‘We zullen nooit écht de gruwel van de Holocaust kunnen verwoorden’
160242. Dat was de nieuwe identiteit van de Belgische Jood Natan Ramet na zijn aankomst in Birkenau en tijdens de hel die daarop volgde. Zijn gruwelijke verhaal werd zopas neergeschreven door zijn vriend Ronny Vandecandelaere. ‘Natan was een uitzonderlijk persoon. Die man mag gewoon niet vergeten worden.’
Lees in onze +zone een voorpublicatie uit Natan Ramet, mens, kampnummer, getuige: Van mens naar kampnummer: ‘Ik besefte dat ik in een duivels systeem was terechtgekomen’
Als een van de weinigen wist de Joodse Antwerpenaar met Poolse roots, Natan Ramet, maar liefst elf kampen, drie dodenmarsen, tyfus, dysenterie, tuberculose en schurft te overleven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na zijn terugkeer uit die complete waanzin die de Holocaust was, wijdde Natan, tevens bezieler van het Joods Museum van Deportatie en Verzet en de Kazerne Dossin, de rest van zijn leven aan de strijd tegen haat en onverdraagzaamheid. Die boodschap wil ook Ronny Vandecandelaere, voormalig gevangenisdirecteur van onder andere Vorst en Brugge, meegeven in het boek dat hij schreef over zijn goede vriend Natan: Natan Ramet, mens, kampnummer, getuige. ‘Ik zie heel wat gelijkenissen met de vluchtelingencrisis van nu. De geschiedenis herhaalt zich altijd.’
Er zijn al honderden getuigenissen over de Holocaust in boekvorm gegoten. Waarom wou u precies dit verhaal van Natan vertellen?
Vandecandelaere: ‘Natan Ramet, die ik persoonlijk heel goed gekend heb, was een bijzondere man. Hoewel hij maar liefst elf kampen en drie dodenmarsen overleefd heeft, bleef hij de rest van zijn leven zonder haat en verbittering. Hij richtte zijn hele leven op anderen die ook de kampen hadden overleefd. Hij stond altijd klaar voor hen. Natan was bovendien de drijvende kracht achter het Joods Museum van Deportatie en Verzet en hij stond aan de wieg van de Kazerne Dossin. Die man mag gewoon niet vergeten worden. Daarnaast bleef hij in zijn vele getuigenissen die hij in scholen deed, oproepen tegen haat en onverdraagzaamheid.’
Pas in 1989 begon Natan te getuigen over wat hij had meegemaakt. Waarom heeft hij zo lang gewacht?
‘Natan was niet de enige die lang heeft gezwegen. Er zijn zelfs mensen die nooit hebben kunnen praten over de gruwel. De Joden arriveerden in 1945 terug in België. De meeste mensen hier waren niet geïnteresseerd in die paar luttele overlevenden. Het hele land lag plat, dus mensen hadden wel iets anders aan hun hoofd. Ten tweede, men zou de gruwelijke verhalen die de Joden meebrachten uit de kampen nooit geloven. Maar vooral, de herinnering woog voor de overlevenden zelf psychisch veel te zwaar en dus zwegen ze er maar over. Natan is samen met Regine Beer beginnen getuigen in scholen en is later zelfs enkele keren teruggekeerd naar de kampen, hoewel hij altijd gezegd had dat hij dat nooit wilde doen. De pijn en de kwetsuren kwamen terug naar boven, maar hij was toch blij dat hij het gedaan had.’
Natan is in 2012 overleden. Waarom hebt u gewacht tot na zijn dood om dit boek te schrijven?
‘Natan was zo’n zachte, lieve en gedreven man, dat ik een zekere schroom voelde om te vragen of ik zijn leven mocht beschrijven en in boekvorm publiceren. Ik heb uit eerbied zelfs nooit durven vragen om zijn tatoeage met zijn nummer te mogen zien. Pas een week voor hij stierf, toen hij in het ziekenhuis lag, heb ik dat kampnummer, dat ik enkel van foto’s kende, met eigen ogen gezien.’
Enkele weken geleden vertelde Herman Portocarero, die een boek schreef over de collaboratie van zijn vader in de Tweede Wereldoorlog, aan Knack.be dat hij blij was met de timing van zijn boek want “veel vergissingen uit het verleden dreigen terug te komen”. Bent u dezelfde mening toegedaan?
Het is toch onvoorstelbaar dat we na 20 eeuwen beschaving nog steeds voortdurend op onszelf terugplooien en schrik hebben voor het andere. We leren niet uit de geschiedenis.
‘Ik zou niet zozeer spreken van vergissingen, maar gewoon zeggen dat de geschiedenis zich altijd herhaalt. Ik geef u enkele voorbeelden: in juli 1938, toen Hitler al een tijdje aan de macht was, sloegen de Joden massaal op de vlucht. Net zoals nu begon dat de mensen wat tegen te steken. Ze hadden schrik dat de vluchtelingen hun jobs zouden afpakken. Daarop kwamen in het Franse Évian-les-Bains 32 landen, waaronder België, Frankrijk en Canada, maar liefst één maand samen om te bespreken wie de quota voor de Joden zou optrekken. Ziet u de gelijkenissen met vandaag? Na één maand vergaderen werd uiteindelijk geen enkel quotum verhoogd. Daarnaast hoor ik vaak praten over zogenaamde ‘push-backs’, duw die bootjes op de Middellandse Zee terug. Wel, in 1941 probeerden zo’n 700 Joodse mensen Palestina te bereiken, maar hun boot strandde door motorpech in Turkije. Ze mochten Turkije niet binnen en werden teruggestuurd. Ze zijn allemaal verdronken op zee.’
‘Het is toch onvoorstelbaar dat we na 20 eeuwen beschaving nog steeds voortdurend op onszelf terugplooien en schrik hebben voor het andere. We leren niet uit de geschiedenis. ‘
U bent zelf erg geboeid door de gebeurtenissen uit de Holocaust en met u vele anderen. Hoe verklaart u die aanhoudende fascinatie voor een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de mensheid?
‘De Shoah is ontegensprekelijk uniek. Het is een uitzonderlijke marteling geweest die tot dan toe in de geschiedenis nog noot was voorgevallen. Het was ook de eerste keer dat voorafgaand werd gezegd dat alle mogelijke middelen zouden worden ingezet om een volledig volk te vernietigen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Armeense Genocide, de genocide van Srebrenica en de gruwelijkheden van Pol Pot, heeft de Holocaust jarenlang geduurd. Enerzijds is er de fascinatie voor de pure feiten, de nieuwsgierigheid voor wat er in de kampen is gebeurd. Anderzijds is er, zoals bij mij het geval is, het gevoel dat we nooit écht de gruwel zullen kunnen verwoorden. Wat ging er in de Joodse slachtoffers om? Wat voelden ze toen ze naar de gaskamers werden geleid? Wat voelden ze toen ze in de werkkampen op de dood wachtten? We zullen het nooit echt te weten te komen. In mijn boek was het eenvoudig om de feiten te beschrijven, maar het was heel wat moeilijker om een beeld te krijgen van de psyche van de 17-jarige jongen die dit alles heeft moeten doorstaan.’
Tot slot, welke levensles heeft u van Natan geleerd?
‘Dat we allemaal mensen zijn en dat we goed moeten zorgen voor elkaar. Het is gevaarlijk als je denkt dat je beter bent dan de andere en als je je er naar begint te gedragen. We mogen ook niet wachten tot onverdraagzaamheid zichtbaar wordt in daden, we moeten echter al tegen verbaal geweld optreden. Wanneer er bijvoorbeeld een vuile mop over Joden wordt verteld, zou iedereen meteen moeten rechtstaan en zeggen “Dit is erover”. Het is zoals het gedicht van Martin Niemöller: Toen de nazi’s de communisten arresteerden heb ik gezwegen; ik was immers geen communist. Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat. Toen ze de syndicalisten kwamen halen heb ik gezwegen; ik was immers geen syndicalist. Toen ze de Joden opsloten heb ik gezwegen; ik was immers geen Jood. Toen ze de katholieken arresteerden heb ik gezwegen; ik was immers geen katholiek. Toen ze mij kwamen halen …was er niemand meer die nog kon protesteren. Dus, laten we goed zorg dragen voor elkaar.’
‘Natan Ramet, mens, kampnummer, getuige’ van Ronny Vandecandelaere is uitgegeven bij EPO. ISBN: 9789462670457 · 2015 · paperback (12,5 x 20 cm) – 272p. · prijs: 20.00 euro
Lees in onze +zone een voorpublicatie uit Natan Ramet, mens, kampnummer, getuige: Van mens naar kampnummer: ‘Ik besefte dat ik in een duivels systeem was terechtgekomen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier