2020 was warmste jaar ooit in Europa
Het jaar 2020 was het warmste in Europa sinds het begin van de waarnemingen en minstens 0,4 graden Celsius warmer dan de vijf voorgaande recordjaren. Die vonden alle vijf plaats in het laatste decennium. Dat blijkt uit het vierde jaarlijkse Europese klimaatrapport van de dienst voor klimaatverandering van Copernicus (C3S), het programma van de Europese Unie dat de aarde monitort.
De strijd tegen de klimaatopwarming verloopt traag. Te traag, zo blijkt uit het jaarlijkse Europese klimaatrapport van Copernicus, dat donderdag officieel werd gepubliceerd. Vorig jaar was niet alleen het warmste jaar ooit in Europa, ook de winter en herfst braken alle records. Er werd in Europa tevens een neerslagrecord gemeten. Ook in het Noordpoolgebied was het uitzonderlijk warm.
‘Het rapport bevat een uitgebreide analyse van relevante Europese klimaatgebeurtenissen, neemt daarin meerdere belangrijke klimaatindicatoren mee en plaatst deze in het juiste perspectief, ook binnen de wereldwijde context’, zegt Carlo Buontempo, directeur van de dienst voor klimaatverandering van Copernicus (C3S). ‘Het samenspel van variabelen zoals temperatuur, zee-ijs, neerslag, rivierafvoer of bodemvochtigheid kan alleen geanalyseerd worden als alle onderdelen van ons klimaatsysteem gemonitord worden. Het is belangrijker dan ooit dat we de beschikbare informatie gebruiken om de klimaatverandering te beperken en toekomstige risico’s zo snel mogelijk verminderen.’
Met 3,4 graden boven het gemiddelde van de referentieperiode 1981-2010 was de winter in Europa uitzonderlijk warm en 1,4 graden warmer dan het vorige record. Vooral in Noordoost-Europa, met onder meer de Baltische staten, was het uitzonderlijk warm, met temperaturen die lokaal tussen 6 en 9 graden hoger lagen dan gemiddeld. Dat heeft gevolgen voor de sneeuwbedekking, het zee-ijs en het aantal dagen met een maximumtemperatuur onder het vriespunt.
Hitterecords
In de zomer waren er in 2020 verschillende periodes met zeer warm weer, die elke maand andere regio’s troffen. De hittegolven waren echter niet zo intens, wijdverspreid of langdurig als die van afgelopen jaren. Toch werden tijdens de zomer hitterecords gebroken, zoals in Scandinavië in juni en in West-Europa in augustus. In Frankrijk werd in augustus verscheidene keren de recordtemperatuur overschreden.
In februari 2020 werd een groot deel van Europa getroffen door bovengemiddelde hoeveelheden neerslag als gevolg van verschillende zware regenbuien. In Noordwest-Europa werd deze natte periode gevolgd door een van de droogste periodes van de afgelopen 40 jaar, zowel wat betreft bodemvochtigheid als regenval. Die overgang van nat naar droog had een opmerkelijke impact op het hele continent, want hij leidde tot een verschuiving van hoge naar lage rivierafvoer in delen van Noordwest-Europa, zoals in het stroomgebied van de Rijn. Voor Europa was de gemiddelde rivierafvoer in april en mei de laagste sinds 1991.
De storm Alex, die begin oktober het Verenigd koninkrijk en Frankrijk en Italië zwaar trof, bracht een recordhoeveelheid neerslag en leidde in een groot deel van West-Europa tot een bovengemiddelde rivierafvoer, wat in sommige regio’s tot verwoestende overstromingen leidde. Lokaal viel er tot drie keer meer neerslag dan het typische gemiddelde in oktober.
Het regionale gemiddelde voor Europese brandgevaarlijke omstandigheden lag dicht bij het gemiddelde van 1981-2010, maar met plaatselijk bovengemiddelde perioden, met name in de late winter en de lente in de Balkan en Oost-Europa. 2020 kende ook het grootste aantal uren zonneschijn in Europa sinds het begin van de satellietmetingen in 1983.
Broeikasgasconcentratie
Het rapport schetst ook de situatie wereldwijd. De broeikasgasconcentraties (koolstofdioxide (CO2) en methaan (CH4)) bleven stijgen. Voorlopige schattingen aan de hand van satellietgegevens wijzen uit dat de concentraties CO2 gedurende het jaar met 0,6 procent zijn gestegen en die van CH4 met bijna 0,8 procent. De data tonen ook aan dat de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer in 2020 het hoogste wereldwijde jaargemiddelde bereikten sinds Copernicus in 2003 haar satellietmetingen begon. Wereldwijd was 2020 een van de drie warmste jaren ooit gemeten. De afgelopen zes jaren waren ook de warmste zes ooit geregistreerd. Wereldwijde indicatoren tonen ook aan dat de laatste vijfjaarlijkse gemiddelde temperaturen de hoogste ooit gemeten zijn, namelijk 1,2 graden boven het gemiddelde van 1850-1900.
Voor de Noordpool was 2020 het op een na warmste jaar ooit, met een luchtoppervlaktetemperatuur van 2,2 graden boven het gemiddelde van 1981-2010. Hoewel het begin van het jaar kouder was dan gemiddeld in grote delen van het Noordpoolgebied, compenseerden de zomer en herfst dit door in beide seizoenen de hoogste temperaturen ooit op te laten tekenen.
De hoge temperaturen in 2020 waren voornamelijk het gevolg van een uitzonderlijk warm jaar in Arctisch Siberië. Voor deze regio was 2020 het warmste jaar ooit gemeten, met 4,3 graden boven het gemiddelde en 1,8 graden boven het vorige record. Het zee-ijs bereikte het grootste deel van de zomer en herfst zijn kleinste omvang ooit in de aangrenzende Arctische zeeën.
In maart leidde een bijzonder sterke polaire vortex – een uitgestrekte poel van zeer koude lucht boven de polen in de stratosfeer op een paar tientallen kilometers hoogte – tot een niet eerder geziene aantasting van de ozonlaag boven het noordelijk halfrond. Tijdens de zomer kende Arctisch Siberië ook droge omstandigheden en natuurbranden die alle records braken.