Mensenkennis.be
‘Met voorbedachten rade of niet? Hoe onze hersenen opzettelijk en toevallig gedrag verwerken’
Vergelijkbaar gedrag kan een volledig andere reactie oproepen afhankelijk van of dit gedrag opzettelijk of per ongeluk is uitgevoerd. Charlotte Desmet van Mensenkennis.be legt uit hoe dat in zijn werk gaat.
Deze bijdrage is een product van de wetenschapsblog Mensenkennis.be, een initiatief van de Gentse Alumni Psychologie.
De Zuid-Afrikaanse hardloper Oscar Pistorius heeft zijn vriendin, Reeva Steenkamp, doodgeschoten. Dit staat vast, maar dacht hij werkelijk dat hij schoot op een inbreker of wist hij dat hij zijn vriendin met kogels doorzeefde? Het antwoord op deze vraag bepaalt voor een groot deel hoe we naar Pistorius kijken: voelen we medeleven voor een man die per ongeluk zijn eigen vriendin doodschoot, of zien we een moordenaar die een lange gevangenisstraf verdient?
Vergelijkbaar gedrag kan dus een volledig andere reactie oproepen afhankelijk van of dit gedrag opzettelijk of per ongeluk is uitgevoerd. Vergelijk het met iemand die per ongeluk tegen je aan botst of je met opzet opzij duwt. In het eerste geval zal je gemakkelijk excuses aanvaarden, in het tweede geval zal je niet vergeeflijk glimlachen naar de persoon in kwestie.
Theory of Mind
Wat gebeurt er nu in onze hersenen als we naar opzettelijk en toevallig gedrag kijken? In ons brein hebben we een aantal hersengebieden die actief worden als we het gedrag van anderen interpreteren. De verzameling van deze hersengebieden noemen wetenschappers het ‘Theory of Mind’-systeem. Dit systeem is uniek voor de mens en ontwikkelt zich rond de leeftijd van 4 jaar. Het stelt ons in staat om ons te verplaatsen in de leefwereld van andere mensen. Anders gezegd, dit systeem laat ons toe om het perspectief van anderen in te nemen en zo hun gedrag te begrijpen.
‘Met voorbedachten rade of niet? Hoe onze hersenen opzettelijk en toevallig gedrag verwerken’
Als we gedragingen zien die we niet verwachten, zullen we dit systeem dan ook sterker activeren. Als we bijvoorbeeld iemand zien die een lichtschakelaar bedient met de elleboog zal ons Theory of Mind-systeem actiever zijn dan wanneer we iemand zien die een lichtschakelaar bedient met de hand. Als we harder ons best moeten doen om te begrijpen waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt, zal het Theory of Mind-systeem actiever worden. Dit verklaart waarom het Theory of Mind-systeem actiever is als we onverwacht gedrag bekijken. Maar maakt het uit of dit gedrag met opzet of per ongeluk wordt uitgevoerd? Deze vraag werd onlangs beantwoord in een wetenschappelijk onderzoek aan de Universiteit van Gent.
Opzettelijk of toevallig?
Proefpersonen hun hersenactiviteit werd gemeten in een MRI-scanner terwijl ze naar kortefilmpjes keken van onverwacht gedrag; bijvoorbeeld iemand die met zijn elleboog een lichtschakelaar bedient. De persoon in het filmpje kon het gedrag met opzet uitvoeren of per ongeluk. Zo kon bijvoorbeeld een filmpje getoond worden van een persoon die naar een lichtschakelaar toeloopt en deze aansteekt met de elleboog (met opzet). Het bijpassende toevallige filmpje toonde dan een situatie waarin een persoon tegen een muur aanleunt, hierdoor botst tegen de lichtschakelaar en zo het licht doet aangaan (per ongeluk).
De onderzoekers vergeleken de hersenactiviteit tijdens het kijken naar de opzettelijke filmpjes met de hersenactiviteit tijdens het kijken naar de toevallige filmpjes. Tijdens het bekijken van de opzettelijke filmpjes was een deel van het Theory of Mind-systeem actief, namelijk het onderste deel van de voorste of prefrontale hersenkwab (de anterieure mediale prefrontale cortex, of het groene gebied op de figuur).
‘Oeps-respons’
Wanneer proefpersonen keken naar de toevallige acties was een ander hersengebied actief, namelijk een hoger gelegen deel van de prefrontale hersenkwab (de posterieure mediale prefrontale cortex, of het rode gebied op de figuur). Dit deel van de hersenen maakt geen deel uit van het Theory of Mind-systeem maar wordt wel actief als we gealarmeerd worden door een bepaalde gebeurtenis. Zo is dit hersendeel ook actief als we bijvoorbeeld een fout maken. Je zou het kunnen aanduiden als de ‘oeps’-respons van onze hersenen.
Conclusie
Als we geconfronteerd worden met onverwacht gedrag, bijvoorbeeld iemand die tegen ons aanbotst, zijn er twee mogelijkheden. We denken dat de persoon het per ongeluk gedaan heeft. In dat geval zullen we niet veel belang hechten aan onderliggende motieven voor dit gedrag. Dit zien we terug in de hersenen: de observatie van toevallig gedrag lokt vooral een ‘oeps’-respons uit. We worden even opgeschrikt maar we gaan dit gedrag niet verder interpreteren. Als we daarentegen denken dat de persoon met opzet tegen ons aanbotste dan zullen we hier wel zwaar aan tillen en proberen begrijpen waarom de persoon dit deed. Dit wordt weerspiegeld in de hersenen door de sterkere activatie van het Theory of Mind-systeem.
Charlotte Desmet is een postdoctoraal medewerker aan de vakgroep experimentele psychologie van de UGent. Ze onderzoekt hoe we (en dan vooral onze hersenen) reageren op het bekijken en interpreteren van anderen hun gedrag. Daarnaast houdt Charlotte van wetenschapscommunicatie en is ze medelesgever bij de vakken neuropsychologie en neuropsychologische diagnostiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier