Mieke Van den Berghe, oud-woordvoerster van premier Dehaene: ‘Justitie jaagt mensen de dood in’
Het is een verborgen probleem van de Belgische justitie, zegt Mieke Van den Berghe, met vaak funeste gevolgen: de machteloosheid van rechters om jarenlang aanslepende familieruzies definitief op te lossen. De voormalige woordvoerster van premier Dehaene spreekt uit ervaring. ‘Dóé hier iets aan.’
Eind januari verscheen in een paar kranten een rouwadvertentie ter herdenking van Juliette Verbruggen, die tien jaar geleden overleed. Ze besloot met een opvallend zinnetje: ‘Dank aan iedereen die haar innigste wens helpt te vervullen om een nu reeds vijftien jaar durend geschil in vrede te beëindigen in dit herdenkingsjaar’.
Achter dat zinnetje schuilt een familiedrama dat niet alleen diepe en levensbedreigende trauma’s heeft veroorzaakt, maar ook een typevoorbeeld is van een ruzie die in een juridische impasse is ontaard. Magistraten hebben er geen vat meer op. In een arrest schrijven ze zelf dat het gaat over een ‘bijna ondoorzichtig kluwen van conflicten met heroïsche procedures’.
Het was Mieke Van den Berghe (69) die de advertentie plaatste. Ze is een voormalige topadviseur en woordvoerster van de CVP-politici Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene en Daniël Coens en was jarenlang directeur-generaal van de Federale Voorlichtingsdienst. ‘Mijn verhaal is het topje van een enorme ijsberg’, zegt ze. ‘Vechtscheidingen, burenruzies, conflicten in je straat, erfeniskwesties, familievetes: er gaat nauwelijks een dag voorbij of iemand stapt daardoor uit het leven – of er komt zelfs moord van. Het kan elke burger overkomen, zelfs als hij mondig en bemiddeld is. We onderschatten dat. De maatschappij en de politiek blijven in gebreke. Er móét iets veranderen binnen justitie. De overheid hoort haar burgers efficiënt te helpen om hun conflicten op te lossen. Misschien kan mijn verhaal een wake-upcall zijn.’
Ik heb al zo’n 15 keer gerechtsdeurwaarders aan de deur gehad. Ze komen klokvast op vrijdagavond om 17 uur.
Dat verhaal is vijftien jaar geleden begonnen. Wat is er toen gebeurd, mevrouw Van den Berghe?
Mieke Van den Berghe: Mijn grootmoeder was slager in Oombergen en mijn grootvader veekweker. Mijn vader Marcel is op zijn beurt in de vleeshandel gestapt: hij begon een vetsmelterij en beenderverwerkingsbedrijf. Hij is ook CVP-burgemeester van Bavegem geweest. Mijn jeugd was fantastisch. De zaak van mijn ouders groeide en bloeide, en mijn drie broers gingen er ook aan de slag. Ik werd journaliste en zou later op het kabinet Economische Zaken terechtkomen. Ik bouwde mijn carrière in de Wetstraat uit, ver van het familiebedrijf.
In november 2002 is er binnen de familie een ruzie uitgebarsten over een banale geldkwestie. Ik viel compleet uit de lucht. Mijn ouders wilden dat conflict uiteraard oplossen, maar dat lukte niet. Mijn vader, die toen al in de tachtig was, riep een buitengewone algemene vergadering met alle vennoten en familie samen, en vroeg daarbij mijn hulp. Het liep fout. Er kwam zelfs fysiek geweld aan te pas: ik werd op de grond geduwd. Er zijn toen twee totaal verschillende verslagen van dezelfde vergadering in het Staatsblad verschenen. Een unicum. (lacht)
Is de zaak toen al voor de rechtbank beland?
Van den Berghe: Nee, de ellende zou eerst nog toenemen. Ik werd om de haverklap gebeld door mijn snikkende ouders, die het niet begrepen. Ik herinner me zelfs paniekerige telefoons terwijl ik een ministerraad bijwoonde. Ik probeerde te bemiddelen, maar niets hielp. Integendeel. Het conflict escaleerde, en ik werd overstelpt met verwijten en regelrechte bedreigingen per mail. Het nam me op den duur zo in beslag dat ik er psychisch en fysiek onder begon te lijden. Ik werd langzaam doof.
Bedoelt u dat letterlijk?
Van den Berghe: Ja. Blijkbaar kun je door aanhoudende stress en emotionele druk zulke psychosomatische klachten krijgen. Uiteindelijk ben ik aan één oor volledig doof gebleven en hoor ik nu met een apparaatje.
Omdat al die verschrikkingen haaks stonden op mijn mooie jeugd, heb ik op den duur psychologische hulp gezocht. Het werd een langzaam en pijnlijk bewustwordingsproces. Je moet, ter wille van je eigen integriteit, je hele jeugd herschrijven, omdat die vals blijkt te zijn geweest. Ik ben er doodziek van geworden – ook dat bedoel ik letterlijk. Ik had zo lang zo veel uitzichtloos leed gevoeld dat ik gewoon dood wilde. Mijn leven was op.
In die periode, vijf jaar geleden, ben ik volledig doof geweest. Dat was de hel, geen enkel geluid drong nog door. Je verliest bijna alle contact met de buitenwereld. Ook mijn zicht ging achteruit, en op een dag kwam daar in mijn hoofd plots nog ondraaglijk lawaai bij – als van een straaljager. Ik dacht dat ik iets in mijn hersenen had. In verschillende ziekenhuizen heb ik me laten onderzoeken. Ze vonden niets. Ik zag geen uitweg meer en wilde euthanasie. (stilte) Mijn man is arts en verzette zich daartegen, ook al begreep hij me perfect. Hij is blijven vechten voor mijn leven. Ik ben wekenlang opgenomen in het ziekenhuis, waar ze me behandelden met cocktails van medicijnen en cortisonen. Ik heb het overleefd. Daarna heb ik er nog drie jaar over gedaan om weer voldoende kracht en energie te vinden.
Van die hele episode heb ik onthouden dat je ongelofelijk sterk naar de dood kunt verlangen. Verlossing uit al je lijden bestáát. Ik vind dat een geruststellende gedachte.
Wanneer is de rechtbank tussenbeide gekomen?
Van den Berghe: In 2003 werd plots een lawine aan rechtszaken gestart. Daardoor werd zowat mijn hele familie – ook mijn ouders en ik, en mijn jongste broer -gedwongen om advocaten in de arm te nemen. Toen is de ellende met justitie begonnen: jarenlang procederen, de ene rechtszaak na de andere. En dat om een simpele familieruzie te beslechten. Vonnissen, tussenvonnissen en verzetsprocedures bij verschillende rechtbanken volgden elkaar op. Na elke verloren slag werden nieuwe procedures gestart. En ondertussen werden aanmaningen en de akeligste brieven en mails rondgestuurd, ook over mijn man als huisarts. Gore mails waarvan ik niet één zin wil of kan herhalen. Je reinste laster en eerroof. Omdat mijn ouders inmiddels overleden waren, werd het een erfeniskwestie. Er waren tientallen lopende dossiers in Gent en Oudenaarde. Er werd gegoocheld met overeenkomsten en documenten. Zelfs met aandelen die niet bleken te bestaan, en andere die wellicht vervalst waren, zoals een arrest vaststelde.
In 2016 zijn we erin geslaagd om enkele dossiers te laten samenvoegen voor het hof van beroep in Gent. Het arrest bevestigde dat mijn bejaarde ouders slecht behandeld waren – het hof noemde dat zelf ‘een eufemisme’ – en dat hun en mij niets te verwijten viel. De drie rechters schreven ook dat mijn erfenisrechten geschaad waren. Ik las in hun uitspraak vooral eerherstel voor mijn ouders, het geld doet er voor mij eigenlijk niet toe.
Einde verhaal?
Van den Berghe: Helemaal niet. Het beroepshof velde een soort salomonsoordeel: iedereen kreeg gelijk en ongelijk. De rechters noemden de hele zaak ‘hoogst verward en verwarrend’ en hadden het zelfs expliciet over ‘de noodzaak om het aantal gerechtszaken voelbaar te verminderen’. In feite roepen de magistraten op om te stoppen met procederen. Helaas, er zijn alweer twee nieuwe procedures gestart. Alweer miljoenenclaims, met pleitdatums over een paar jaar. Zo goed als zeker zal daarop een nieuwe veroordeling voor tergend en roekeloos geding – voor pestgedrag, dus – volgen en een fikse schadeloosstelling. Maar wat maakt dat uit voor iemand die rijk is?
Soms houdt één persoon met pestgedrag de hele batterij van justitie aan de praat. Dat kan toch niet?
Het houdt niet op. Ik heb al zo’n vijftien keer gerechtsdeurwaarders aan de deur gehad. Ze komen klokvast op vrijdagavond om 17 uur. Dat doet extra pijn, want dan kun je je advocaat niet direct bereiken en is meteen je weekend vergald. Geen enkele rechter kan dat blijkbaar stoppen. Mijn man en kinderen hebben ook onder de hele zaak geleden. Al jaren heb ik alleen maar via advocaten en documenten contact met mijn familie.
Dat ik mijn verhaal vertel, is een eerbetoon aan mijn moeder. Tegelijk is het maar een van de vele privéverhalen waarin er geen oplossing komt omdat rechters machteloos staan. Dat moet veranderen. De tol van zulke zaken is loodzwaar. Mensen belanden in de marginaliteit, verzeilen in armoede door oplopende kosten. Ze worden ziek van zulke conflicten, gaan failliet, gooien zich onder een trein of raken zo dolgedraaid dat ze zelfs een moord plegen. Het gaat breder dan familievetes of erfeniskwesties: het gaat ook over vechtscheidingen, conflicten onder buren of collega’s, enzovoort. Ik wéét waarover ik praat. En ik overdrijf niet.
Hoe weet u dat het probleem zo groot is?
Van den Berghe: De voorbije vijftien jaar heb ik er met veel mensen over gepraat, uit alle lagen van de bevolking: buren, vrienden, experts, advocaten, magistraten, artsen, psychologen, noem maar op. Werkelijk iedereen kende soortgelijke verhalen. Lees gewoon de kranten, en je weet wat voor ellende mensen te verduren krijgen. Plots moet de luchthaven worden uitgebreid. Plots word je onteigend. Wie heeft er nog oog of tijd voor die menselijke ellende?
En dan heb ik het niet eens over wat het de maatschappij, ons allemaal dus, kost om die justitiemolen jaren te laten draaien, zonder zelfs maar een begin van een oplossing. Rechters, griffiers, administratief personeel, gebouwen enzovoort: dat kost miljoenen euro’s, en dat wordt allemaal betaald met uw en mijn belastinggeld. Daarom vraag ik: dóé er iets aan.
Wat moet er volgens u veranderen?
Van den Berghe: Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) zou wat ik ‘EEL’ noem – extreem emotioneel lijden – als ziekte moeten erkennen en de terugbetaling van de zorgkosten voorzien. Niet iedereen kan, zoals ik, vijftien jaar lang een psycholoog betalen.
Als je ongewild meegesleurd wordt in een rechtszaak, moet je wel een advocaat nemen. Daarom zou de overheid ook een rechtsbijstandverzekering verplicht moeten maken voor élke burger – die had ik gelukkig. Net zoals bij de ziekteverzekering zou ook daarbij de solidariteit moeten spelen: wie meer verdient, draagt meer bij; wie arm is, wordt financieel geholpen.
Hoe kun je zulke procedureslagen rond erfeniskwesties, familievetes, echtscheidingen of burenruzies stoppen?
Van den Berghe: Iedereen weet dat de gerechtsmolen traag maalt. Maar als iemand door de rechtbank meermaals is veroordeeld voor tergend en roekeloos geding zou de wet moeten toelaten dat één rechter onmiddellijk ingrijpt en binnen bepaalde wettelijke termijnen het conflict definitief beëindigt. Soms houdt één persoon met pestgedrag de hele batterij van justitie aan de praat. Dat kan toch niet?
De overheid zou een rechtsbijstandverzekering verplicht moeten maken voor élke burger.
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) beloofde dat er rond Pasen een nieuwe bemiddelingswet komt, waardoor minder geschillen voor de rechtbank zouden worden uitgevochten. Dat volstaat niet?
Van den Berghe: Die wet zou uiteraard een verbetering zijn, maar lost wellicht niets op voor zaken uit het verleden die al jaren aanslepen. Wanneer justitie zich daarmee onledig moet houden, kan ze geen andere, belangrijke zaken behandelen, of moet ze dat met vertraging doen.
Justitie frustreert mensen in plaats van ze te helpen?
Van den Berghe: Ja. Mensen ontwikkelen wraakgevoelens tegenover die manke justitie. En als je na jaren in het gelijk wordt gesteld, blijken bepaalde feiten verjaard. Te weinig zorgzame, koude regeringen en een machteloze justitie, verblind door hun rendementsdenken, jagen mensen de dood in. Ja, dat meen ik. En dat heeft ongetwijfeld ook politieke gevolgen. Waarom denkt u dat zo veel mensen op populistische of extreemrechtse partijen stemmen? Dat heeft echt niet alleen met vreemdelingen of racisme te maken. De agressie in onze maatschappij neemt hand over hand toe, ook door dit soort zaken. We zien niet op tijd in dat een ruzie ontaardt, waardoor veel slachtoffers vallen die we hadden kunnen vermijden.
Er valt veel te zeggen over de Britse regering, maar ik was wel gecharmeerd door premier Theresa May, die recent een minister voor Sociale Zorg heeft aangesteld, met bredere bevoegdheden dan alleen maar de klassieke gezondheidszorg. Waarom hebben wij die niet?
Ik voel me een klokkenluider. Ik hoop dat mijn verhaal ertoe zal bijdragen dat het probleem hoog op de politieke agenda komt, zodat er eindelijk iets verandert. Dan zal mijn ellende tenminste iets positiefs opgeleverd hebben.
Mieke Van den Berghe
– Geboren in 1948
– Jaren 1970: journaliste en nadien kabinetsadviseur bij Economische Zaken
– Begin jaren 1980: persmedewerkster van premier Wilfried Martens (CVP)
– 1982: woordvoerster van minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene (CVP)
– 1985: docent management en communicatie
– 1990: woordvoerster van vicepremier en later premier Jean-Luc Dehaene
– 1994: directeur-generaal van de Federale Voorlichtingsdienst
– 2002: managementconsultant en coach, onder andere bij Telenet en Ernst & Young
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier