Dikkopjes van bruine kikkers bewegen trager als er meer zout in het water zit waarin ze opgroeien.
Daardoor kunnen ze minder snel aan predatoren ontkomen, zo blijkt uit een studie aan de universiteit van Luik, schrijft natuurbericht.be.
“Het labo-onderzoek, waarbij dikkopjes werden blootgesteld aan verschillende concentraties natriumchloride (keukenzout), toonde aan dat verhoogde concentraties een significant negatieve impact hadden op de bewegingssnelheid en de afstand die dikkopjes afleggen”, zegt Dominique Verbelen van Hyla, de amfibieën- en reptielenwerkgroep van Natuurpunt. “Daardoor verkleint hun actieradius en kunnen ze ook minder snel aan predatoren ontkomen.”
De gedragsverandering werd vastgesteld nadat de dikkopjes meer dan een maand in de verhoogde concentraties rondzwommen. “Aangezien de volledige larvale ontwikkeling langer dan een maand duurt, lijkt het aannemelijk dat het gebruik van strooizout een negatieve impact heeft op bruine kikkers.”
Men vermoedt dat het stadium waarin de soort wordt blootgesteld aan verhoogde zoutconcentraties, als ei of als dikkop, bepalend kan zijn voor de mate waarin de soort er negatief op reageert. Uit het onderzoek blijkt wel dat er geen verhoogde sterfte werd vastgesteld en dat ook de ontwikkeling niet werd geremd. “In andere ecotoxicologische gedragsstudies, toegepast op andere amfibieënsoorten, werd wel een verhoogd sterftecijfer vastgesteld.”
Het onderzoek spitste zich toe op de bruine kikker, omdat het voortplantingsseizoen doorgaans start kort nadat het laatste strooizout op de wegen terechtkomt. Daarnaast is de soort ook wijdverspreid in heel Europa. (Belga/INM)
