Wat heeft De Wever toch met keizer Augustus: ‘Dat is zelfs geen klein beetje gezond’
In zijn nieuwe boek ‘Dynastie’ vertelt de Britse historicus en bestsellerauteur Tom Holland het verhaal van de eerste vijf Romeinse keizers. Het werd een kroniek van seks, schandalen en moordpartijen. Maar ook van opmerkelijke parallellen. Een gesprek over keizer Augustus, Vladimir Poetin en Bart De Wever.
Tom Holland is een superster onder de historici. Rubicon, zijn eerste boek over Rome, ging in de Lage Landen meer dan 30.000 keer over de toonbank. In Het Vierde Beest, zijn voorlaatste boek, beweerde hij dat de profeet Mohammed niet de grondlegger van de islam is. Het leverde hem veel kritiek en bedreigingen op, maar ook faam. De Britse krant The Guardian riep hem in 2014 uit tot een van de honderd invloedrijkste Britten.
Holland schrijft geschiedenis met de flair van een thrillerauteur. Maar vrijblijvend is die geschiedenis nooit. ‘Sinds Rome gevallen is, wordt zijn erfenis misbruikt. Enerzijds lijken wij enorm op de Romeinen, maar tegelijkertijd waren zij veel wreder en extremer. Daardoor is Rome een interessant prisma om hedendaagse problemen te begrijpen.’
Ik zou geen enkele politicus vertrouwen die Augustus als voorbeeld neemt.
In Dynastie behandelt hij de gebeurtenissen na de bloedige burgeroorlog en de moord op Julius Caesar in 44 voor Christus. Het was een breekpunt in de Romeinse geschiedenis. Nadat Rome eeuwenlang een republiek was geweest, greep Augustus rond 30 voor Christus de macht. Daarmee werd hij, al liet hij zich nooit zo noemen, de eerste keizer. Dat het ontstaan van het keizerrijk relevant blijft, lijdt geen twijfel. Zo zei N-VA voorzitter Bart De Wever afgelopen zomer in een interview dat hij keizer Augustus bewondert en bepaalde gelijkenissen tussen hen ziet. Holland lacht om de vergelijking. ‘Ik zou geen enkele politicus vertrouwen die Augustus als voorbeeld neemt. Dat is zelfs geen klein beetje gezond. Eeuwenlang geloofden de Romeinen dat de macht nooit in handen van één persoon mocht belanden. Augustus was een autocraat die een eind wilde maken aan dat idee. Hij is een behoorlijk ijzingwekkend rolmodel.’
Wat De Wever aan Augustus bewondert, is dat hij voor graduele hervormingen koos. Julius Caesar was een revolutionair en werd daarom vermoord. Zijn opvolger Augustus veranderde de samenleving veel geleidelijker. Door zijn voortvarendheid schoot Caesar niets op met zijn macht, terwijl Augustus wel iets kon realiseren.
TOM HOLLAND: Augustus was wél een revolutionair. Het is niet omdat je de tijd neemt om je revolutie te consolideren en mensen laat wennen aan je radicale veranderingen dat je geen revolutionair bent.
Trouwens, als je zegt dat Augustus voor langzame veranderingen koos, negeer je dat hij als tiener een privéleger op de been bracht waarmee hij het consulaat veroverde en een massamoord organiseerde op een substantieel deel van de Romeinse elite. Hij had iets van een maffiabaas. Eerst greep hij op een ongelooflijk brutale manier de macht, en daarna presenteerde hij zichzelf als een vredevorst. Daarmee wil toch geen enkele democratische politicus vergeleken worden?
De Wever beweert dat Augustus’ macht gebaseerd was op respect en niet op angst. Volgens hem is dat de enige manier om op lange termijn succesvol te zijn.
Het is niet omdat je mensen laat wennen aan je radicale veranderingen dat je geen revolutionair bent.
HOLLAND: Tot op zekere hoogte is dat waar. Augustus werd gerespecteerd. Zo liet hij zich erop voorstaan dat hij een grapje ten koste van zichzelf kon verdragen. Maar angst speelde wel degelijk een belangrijke rol. Geen Romein kon vergeten waartoe Augustus in staat was. Hij verbande zelfs zijn eigen dochter naar een uithoek van het rijk toen ze een gevaar werd voor zijn politieke doelstellingen. Augustus aarzelde geen seconde als iemand hem in de weg stond.
Nochtans aanbaden de Romeinen Augustus. Hoe kan dat als hij zo genadeloos was?
HOLLAND: Opnieuw speelde angst een grote rol. Augustus had de macht gegrepen na een verwoestende burgeroorlog. De Romeinen hadden elkaar als wolven verscheurd. Daardoor had hun zelfvertrouwen een enorme deuk gekregen. Ze waren als de dood dat er zonder Augustus opnieuw een oorlog zou losbarsten. Dat is een constante in politiek. Succesvolle politici weten kiezers niet alleen te bekoren met positieve toekomstbeelden, maar ook met angst voor het alternatief.
Een van de belangrijkste thema’s van uw boek is propaganda…
HOLLAND:… en Augustus was een meesterpropagandist. Enerzijds was hij de vader des vaderlands, een bijna goddelijke figuur die de Romeinen van de ondergang had gered. Anderzijds presenteerde hij zichzelf als een bescheiden voorbeeld van traditionele Romeinse waarden. Hij woonde in een klein huis en wilde geen bijzondere titels. Hij deed alsof hij een van de Romeinen was, een burger onder de andere burgers. Het genie van Augustus was dat hij die twee uiteenlopende tendensen, bescheidenheid en bijna goddelijkheid, wist te verenigen.
In die zin kwam hij net op het goede moment. Zijn talent voor propaganda viel samen met een behoefte bij veel Romeinen om zich te laten misleiden. Natuurlijk wist iedereen dat hij niet zomaar een burger was. Maar hypocrisie was het fundament geworden van de staat. Augustus deed alsof hij een gewone burger was, en het volk en de Senaat deden alsof zij nog enige werkelijke macht overhielden.
Zijn er moderne politici met evenveel talent voor propaganda?
Augustus heeft de blauwdruk opgesteld voor iedere autocraat die de democratie wil omverwerpen.
HOLLAND: Augustus heeft de blauwdruk opgesteld voor iedere autocraat die de democratie wil omverwerpen. De vergelijking met de Russische president Vladimir Poetin is snel gemaakt. Poetin presenteert zichzelf als een dienaar van het Russische volk die democratische waarden hoog in het vaandel draagt. Tegelijkertijd belooft hij dat hij de Russische glorie zal herstellen na de economische instorting onder Boris Jeltsin. Poetin heeft dezelfde deal gesloten met het Russische volk als Augustus met het Romeinse. In ruil voor vrede en welvaart mag hij een autocratie vestigen.
Een van de interessante kwesties die u in Dynastie opwerpt, is die van de migratie en assimilatie. Ook de Romeinen worstelden met de vraag of en hoe je buitenstaanders in je samenleving kunt opnemen.
HOLLAND: Rome heeft het collectieve geheugen van Europa diepgaand beïnvloed, ook op het vlak van migratie. Een van de belangrijkste redenen waarom de stad zo succesvol werd, was het vermogen om buitenstaanders te integreren in de samenleving. Veroverde volkeren die de Romeinse heerschappij erkenden, kregen hun plaats in het staatsbestel en konden zelfs het burgerschap verwerven.
Maar tegelijk zat de schrik er diep in bij de Romeinen. Om te beginnen vonden ze dat iedereen zich moest aanpassen aan hun normen. Bovendien waren ze constant bang dat buitenstaanders de hele orde zouden omverwerpen. Af en toe brak er wijdverspreide paniek uit. Zelfs Augustus vreesde na een faliekant afgelopen campagne tegen de Germanen dat Rome op instorten stond. In het Europa van vandaag hoor je daar echo’s van. Europa zou er wel bij varen als het migranten kon verwelkomen en integreren. Maar de vrees leeft dat buitenstaanders die weigeren de Europese beschaving te accepteren destructief zullen zijn. Wij hebben onze dubbelzinnige houding tegenover migranten van Rome geërfd, zeker omdat Rome ten onder ging en grote migratiestromen daarbij een rol speelden. Dat heeft ons met een permanente angst opgezadeld.
Wij zien de Romeinen vaak als een decadent volk dat zijn sadistische lusten botvierde. Maar veel keizers benadrukten net het belang van soberheid en morele zuiverheid.
HOLLAND: Net zoals veel Romeinen geloofde Augustus dat de goden ontstemd waren door de burgeroorlog. Daarom voerde hij een morele politiek. Hij liet tempels optrekken en legde het seksuele gedrag met allerlei wetten sterk aan banden. Maar de keizers baadden in een schandaalsfeer, en daardoor lijkt het alsof op seksueel gebied alles kon en mocht. Terwijl het net omgekeerd was. De reden waarom die verhalen zo populair waren, was net omdat ze zo schokten. De gretigheid waarmee ze verteld werden, bewijst hoe bijzonder die escapades waren. Al is het natuurlijk wel waar dat een figuur zoals Nero graag choqueerde en dat de Romeinen smulden van die roddels. Net zoals wij vandaag.
Dynastie verrast het meest in de hoofdstukken over de keizers Caligula en Nero. De verhalen zijn bekend. Caligula zou zijn paard tot consul hebben willen benoemen, en Nero speelde op zijn harp terwijl Rome afbrandde. Volgens de traditionele opvattingen waren het gekken die niet in staat waren een wereldrijk te leiden. U beweert het tegendeel.
HOLLAND: Alle eerste keizers waren opmerkelijk capabel. Het beste bewijs daarvoor is dat het Romeinse territorium enorm werd uitgebreid en men driehonderd jaar later nog altijd met heimwee terugkeek op de vrede die toen heerste.
Nero en Caligula waren bovendien erg populair. De Romeinse politiek viel van oudsher in twee kampen uiteen. Je kon je profileren als een aristocraat, of als een kampioen van het volk. Caligula en Nero deden dat laatste. Ze entertainden de mensen en gingen met hen in dialoog, over de hoofden van de senatoren heen. Maar de geschiedenis werd geschreven door aristocraten, en daardoor kregen Nero en Caligula een slechte reputatie. Natuurlijk konden ze onbeschrijfelijk wreed zijn, maar hun wreedheid had een doel. Ze waren getalenteerde en kundige leiders. Hun politieke strategie werkte goed – tot ze vermoord werden, natuurlijk. (Jelle Dehaen)
Tom Holland, Dynastie – Opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar, Athenaeum, 480 blz., €29,99.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier