‘Met N-VA wordt België een lege huls’
‘De maskers vallen af’, vindt Hugues Dumont, professor grondwettelijk recht aan de Universiteit Saint-Louis in Brussel. Het institutionele project van de N-VA is ‘separatisme dat zijn ware aard niet toont’.
Van vrijdag 31 januari tot zondag 2 februari organiseert N-VA een zeer belangrijk congres. Zo zal er op tafel een tekst van 70 pagina’s liggen waarin de Vlaamse nationalisten uitleggen welk confederalisme ze willen. Hugues Dumont heeft de tekst voor ons gelezen. “Mijn diepe bezorgdheid, zegt hij, is dat een groot aantal Vlaamse kiezers voor N-VA zullen stemmen zonder dat ze het programma goed kennen”.
Wat wekt het project van een confederaal België van de N-VA bij u op?
Hugues Dumont: “Het is de uitdrukking zelf van België als “lege huls” die ik al jaren vrees. In de tekst van de N-VA blijft er bijna niets op confederaal niveau over: de nationale defensie, een licht burgerlijk wetboek voor alles wat niet territoriaal kan afgebakend worden, een strafwetboek en een cel die instaat voor de veiligheid, en dan enkel voor overtredingen op grote schaal: terrorisme, wapenhandel, mensenhandel. Er zou nog een Belgische nationaliteit bestaan, maar die zou alleen kunnen toegekend worden na het slagen van een burgerlijk traject dat door de twee gemeenschappen georganiseerd wordt. Het asielrecht zou op confederaal niveau blijven maar het vluchtelingencommissariaat zou alleen uit Vlaamse en Waalse experten bestaan. Dat is alles.”
“Op socio-economisch vlak is alleen het grote werk van de wegwerking van de schuld de taak van de confederale Belgische instanties. De rest wordt aan de confederale staten toevertrouwd, met inbegrip van Buitenlandse zaken, Justitie, Binnenlandse zaken en de volledige sociale zekerheid. Er zijn zelfs geen ambassades meer voor België ook al kunnen, zegt N-VA , Vlaanderen en Wallonië (wat wij in recht de Franse gemeenschap of de Federatie Wallonië-Brussel noemen) samenwerken als ze dat willen. De Belgische confederatie zou het minst aantal bevoegdheden bevatten van alle confederaties die ooit bestaan hebben.
Volgens het programma van de N-VA zouden er ook geen federale verkiezingen meer zijn, geen Grondwet meer, maar een verdrag tussen verbonden entiteiten en geen regering meer op zich maar een confederale Raad. Het essentiële minimum voor het klein aantal dingen waarover nog moet overlegd worden?
Dumont: “Ja. Er zou een Ministerraad blijven die zou werken als het huidige model van interministeriële conferenties, zelfs al gebruiken zij andere termen, in functie van de behandelde onderwerpen. Zo zou er toch nog een confederale regering met zes ministers afgevaardigd door de regionale regeringen zijn. Dat zouden eenvoudigweg uitvoerders zijn.”
“Het geheel zal gecontroleerd worden door een parlement met een eenkamerstelsel met 25 Kamerleden uit het Vlaams parlement en 25 Kamerleden uit het Waals parlement. Tot daar de organisatie van de lege huls.”
“Ik denk echter dat de maskers afvallen als je de volledige tekst leest. Op pagina 63, bij nummer 393 ontdek je dat de Europese Unie volgens de N-VA naties zonder staat moet verwelkomen.”
Het confederalisme zou dus slechts een overgangsfase naar de onafhankelijkheid zijn ?
Dumont: “Ja, dat is zeer expliciet ook al is het goed verborgen. Er staat expliciet bij dat die naties zonder staat Schotland, Catalonië, het Baskenland en Vlaanderen zijn. Er staat zelfs vermeld dat het niet via een revolutie, maar via een vreedzame evolutie zal plaatsvinden. Zelfde bekentenis van separatisme op pagina 65, nummer 416, waar er staat dat de Europese Unie de stabiliteits- en hervormingsprogramma’s die Europa voorschrijft apart moet beoordelen voor Vlaanderen en Wallonië. De Belgische confederatie zou enkel nog een brievenbus zijn.”
We wachtten trouwens op het voorstel van de N-VA inzake Brussel. Hier hebben we een helder antwoord…
Dumont: “Alle Brusselaars moeten inderdaad een volledige aansluiting met de Vlaamse of de Franse gemeenschap kiezen. Die keuze is omkeerbaar, maar is in een eerste fase vast voor drie jaar. Het betreft alles wat “persoonsgebonden” is, dit wil zeggen de cultuur, het onderwijs, het kindergeld, maar ook de personenbelasting, de sociale zekerheid als ze niet verbonden is met een arbeidsovereenkomst ook al is dat niet zo duidelijk aangezien er over werkloosheid, pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering… gesproken wordt. De Brusselaars zouden zich toch nog tot diensten van de andere kant kunnen richten, aankloppen bij een Vlaamse school bijvoorbeeld, maar degenen die verbonden zijn met de gemeenschap die de dienst verleent, zouden voorrang genieten. De keuze zou dus niet helemaal vrij zijn.”
“Al de rest, wat niet op territoriaal vlak kan afgebakend worden is, het is te zeggen de huidige regionale materie, plus nog een deel nieuwe bevoegdheden, zou bij het Brussels gewest terecht gekomen, met inbegrip van de bedrijfsbelasting waarbij Brussel op financieel vlak haar plan moet trekken en haar verantwoordelijkheid moet opnemen. Die bevoegdheden zouden echter altijd uitgeoefend worden met een controlerecht van de Vlaamse en Waalse ministers. Ze spreken niet expliciet over een voogdijschap, maar we zien wel dat het Brussels gewest absoluut niet op hetzelfde niveau van de twee anderen geplaatst wordt.”
“Het is echt het “twee plus twee” model, dat, het moet gezegd worden, dat van de resoluties van het Vlaamse parlement van 1999 was. Daardoor had ik op dat moment gezegd dat we naar een “leeg omhulsel” dreigden te gaan.”
De maskers vallen af, als je de volledige N-VA-tekst leest
Hugues Dumont, professor grondwettelijk recht
De uitdrukking van het project van de N-VA is zeer radicaal, maar past zowel in de institutionele Belgische geschiedenis, met een onderscheid tussen de Gewesten en Gemeenschappen, als in de verzoeken van alle Vlaamse partijen?
Dumont: “Helemaal, maar het is wel tot in het uiterste gedreven. We overschrijden zelfs de limiet aangezien de Belgische staat zelfs niet meer zijn verantwoordelijkheden kan opnemen als lidstaat van de Europese Unie. We kunnen eigenlijk zelfs niet meer over een Belgische staat in de zin van internationaal recht spreken.”
“Ik heb het gezegd : de maskers vallen af.”
De mogelijkheid dat er in Brussel subnationaliteiten zouden zijn doet de Franstaligen uit hun vel springen…
Dumont: “Ze gaan inderdaad in tegen de trend van de burgerlijke Brusselse maatschappij die bijvoorbeeld het einde van gescheiden lijsten voor het Brusselse parlement eist. Ik zeg niet dat alle Brusselaars zich daarin herkennen, maar het wordt wel gesteund door een groot aantal mensen en verenigingen.”
“In termen van mensenrechten, is dat principe van subnationaliteiten duidelijk betwistbaar. Aangezien inwoners van eenzelfde stad voor een identiteitskeuze worden plaatst waarvan de financiële impact niet neutraal is. We hebben mogelijk te maken met administratief geweld!”
“Dat gezegd zijnde, moeten we vaststellen dat veel Vlamingen, die niet noodzakelijk aanhangers zijn van de ideeën van de N-VA, zich niet meer herkennen in die wens van Brusselse emancipatie. Zelfs iemand die redelijk gematigd is zoals Els Witte ( historica en voormalige rector van de VUB) vindt dat er een gewaarborgde vertegenwoordiging moet blijven voor de Vlaamse minoriteit in Brussel.”
“Vandaag is de moeilijkheid dat we de indruk hebben dat het Belgische institutioneel systeem nog altijd geen toereikend evenwichtspunt heeft gevonden, noch voor de enen noch voor de anderen. En we zien niet hoe we een consensus kunnen vinden dat iedereen tevreden stelt.”
Hoe kunnen we dat bereiken?
Dumont: “Ik sta zeer perplex ten opzichte van de moeilijkheid om het systeem te hervormen. We worden permanent geconfronteerd met onverzoenlijke standpunten. Het compromis is noodgedwongen frustrerend. Er is, het moet gezegd worden, waarheid in de vaststelling van de N-VA, ook al is het karikaturaal als ze stellen dat we op geen enkel punt meer overeenkomen.”
Kan dat project dus verdoken separatisme genoemd worden?
Dumont: “Ja duidelijk, het moet zelfs zo benoemd worden. Het gevaar is inderdaad dat veel Vlamingen, die klaar zijn om een Belgisch federale staat te handhaven met een minimum aan inhoud, zich laten verblinden door een programma dat zowel de schijn ontziet en bovendien een zeer handige, serene, open toon ten opzichte van Wallonië hanteert. Het is geen oorlogsverklaring tegen de Franstaligen, het is dus zeer pervers.”
“Er is ook het idee dat de N-VA Brussel niet loslaat terwijl die trend bestaat in de Vlaamse beweging met separatistisch karakter. De N-VA heeft een niet onbeduidende keuze gemaakt door te stellen dat ze nog altijd geïnteresseerd is in Brussel, dat die stad nog altijd deelt uitmaakt van Vlaanderen. Ze wil zelfs investeren in Brussel en bijdragen tot de strijd tegen de verarming. Sommigen zouden zelfs kunnen stellen dat die tekst niet anti-Belgisch is.”
Haar aanhangers zeggen inderdaad dat die tekst Brussel versterkt als koppelteken van het land en dat het project van de N-VA minder separatistisch is dat van de fédération Wallonie-Bruxelles…
Dumont: “Dat is het toppunt! Wat ze aan Vlaamse zijde niet kunnen vatten is dat veel Brusselaars en Walen nood hebben om de banden aan te halen, juist omdat er een totaal gedefederaliseerde sociale zekerheid aankomt. Alle specialisten tonen aan dat een sociale zekerheid alleen werkt als ze op grote schaal wordt georganiseerd. Hier is er echter een wil om alles af te breken. Zo worden de Franstaligen in Brussel die, wat er ook gezegd wordt, nog altijd de meerderheid vormen, uitgenodigd solidair te zijn.”
“Als de Vlaamse nationalisten over solidariteit spreken hebben ze ook een pervers discours want in hun ogen moet iedereen uiteindelijk terugkrijgen wat hij geeft. Maar dat is het tegenovergestelde van solidariteit! Ja, als je het ontcijfert, is dat programma uiterst pervers.”
Als N-VA na de verkiezingen van 25 mei niet incontournable wordt, kan dat project doodgeboren zijn. Dan zou alleen een intellectuele overdenking zijn?
Dumont: “Ja. Maar ik ben er diep van overtuigd dat de nieuwe senaat die we met de zesde staatshervorming op de been hebben gebracht als denkkamer voor een zevende staatshervorming zal dienen.”
Dat is wat CD&V wenst.
Dumont: “Ja, als je goed leest hoe de bevoegdheden van de nieuwe senaat uitgeschreven werden, is het blijkbaar waaraan ze gedacht hebben. We moeten dat beseffen. Ik vrees dat de Franstaligen zich laten wiegen door het huidig discours dat zegt dat de hervorming niet voor onmiddellijk is.”
“Ik wil helemaal niet Cassander zijn of me in een zwart pessimisme wentelen, maar objectief gezien zijn er heel veel institutionele problemen waarmee we geconfronteerd worden die de zevende staatshervorming onvermijdelijk maken.”
Lees in deze reeks ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier