Hendrik Vuye
‘Met zijn uitspraken is Francis Delpérée zelf het graf van België aan het delven’
‘Mocht ik even kort door de bocht gaan als Francis Delpérée, dan zou ik hem beschuldigen van een zware schending van de mensenrechten’, reageert Hendrik Vuye (N-VA) op de beschuldigingen van de CDH’er.
De ietwat bizarre baron-professor Francis Delpérée (CDH) is in Vlaanderen een nobele onbekende. Hij is echter naam aan het maken door met de regelmaat van een klok –uniquement en français, bien évidemment– te herhalen dat N-VA een racistische partij is. Ook deze week is dit het geval. Zowel in een interview met La Libre Belgique, als op Matin Première (RTBF), laat hij zich nog eens goed gaan. Hij scandeert zijn woorden, zoals wij dat ooit deden in de retorica met Latijnse teksten, en ratelt over N-VA: ‘un parti belgophobe, europhobe, francophobe, bruxellophobe … raciste!‘. Hij spreekt die woorden uit molenwiekend met de armen, als de allerbeste windmolen. Alleen partijgenote Joëlle Milquet overtreft hem in deze discipline.
Met zijn uitspraken is Francis Delpérée zelf het graf van België aan het delven
De woorden van Delpérée zijn geen kattenpis. Wie een ander herhaaldelijk beschuldigt van racisme, zou de draagwijdte van zijn woorden moeten beseffen. Delpérée beschuldigt N-VA van een verwerpelijk misdrijf. Hierbij past alvast een bedenking. Indien Delpérée zo overtuigd is van zijn stelling, waarom dient hij dan geen strafklacht in? Waarom dient Delpérée geen klacht in bij het Gelijkekansencentrum? Beste Francis Delpérée, durf de daad naar het woord te voegen en dien klacht in. Doe je dit niet, dan geef je eigenlijk toe te beseffen dat je juridische nonsens aan het vertellen bent.
Let wel, ik neem Delpérée niets kwalijk. Wel integendeel. In een democratie heeft een parlementslid het recht grof te zijn. Hij heeft het recht vuilgebekt te zijn. Hij heeft het recht om niet ten volle de draagwijdte van zijn woorden te beseffen. Hij heeft het recht om te zeveren en om onverstandig te zijn, zelfs het recht om andere politici te beledigen. Het zijn allemaal rechten waar Francis Delpérée ten volle gebruik van maakt. Het weze hem gegund, zelfs al zijn zijn uitspraken bijzonder onverstandig. Ik ben democraat, ik eerbiedig het gebruik dat Delpérée maakt van zijn recht op vrije meningsuiting. Maar, ik heb evident ook het recht om hem tegen te spreken. Ook dat is democratie en ook dat is vrije meningsuiting.
Wie is er eigenlijk aan het woord wanneer Delpérée spreekt? Is het de emeritus professor staatsrecht of de politicus? Laat ik even op zoek gaan naar een neutrale arbiter. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is dergelijke scheidsrechter aan wiens gezag niemand kan twijfelen. Zelfs Francis Delpérée niet, alhoewel het mij niet zou verwonderen dat hij dit toch doet. Bescheidenheid is aan hem immers slechts in bijzonder bescheiden mate besteed.
Wat zegt dat Europees Mensenrechtenhof over politieke partijen die streven naar meer autonomie, of zelfs naar onafhankelijkheid? Voor dit Hof is dit een politiek doel dat evenwaardig is aan liberalisme, socialisme en christendemocratie. Er bestaat geen hiërarchie tussen politieke stromingen. Meer nog, het Hof heeft al herhaaldelijk beslist dat het streven naar meer autonomie en het verdedigen van de belangen van een bevolkingsgroep, niets te maken heeft met racisme. Hallo, Francis Delpérée, is je dit even ontgaan? Geen nood, het is mij een waar genoegen om een collega parlementslid een geheugensteuntje te bieden.
Mensenrechten
Meer nog, in een vaste rechtspraak oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat een politieke partij het volste recht heeft om te streven naar nieuwe staatsstructuren. Het Hof oordeelt ook dat het streven naar onafhankelijkheid helemaal niet inhoudt dat men oproept tot geweld. Streven naar autonomie kan dus echt niet worden gelijkgesteld met racisme.
In deze context zijn de arresten van het Europees Hof in de zaken omtrent ‘United Macedonian Organisation (UMO): Ilinden-Pirin’ bijzonder interessant. Het gaat om een organisatie en politieke partij die streeft naar autonomie en onafhankelijkheid. Het Mensenrechtenhof stelt onomwonden dat dergelijk streven op zich helemaal niet in strijd is met de democratische beginselen. Meer nog, het Hof oordeelt dat in een democratie, alle politieke ideeën aan het democratisch debat moeten kunnen deelnemen. Eenieder heeft aldus het recht op te komen bij verkiezingen en de verkozenen van een partij hebben het democratische recht de standpunten van hun kiezers te vertolken. We zijn hier mijlenver weg van het verwijt van Francis Delpérée, alwaar hij streven naar meer autonomie gelijkstelt aan racisme. Meer nog, wat Delpérée verkondigt is kennelijk in strijd met het standpunt van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Mocht ik nu even kort door de bocht gaan als Delpérée, dan zou ik hem beschuldigen van een zware schending van de mensenrechten.
Mocht ik nu even kort door de bocht gaan als Delpérée, dan zou ik hem beschuldigen van een zware schending van de mensenrechten. Hij miskent immers het vrije politieke debat, nochtans een fundamentele waarde van de democratie. Dit zou hem evenwel oneer aandoen. Delpérée is gewoon één van die ééntalig Franstalige Belgen die niet goed beseffen dat er in het huidige België ook Vlamingen rondlopen. Hij is een tricolore baron, die maar al te graag –en Français, bien évidemment– Vlamingen de les spelt. Het België van Delpérée, dat is het België van 1830. Een België waar Franstalige baronnen het hoge woord voeren en Vlamingen eerbiedig het hoofd buigen. Die tijd is echter al lang voorbij.
De al te gekke beschuldigingen van Francis Delpérée doen me mijmeren over het recente referendum in Schotland. Hoe kan men toch maar verklaren dat men aldaar op een rationale wijze kan debatteren over autonomie en onafhankelijkheid, terwijl dit in België steeds weer een emotioneel debat wordt? Is het nu echt nodig om de grootste politieke partij van Vlaanderen te beschuldigen van racisme? Wat brengt dit bij aan het politieke debat?
Met zijn uitspraken is Delpérée zelf het graf van België aan het delven. Vlamingen nemen dergelijke beschuldigingen niet. Ze zijn politiek onjuist, wetenschappelijk oneerlijk en ethisch crapuleus. Zie het belangrijke arrest in de zaak Ibrahim Aksoy tegen Turkije, van 10 oktober 2000; Zie het arrest van 2 oktober 2001, inzake Stankov en Organisation Macédonienne Unie Ilinden tegen Bulgarije. Rechtspraak nadien meermaals bevestigd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier