Mensenhandel in België: ‘Er bestaat duidelijk een markt voor zwarte vrouwen’
In In eer en geweten laat Veerle Maebe procureurs aan het woord. Knack biedt u een van de openhartige getuigenissen aan, namelijk die van substituut-procureur des Konings Maarten Sobrie, over mensensmokkel en -handel: ‘Vroeger werden prostituees wel eens in elkaar geslagen, maar daar zijn de pooiers van afgestapt. Want een vrouw met een blauw oog, dat verkoopt niet meer.’
Wat me aantrok in het bestrijden van mensenhandel en mensensmokkel, was de essentie van het misdrijf: het wordt gepleegd door daders die hun slachtoffers reduceren tot winstgevende koopwaar. Dat mechanisme wil de wetgever strafbaar stellen. Het is onaanvaardbaar dat iemand met een medemens omgaat alsof het een product is. Op dat moment ontmenselijken ze hun slachtoffers.
Mensenhandel komt in ons land vaker voor dan je zou denken. De tijd van de jonge Filipijnse meisjes die letterlijk aan de man werden gebracht, is zo goed als voorbij, maar mensenhandel is een ruimer begrip geworden. Het bekende fenomeen van de Nigeriaanse mensensmokkel gekoppeld aan mensenhandel is daarvan een goed voorbeeld.
Mensenhandel komt in ons land vaker voor dan je zou denken.
Vanuit Afrika trekt de vluchtelingenstroom doorheen de Sahara tot aan de Libische kust om van daaruit via de Middellandse Zee Europa te bereiken. Tot daar gaat het om mensensmokkel, wat erop neerkomt dat men geld verdient door mensen onrechtmatig over de grens te brengen. Nigeriaanse bendes hebben pionnen in Lagos, Benin City en andere grote steden in hun land waar ze mensen ronselen. Diegenen die hen door de Sahara smokkelen en zij die voor de bootjes zorgen, zetten ook hun pionnen uit. En verder hebben ze in West-Europa een netwerk uitgebouwd zodat ze hun slachtoffers van punt A naar punt B kunnen brengen met tussenstops op Lampedusa, Sicilië en Noord-Italiaanse en Franse steden.
De mensen die uit Nigeria worden gesmokkeld, zijn grotendeels economische vluchtelingen op zoek naar een beter leven. De organisatie brengt hun het hoofd helemaal op hol en zegt onder meer dat ze slechts 60.000 euro per persoon moeten betalen. Maar die mensen weten niet hoeveel 60.000 euro is! In Nigeria spreekt men al gauw over 100.000 naira, de munteenheid is enorm gedevalueerd en bovendien gaat het veelal om jonge vrouwen die totaal geen besef hebben van de waarde van geld. Ze krijgen te horen dat ze dat bedrag gemakkelijk binnen het jaar kunnen verdienen. De reis gebeurt dus op krediet en voor het vertrek moeten ze beloven hun schuld te vereffenen.
Om de druk te verhogen, ondergaan ze voodoorituelen, een occulte religie waarin de meesten van hen geloven. De voodoopriester intimideert hen en dreigt ermee dat niet alleen zij, maar ook hun familieleden, de meest gruwelijke dood zullen sterven als ze de politie inschakelen of hun schuld niet afbetalen. Die mensen zijn wanhopig op zoek naar een beter leven en willen de kans grijpen. Ze geloven in de illusie dat ze die 60.000 euro in het Westen snel bij elkaar zullen krijgen als kapster of weet ik veel. Sommigen weten wel vooraf dat ze in de prostitutie zullen belanden, maar dat lijkt hun nog altijd een betere optie dan ginder te blijven. Ze weten niets van de wereld en zijn wat dat betreft zeer naïef.
Het is quasi onmogelijk om het criminele netwerk volledig op te rollen. België onderhoudt geen diplomatieke relaties met Nigeria, we kunnen niets vragen en bijgevolg ook niets verwachten. En in Libië is er nog nauwelijks staatsgezag, dus daar moet je al helemaal niet gaan onderhandelen.
De Antwerpse politie heeft een prostitutieteam, samengesteld uit een hoofdinspecteur en een aantal agenten, die de prostitutiewijk en de verdoken prostitutie opvolgen. Die Nigeriaanse meisjes kunnen natuurlijk niet achter een raam gaan zitten. Het Schipperskwartier is geprofessionaliseerd, vrouwen die daar aan de slag gaan, hebben een verblijfsvergunning en moeten binnen de vierentwintig uur geregistreerd worden.
Er bestaat duidelijk een markt voor zwarte vrouwen. De Afrikaanse meisjes belanden in de verdoken prostitutie en zijn online of via advertenties terug te vinden. Of ze gaan naar bepaalde cafés waarvan men weet dat er vrouwen worden geronseld. Daar kunnen ze een ontmoeting regelen. Een andere mogelijkheid is een achterliggend straatje of een goedkoop rendez-vous hotel, en het kan ook dat de klant hen mee naar huis neemt. In het Schipperskwartier is een vzw actief die medische zorgen en controles aanbiedt en waar iedereen terechtkan. Maar omdat de Nigeriaanse meisjes zo verdoken werken, zijn ze moeilijk te bereiken en de medewerkers van de vzw moeten echt naar hen op zoek gaan.
Ik ontmoette een aantal van die meisjes en stelde vast dat ze zwaar getraumatiseerd waren. Je mag niet vergeten dat ze tijdens de reis door de Sahara al veel afgezien hebben. Wie niet mee kan, zwak is of ziek, wordt achtergelaten, en dan is het gedaan. De Sahara is zo groot als Europa, geen wonder dat ze nooit worden teruggevonden, en de mensensmokkelaars zullen er uiteraard niet over praten. Het transport gebeurt met vrachtwagens, bussen en jeeps, ze mogen niet zomaar door Niger of Mali te rijden, en soms loopt de route zelfs door oorlogsgebied. Daar komt dan nog eens bij dat die meisjes de Libische kampen moeten doorstaan waarin ze soms maandenlang worden opgesloten, en daarna moeten ze de zeereis overleven.
Wanneer die vrouwen en meisjes hier aankomen, belandt het gros in de prostitutie.
De tocht is niet alleen fysiek zwaar, ze worden door de smokkelaars ook emotioneel en mentaal misbruikt. Eigenlijk worden ze als beesten behandeld. Stel dat men tegen jou zegt: ‘En nu gaan we met een jeep door de Sahara’ en je kunt geen joker inzetten, dan weet je dat het om een tocht op leven en dood gaat.
Wanneer die vrouwen en meisjes hier aankomen, belandt het gros in de prostitutie. Ze krijgen geen medische zorgen, geen werkkledij en geen eten. Omdat ze alles afstaan aan hun pooier, moeten ze foefelen om in hun levensonderhoud te voorzien. Stel dat een werkuur seksuele dienstverlening 180 euro opbrengt, dan gaat de helft daarvan naar de organisatie die hen naar hier bracht. En dan zijn we er nog niet, want vaak zijn die vrouwen niet in staat om zelf klanten te vinden. Dikwijls zijn ze gedwongen om in het Antwerpse of het Brusselse beroep te doen op een lokale pooier. Zo’n man vraagt geld om als zwarte taxi te rijden en daarbovenop een bonus om klanten aan te brengen. Wat schiet er dan nog over van die honderdtachtig euro? Misschien hoop en al twintig of vijfentwintig euro.
Vroeger werden prostituees wel eens in elkaar geslagen, maar daar zijn de pooiers van afgestapt. Want een vrouw met een blauw oog, dat verkoopt niet meer, en die meisjes zijn voor hen tenslotte een bron van inkomsten. Wat niet wil zeggen dat ze niet nog altijd gereduceerd zijn tot een voorwerp. En ook niet onbelangrijk: in België is dwang niet langer een kernelement van dit misdrijf. Je kunt mensenhandelaar zijn zonder iemand te dwingen, te slaan of mentaal in de tang te nemen.
Antwerpen is New York niet, het is een groot dorp en de kans dat ze gevonden worden, is reëel. Je kunt onderduiken, maar je moet je niet inbeelden dat je kunt verdwijnen. Telkens als het prostitutieteam tijdens een controle illegale Nigeriaanse meisjes aantreft, valt het op dat ze doodsbang zijn. De meesten zijn tussen de zestien en de vierentwintig, en er zitten ook kinderen bij. Ze worden ondergebracht bij Payoke, een opvangcentrum voor prostituees en slachtoffers van mensenhandel. Goddank dat dit opvangtehuis bestaat! Daar krijgen ze de gelegenheid om onder te duiken en hun eigenwaarde terug te vinden.
Wanneer de politie vrouwen oppakt, weten we dat meteen. Als ze rechtstreeks bij Payoke terechtkomen, duurt het langer. Er bestaan twee soorten slachtoffers. Er zijn er die, dankzij de coaching van de medewerkers van Payoke, op het rechte pad blijven en een beter leven opbouwen. Ze volgen taallessen en aanvaarden een verblijfsstatuut als slachtoffer van mensenhandel. Ze proberen een job te vinden en laten zich psychologisch begeleiden. Op geestelijk vlak is dat verschrikkelijk hard. Anderen zijn te ver heen, ze geraken niet van hun trauma af en keren soms terug naar waar ze vandaan kwamen. Je ziet ook dat sommigen zich opwerken tot pooier en zelf meisjes misbruiken die hetzelfde hebben meegemaakt.
Sommige prostituees stappen dus uit het milieu, maar dat lukt ze lang niet allemaal. Uitzonderlijk trouwt er wel eens eentje met een klant, meestal gaat het om een oudere eenzame man op zoek naar gezelschap. Ofwel vinden ze een sugar daddy, een welstellende man die denkt dat hij de vrouw van zijn leven heeft gevonden, maar ondertussen genadeloos gepluimd wordt.
Je mag die Nigeriaanse meisjes niet vergelijken met Belgische leeftijdsgenotes die hier opgroeiden en een schoolopleiding hebben gekregen. Zij komen uit een totaal andere maatschappij die door en door corrupt is en waar scharrelen een tweede natuur is om te overleven. Toch kunnen ook Belgische vrouwen in het net van een mensenhandelaar verstrikt geraken. Een Belgische pooier ronselde vrouwen die zich voor hem wilden prostitueren. Hij zou de klanten aanbrengen en in ruil daarvoor eiste hij de helft van de inkomsten. Hij regelde alles vanachter zijn computer. Hij plaatste online-advertenties, stuurde chauffeurs op pad om de meisjes naar hun bestemming te brengen en ontving het geld. Los van de prostituee-klant-relatie rekruteerde hij vrouwen door hen aan een praktische proef te onderwerpen: ‘Als ge voor mij wilt werken, moet ik eerst weten of ge goede diensten verleent. Kleed u uit zodat we een test kunnen doen.’ Het lijkt onvoorstelbaar dat je daar als vrouw op ingaat, maar het wordt wel begrijpelijk als je weet wie er in de prostitutie stapt.
Het is echt niet zo dat ze het leuk vinden, zoals je wel eens hoort.
In het algemeen gaat het om vrouwen die in financiële nood zitten en geen uitweg meer zien. Het is echt niet zo dat ze het leuk vinden, zoals je wel eens hoort. Achteraf verklaarden drie van deze vrouwen dat ze onder druk handelden. Het was hun enige kans om aan een inkomen te geraken, en toen die kerel zei ‘Ge moet het met mij doen, of ge krijgt geen job’ zagen ze geen andere uitweg dan toe te geven. In zekere zin was er bij die vrouwen dus een schijnbare bereidwilligheid. Ze werden niet fysiek mishandeld, maar we mogen de omstandigheden niet negeren waarin dat gebeurde. Als je tijdens een sollicitatiegesprek te horen krijgt dat je eerst je benen moet opendoen, dan gaat het om verkrachting, want dat is morele dwang, punt.
Je kunt je afvragen waarom die vrouwen niet naar het OCMW stappen. Wel, om de eenvoudige reden dat die hulp niet altijd volstaat. Neem nu een drieëntwintigjarige gescheiden moeder met twee kindjes die alleen voor het inkomen instaat en een hypotheek moet afbetalen terwijl ze intussen verhuisd is en huur moet betalen. Waar moet zo iemand het geld halen? Als poetsvrouw zal ze zo’n schuldenberg niet snel afgebouwd krijgen. Dan opent de prostitutie, waarin men 120 euro per uur verdient, iets meer perspectieven.
Een klassiek voorbeeld waarvan het patroon in meerdere dossiers terugkwam: een meisje kende moeilijke tienerjaren en bracht een deel van haar jeugd door in een instelling. Ze experimenteerde met cocaïne, cannabis, XTC, noem maar op. Ze had een impulsief karakter – eerst doen, dan pas denken – en was door haar achtergrond en voorgeschiedenis erg beïnvloedbaar. Toen ze in een periode terechtkwam waarin haar klein sociaal netwerk wegviel, werd ze verliefd op de verkeerde man.
Hij isoleerde haar nog meer, overlaadde haar met cadeautjes en lieve gebaren, en spiegelde haar een mooie toekomst voor. Zo werd ze niet alleen financieel, maar ook emotioneel afhankelijk. Om die veelbelovende toekomst te realiseren, vroeg hij haar of ze samen geld konden verdienen. Via de prostitutie, dus. Al naargelang het meisje in kwestie kunnen zulke kerels hun doel bereiken door overtuigingskracht, manipulatie, chantage, intimidatie, bedreigingen of geweld. En eens ze de eerste stap heeft gezet, is er geen weg meer terug.
In de tienerprostitutie komen de meisjes bijna allemaal uit een jeugdinstelling en ze bouwen amper een sociaal netwerk op. De deuren staan open en wie weg wil, vlucht. Pubers verzetten zich van nature tegen autoriteit, en de instelling is de eerste vorm daarvan waarmee ze te maken krijgen. Ze willen vrijheid, ze willen foute dingen doen. Dat hoort bij jong zijn, dat is stoer, en met een beetje geluk blijft het bij een fles jenever leegdrinken en een zatte avond. Bij die meisjes ligt het anders. Ze zijn opgegroeid in een slecht milieu en hebben erge dingen meegemaakt.
Hun moeder is een prostituee, hun vader een drugsverslaafde… De kans dat je in een crimineel milieu terechtkomt als je ouders het goede voorbeeld geven, is klein, het omgekeerde kan natuurlijk ook. Je kunt wel degelijk opgroeien in een crimineel gezin en toch een maatschappelijke carrière opbouwen. Er zijn uitzonderingen die de regel bevestigen, maar de ervaring heeft me geleerd dat kinderen die thuis het slechte voorbeeld krijgen minder kansen hebben om het later goed te doen. Hun ouders beseffen niet dat ze hun kinderen weinig toekomst bieden, diepere analyses zijn niet aan hen besteed. Ze redeneren zoals alle anderen: ‘We zien elkaar graag en willen een kind.’
In de tienerprostitutie komen de meisjes bijna allemaal uit een jeugdinstelling.
Zodra zo’n jongere de instelling ontvlucht, loert het gevaar om de hoek. In de grotemensenwereld moeten ze hun plan trekken. Maar in die grotemensenwereld zijn ze enorm kwetsbaar, zonder inkomen en onderdak. Onlangs behandelde ik een aantal dossiers rond verdoken kinderprostitutie en tienerpooierij. Er zaten veertienjarige meisjes tussen die door een bende via de loverboytechniek werden geronseld. De loverboys, jonge gasten uit het Antwerpse die hier zijn opgegroeid, hebben dikwijls Centraal-Europese of Noord-Afrikaanse roots. Ze doen zich mooi en welbespraakt voor, sommigen zitten in een rappersgroepje of zo, en ze versieren jonge puberende meisjes tot en met. De meisjes worden als seksobjecten op het internet gegooid en uitgebuit en op geen enkel moment maken die jongens een ethische terugkoppeling. Integendeel, om zich te verdedigen verwijzen ze naar het eventuele losbandige gedrag van het meisje.
Om terug te komen op die zaak met die Belgische internetpooier waarover ik het daarnet had: in dit specifieke geval ging het om een vijftigtal meisjes. Het kwam aan het licht toen buurtbewoners merkten dat er rare dingen gebeurden. De pooier voorzag in zijn huis een werkruimte en ’s avonds reden tientallen auto’s af en aan, wat voor overlast zorgde. De buren meldden dit aan de wijkagent en de bal ging aan het rollen. De pooier kwam er slecht vanaf. Ik vorderde vijf jaar effectief en een bijkomende zware geldboete van 1000 euro per slachtoffer te vermenigvuldigen maal zes en een half, wat dus neerkwam op 6500 euro per slachtoffer. En dat dus nog eens maal vijftig.
Die pooier plaatste, zoals ik al zei, online-advertenties waarin hij zijn prostituees aanbood. Uitbaters van seksadvertentiewebsites opereren buiten de wet en zijn strafbaar. Gelijkaardige advertenties die op de laatste bladzijde van bepaalde kranten verschijnen, zijn eveneens strafwettelijk verboden. Ook mensenhandelaars maken van deze platforms gebruik om hun slachtoffers aan te bieden op de prostitutiemarkt. Vrouwen die illegaal in ons land verblijven en in precaire omstandigheden leven, en minderjarigen glippen tot vandaag door de mazen van het net.
Nu, de aanpak van het probleem is ook erg complex. Op die onlinemarkt zijn er bonafide spelers die zich bewust zijn van de gevaren, en uitwassen melden en weren. Anderen denken alleen aan de inkomsten van hun platform. Ik heb tevergeefs geprobeerd een oplossing of een gemeenschappelijke aanpak te forceren. Het is aan mijn opvolgers om het probleem verder te erkennen en aan te pakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier