Op 4 zwaar vervuilde plaatsen in Nigeria waar Shell beweerde de gevolgen van zware olielekken opgekuist te hebben, is dat duidelijk niet het geval. Dat schrijft Amnesty International.
Het rapport van Amnesty verschijnt 20 jaar na de executie van 9 leiders van de Ogoni, onder wie schrijver Ken Saro-Wiwa, die op geweldloze wijze de olievervuiling in hun gebied aan de kaak hadden gesteld, vervuiling die onder meer het gevolg was van de 50 jaar oude pijpleidingen waarmee Shell werkte.
In het nieuwe rapport gaat Amnesty na wat er gebeurd is op 4 zwaar vervuilde sites, die volgens Shell sinds 2011 door onderaannemers werden gesaneerd. in 2012 hadden de Nigeriaanse milieudiensten gesignaleerd dat de opkuis tot bevrediging was voltooid.
“Beweringen van oliereus Shell dat het zwaar vervuilde gebieden in de Niger Delta heeft opgekuist, zijn manifest vals”, aldus de eerste zin van een persmedeling die het rapport vergezelt.
Volgens Amnesty is de Nigeriaanse controledienst serieus onderbezet.
Met verantwoordelijken van Shell kon Amnesty niet spreken, maar van onderaannemers kreeg de organisatie het relaas dat ze in sommige gevallen gewoon aarde bovenop de vervuiling gooiden, om ze aan het oog te onttrekken. “Als je een paar meter graaft, vind je petroleum”, zegt een van die onderaannemers over een site die volgens Shell gesaneerd is.
Mark Dummett, onderzoeker van Amnesty, vat het als volgt samen: “Door onvoldoende de pollutie van pijpleidingen en bronnen op te kuisen, stelt Shell duizenden vrouwen, mannen en kinderen bloot aan vervuiling op land, in water en lucht, in sommige gevallen voor jaren of decennia. Olielekken hebben een vernietigende invloed op landbouw, bossen en visserij waarop de mensen uit de Niger Delta rekenen voor hun voedsel en inkomen. Iedereen die de gebieden opzoekt, kan zien en ruiken hoe de vervuiling over het land verspreid is”.
(RR)
