De weg naar Parijs: 10 eerdere keren dat we het klimaat hadden kunnen redden
De internationale strijd tegen klimaatopwarming beleeft momenteel mogelijk haar belangrijkste twee weken in de geschiedenis. Maar uit diezelfde geschiedenis blijkt dat vechten tegen klimaatopwarming vaak uitmondt in een strijd tegen elkaar.
Wereldleiders zijn in Parijs samen om een oplossing te zoeken voor de aanhoudende opwarming van de Aarde. Het is echter niet de eerste keer dat diplomaten van over de hele wereld samen komen in de zoektocht naar een akkoord. A 30 jaar vechten regeringen – vaak tegen elkaar – om ons klimaat voor toekomstige generaties in stand te houden. De klimaattoppen van de voorbije jaren draaiden vaak uit op een sisser, maar daarnaast werden ook enkele grote stappen voorwaarts gezet.
Dit zijn 10 ontmoetingen die de weg vrijgemaakt hebben voor Parijs en die vaak een verhaal zijn van kunnen, maar niet willen:
1987: MONTREAL
Regeringen keuren een verdrag goed dat de uitstoot van chemicaliën beperkt die schade toebrengen aan de ozonlaag. Het gat in de ozonlaag is niet rechtstreeks gelinkt aan klimaatverandering, maar het Montreal Protocol wordt wel een voorbeeld voor het aan banden leggen van menselijke uitstoot via internationale verdragen.
1988: NEW YORK
De Alegmene Vergadering van de Verenigde Naties geeft de opdracht voor de oprichting van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC). Deze wetenschappelijke organisatie moet de bestaande kennis over klimaatverandering onderzoeken.
1990: LONDEN
Het IPCC brengt haar eerste rapport uit waaruit blijkt dat de broeikasgassen in de atmosfeer steeds meer het gevolg zijn van menselijke activiteit. Dat heeft een opwarming van het aardoppervlak tot gevolg.
1992: RIO DE JANEIRO
Wereldleiders tekenen het United Nations Framework Convention on Climate Change, het eerste internationale verdrag dat de broeikasgassen aan banden moet leggen. Het verdrag legt echter geen bindende doelstellingen op.
1997: KYOTO
Het Kyoto-protocol wordt aanvaard waarin bindende doelstellingen worden geformuleerd voor de rijke landen. De Verenigde Staten doen niet mee omdat grote ontwikkelingslanden als China en Indië niet worden genoemd in het verdrag. Volgens de VS schaadt Kyoto ook haar economie.
2004: MOSKOU
President Vladimir Poetin ratificeert het Kyoto-protocol. De Russische beslissing betekent dat de landen die verantwoordelijk zijn voor meer dan 55 procent van de wereldwijde uitstoot het verdrag steunen, wat nodig is om een effect te hebben.
2007: OSLO
De voormalige Amerikaanse vicepresident en klimaatactivist Al Gore en het IPCC delen de Nobelprijs voor de Vrede voor hun inspanningen om de opwarming van de Aarde onder de aandacht te brengen.
2009: KOPENHAGEN
Kopenhagen was de eerste poging om een nieuw verdrag op te stellen ter vervanging van het op zijn einde lopende Kyoto (het verdrag liep normaal af in 2012, maar werd uiteindelijk verlengd tot 2020). De klimaattop draait uit op een sisser vanwege de discussies tussen rijke en arme landen over wie wat moet doen. Uiteindelijk beslissen de landen om elk afzonderlijk niet-bindende uitstootdoeleinden voor 2020 op te stellen.
2011: DURBAN
In Zuid-Afrika zien we een doorbraak wanneer de landen overeen komen om in 2015 een universeel verdrag te onderhandelen dat vijf jaar later zal worden uitgevoerd en op alle landen betrekking zal hebben.
2013: STOCKHOLM
Het IPCC zegt dat het ‘extreem waarschijnlijk’ is dat menselijke invloed de hoofdreden is voor de stijgende temperaturen sinds het midden van de 20e eeuw.
2015: PARIJS
Meer dan 190 regeringsleiders komen samen in de Franse hoofdstad om een historische deal te sluiten over de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen na 2020.
Klimaatconferentie Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier