgaat, begrijp je als vanzelf de oude uitdrukking: ‘Alleen boeren en koningen hebben een hof.’

Nu prijkt het naakte dakgebinte van de schuur als een rauwe ribbenkast tussen uitgestrekte plassen en moerassen. De oude balken, kepers en spanten glimmen spookachtig in de regen. De borden langs de weg leggen uit dat de kreek en het rietland rond de hoeve enkele jaren geleden aangelegd werden als de ’tijdelijke natuurcompensatie’ Putten West. Een steenworp verder, aan de andere kant van de dijk, ligt het oude natuurgebied de Putten, maar dat zal door de haven worden ondergespoten.

‘En nog nieuws?’ vraagt Roger, de laatste boer van Hof ter Walle, die nog bijna elke dag naar zijn hof komt, dat zijn hof niet meer is.

‘Niets bijzonders’, zeg ik. ‘De akkers langs de Grote Geule worden nu ook natuur.’

‘Is dát natuur?’ vraagt hij en hij gebaart naar wat rond het erf ligt. ‘Dat onkruid? Die moerassen? Die ruige vlakte?’

Toppunt vindt hij het ecoduct, een betonnen tunnel onder een hobbel in het wegdek. De tunnel moet vrije doorgang geven aan de rugstreeppad. Waarschijnlijk een pad met een streep op de rug, denkt Roger.

Doodziek wordt hij ervan. Ja, een bloeiende boomgaard, een wiegend korenveld, een weiland met koeien, dat is nu geen échte natuur meer, weet hij intussen.

‘Overal in de buurt woonde familie’, zegt hij met trillende onderlip. ‘Iedereen kende hier iedereen en hielp elkander. Een afspraak was nog een afspraak. Maar dat is nu anders.’

Het was een schok toen de brief kwam met het onteigeningsbesluit. De akkers en weiden moesten plaatsmaken voor het nieuwe natuurgebied Putten West. Vier boerderijen dienden te worden gesloopt. Het was een totale breuk met het landschappelijk verleden van deze streek, die al in de twaalfde eeuw voor het eerst was ingepolderd en sindsdien nooit iets anders dan landbouw had gekend.

Ja, een bloeiende boomgaard, een wiegend korenveld, een weiland met koeien, dat is nu geen échte natuur meer, weet Roger intussen.

Nu werd de nieuwe bestemming achter de tekentafel bedacht door ingenieurs en adviesbureaus, die alles langs de meetlat legden, tot de vogels en padden toe. Natuurontwikkeling was een bloeiend bedrijf geworden. In geen tijd werd een grote kreek uitgegraven. De vegetatie werd ingezaaid en aangeplant. De mensen die nieuwe natuur schiepen, waren dezelfde die elders oude natuur vernielden.

De laatste koe die wordt opgeladen, de laatste oogst die wordt ingeschuurd, stoppen met boeren, het snijdt zo diep. Roger was erbij toen op een ijskoude ochtend de slopers naar Hof ter Walle kwamen. Waarom de afbraak nodig was? Volgens natuurorganisaties om een ‘homogeen natuurgebied’ te hebben, zonder ‘verstoring’ voor de broedvogels. Blijkbaar storen vogels zich meer aan huizen en hoeves dan aan dokken en fabrieken. Uiteindelijk werd de volledige sloop nog tegengehouden door actievoerders.

We verlaten de gebrandmerkte boerderij. Roger gaat weer naar de nieuwbouwwijk in Kieldrecht, waar nog andere onteigende boeren wonen, in fraaie huizen met alle moderne gemakken. Soms met een paard van polyester of een oude ploeg op het gazon.

*****

Hof ter Walle
Hof ter Walle© Erik O

Maanden later keer ik terug naar Hof ter Walle, waar de avondconcerten van de rugstreeppad zijn begonnen. Ik hoorde van Roger dat Natuurpunt er een paddenexcursie organiseert. De wallen rond de hoeve staan nu vol riet. Gelukkig zie ik Roger niet. Ik treed binnen in zijn intimiteit. Zijn voetstappen staan nog in de klei.

In de ‘beste kamer’ wordt een powerpointpresentatie geprojecteerd op de muur: ‘Van conflict naar samenwerking.’ Johan, de verantwoordelijke, vertelt hoe de milieugroepen vroeger samen met de polderbewoners en boeren tientallen processen voerden, met succes. Vooral het stilleggen van het Deurganckdok door de Raad van State in 2001 was een mijlpaal. Vervolgens sloot Natuurpunt onverwachts een samenwerkingsakkoord met de haven. In het havengebied zou vijf procent van de oppervlakte gereserveerd worden voor ‘ecologische infrastructuur’, en daarbuiten zou samen worden gezocht naar de nodige ‘natuurcompensaties’. De Vlaamse regering ging nog een stap verder door een lange reeks natuurgebieden vast te leggen in een nooddecreet, dat elke juridische inspraak onmogelijk maakte.

Johan is een van de drie medewerkers van Natuurpunt die daarna een salaris van de haven kregen. De vereniging kreeg later ook een zetel in de raad van bestuur. De voormalige tegenstrever werd medebestuurder. Alle bezwaar tegen de verdere havenuitbreiding werd gestaakt.

Het resultaat? Tien jaar samenwerking heeft meer opgeleverd dan dertig jaar strijd voordien, vindt Natuurpunt. Maar het ‘verwevingsmodel’ tussen natuur en landbouw werd verworpen, want dat zou nergens goed werken, luidt het.

En het onteigenen van complete gehuchten zoals Ouden Doel en Rapenburg voor natuur? ‘Voor ons is dat niet nodig, maar de overheid ziet daar een veiligheidsprobleem.’

En Hof ter Walle? Dat werd aanvankelijk gezien als een verstoring voor de broedvogels, maar werd nog op het nippertje gered, zegt Johan. Hij vertelt er niet bij dat de drie hoeves ernaast wel werden afgebroken. Misschien wordt de vernielde schuur weer opgebouwd als vogelobservatiepost, met een kijkwand in het dak. Of als decor voor teambuilding voor bedrijfsmensen

Dit is mijn hof: de strijd om de 'nieuwe natuur'

Toch gaat het niet goed met de broedvogels die men hier juist wil beschermen. Voortdurend worden er ingrijpende aanpassingen gedaan. Nieuwe rietstekken worden geplant, broedeilandjes worden aangelegd, de oevers van de kreek worden schuin afgegraven.

‘Het probleem is dat we onze aantallen moeten halen’, zegt Johan zorgelijk. ‘Maar roofdieren maken dat moeilijk.’

Hij wijst naar de vijf stroomdraden die rond het hele natuurgebied werden gespannen, om de vos tegen te houden. De afschrikmethode blijkt dit seizoen mislukt. De vos is langs het ecoduct voor padden toch binnengeraakt en heeft er zijn rosse buik volgegeten. Verder heeft het gebied last van de ganzen, die andere vogels verdringen, het jonge riet afvreten en het water met uitwerpselen vervuilen. Daarom worden ze regelmatig afgevangen en ‘geëuthanaseerd’.

Het is nu donker genoeg. We steken de weg over en komen bij een grote poel. Op een afstand horen we de padden zingen, al lijkt het meer op ronken. Rrr. Rrr. Rrr. Ik heb mijn zaklamp vergeten en zie nauwelijks waar ik mijn voeten zet.

Splasj, is dat er één?

De natuurbeweging streed decennialang met de boeren tegen de havenuitbreiding. Toen sloot ze onverwacht een akkoord met de haven.

Johan richt een krachtige lichtstraal op het water en nu zie ik ze overal glimmen als glazen knikkers. Enkele tientallen bruine padden, met opgezette keelblaas, grote puilogen, veel wratten, en inderdaad een gele streep over de rug. Hij pakt er twee op, die boven op elkaar zitten, elkaar stevig onder de oksels klemmend. Zelfs met een koevoet zou je ze niet uit elkaar krijgen. Amplexus wordt dit standje door kenners genoemd.

De rugstreeppad is het paradepaardje geworden van de nieuwe natuur in de haven. Volgens een expert uit Wageningen moet het linkeroevergebied een populatie van achthonderd zingende mannetjes tellen, zegt Johan. Daarvoor zouden meer dan vijftig poelen moeten worden gegraven, op kosten van de haven.

Ik vind geen woorden om de kwabbige beestjes te beschrijven. Maar Johan helpt me uit de nood: ‘Het zijn schitterende, unieke dieren.’

Het volledige verhaal leest u deze week in Knack

Chris De Stoop, Dit is mijn hof, De Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen, 286 blz., 19,90 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content