Darya Safai (N-VA)
‘Meertaligheid is zeker een troef, maar hoeft niet ten koste te gaan van het Nederlands op school’
‘Geen probleem als een anderstalig nieuwkomertje wat hulp nodig heeft van een klasgenoot om iets te begrijpen, maar dat moet de uitzondering blijven’, schrijft Darya Safai.
Volgens een nieuwe leidraad van GO! mogen de leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands die taal ook gebruiken op de speelplaats en zelfs in de klas. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen van de onderwijskoepel en de visietekst over meertaligheid eerder dit jaar. Maar volgens mij is dit voor onze kinderen niet de juiste manier om het Nederlands machtig te worden, en al helemaal niet om de noodzakelijke integratie te bevorderen.
‘Meertaligheid is zeker een troef, maar hoeft niet ten koste te gaan van het Nederlands op school’
Het aantal anderstalige kinderen in ons onderwijs stijgt al jaren. Volgens cijfers van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) sprak een op de zes Vlaamse kinderen in 2016 thuis een andere taal dan het Nederlands, van wie de meerderheid in Vlaanderen is geboren. Het gaat hier dus niet om nieuwkomers die zijn opgegroeid in een andere cultuur. Mij lijkt het logisch dat die kinderen na drie jaar kleuterschool al redelijk Nederlands kunnen spreken.
Waarom hen dan toelaten en zelfs aansporen om op school hun thuistaal te gebruiken? Wordt er op die manier juist niet meer verdeeldheid gecreëerd op de speelplaats en in de klas? Worden sommige kinderen zo niet geïsoleerd in plaats van samen te spelen? Geen beter verbindingsmiddel dan de taal die ze allemaal gemeen hebben: het Nederlands. Zelfs ik heb mij, tijdens schoollezingen op Vlaamse scholen, weleens buitengesloten gevoeld, toen enkele jongeren iets zegden in hun thuistaal.
Ik vrees dat nog minder ouders hun kinderen naar een concentratieschool zullen willen sturen, als andere talen dan het Nederlands worden toegelaten.
Even belangrijk is dat onze kinderen correct Nederlands leren spreken, opdat ze zich later zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Wie op school zijn moedertaal mag spreken, zal waarschijnlijk nooit verder geraken dan een soort mengeltaaltje van het Nederlands, met woorden en accenten uit andere talen. Ik vrees ook dat nog minder ouders hun kinderen naar een concentratieschool zullen willen sturen, als andere talen dan het Nederlands worden toegelaten. Zo creëren we nog meer concentratiescholen en staan we een gezonde mix van de kinderen in de weg.
Meertaligheid is zeker een troef voor onze kinderen maar hoeft niet ten koste te gaan van het Nederlands op school. Geen probleem als een anderstalig nieuwkomertje wat hulp nodig heeft van een klasgenoot om iets te begrijpen, maar dat moet de uitzondering blijven. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we de kinderen voortdurend herinneren aan hun afkomst, en dat we hun ‘andere identiteit’ voorrang geven op onze gezamenlijke identiteit?
Deze richtlijn zal de kloof tussen de leerlingen onderling en tussen de etnisch-religieuze gemeenschappen alleen maar groter maken. Terwijl het toch de taak is van het onderwijs om onze kinderen, ongeacht hun origine, een bewustzijn van Vlaamse identiteit mee te geven, en een gevoel van verantwoordelijkheid voor het land waarin ze leven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier