‘Méér Engels is geen keuze tégen het Frans’
In bepaalde contexten hebben leerlingen in het eerste middelbaar al behoefte aan een uur Engels, zegt Lieven Boeve, hoofd van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. ‘Maar wij doen er alles aan om ook de kennis van het Frans te verbeteren.’
Is het niet beter een degelijke basis Germaanse én Romaanse talen aan te leren, met Nederlands en Frans als hoofdvakken? Dit zijn toch de twee hoofdtalen van België? (Thérèse Verschueren, Antwerpen)
Lieven Boeve: Nederlands en Frans blijven absoluut belangrijk. Maar Engels is ook een internationale taal. Daarom willen we scholen de mogelijkheid bieden om al in het eerste middelbaar een uur Engels in te plannen. In bepaalde contexten kan dat interessant zijn. Sommige scholen willen voortbouwen op de taalinitiatie Engels die al in het lager onderwijs kan beginnen. En scholen in Brussel en de Vlaamse Rand merken dat hun leerlingen van thuis uit al een sterke basis Frans hebben, terwijl ze minder vertrouwd zijn met het Engels. Maar vergeet niet dat het een vrije keuze blijft. Bovendien telt de modellessentabel, die er op verzoek van onze scholen is gekomen, slechts 27 lesuren. De overige vijf uren kan de school vrij invullen. Wij raden scholen dan ook aan om dat ‘geschrapte’ uur Frans op die manier toch te behouden, als ze dat nodig vinden.
Onderzoek toont aan dat veel leerlingen het vereiste niveau voor Frans niet halen, terwijl hun Engels wel goed is. Is het dan een goed idee om te snoeien in de lesuren Frans? (Sven De Spiegeleer, Oudenaarde)
Boeve: Meestal is de kennis van het Engels bij leerlingen inderdaad sterker dan die van het Frans. Maar uit dat onderzoek blijkt ook dat de beginsituatie van leerlingen erg kan verschillen: op sommige scholen is de basiskennis Frans wél heel sterk, op andere scoren leerlingen veel beter voor Engels. Ons voorstel om één uur Engels mogelijk te maken in het eerste jaar, is er trouwens gekomen op verzoek van de scholen zelf. Wij willen het voor hen mogelijk maken – dus zeker niet verplichten – om in te spelen op die verschillende beginsituaties.
Zou het geen goed idee zijn om Frans of Engels (en waarom ook niet Duits) te promoten tijdens de lessen lichamelijke, plastische en muzikale opvoeding? (Annick Raes, Dudzele)
Boeve: In het secundair onderwijs is dat al mogelijk, dankzij het programma van Content and Language Integrated Learning (CLIL). Daarbij worden niet-taalvakken gegeven in het Frans, Engels of Duits. Meestal wordt gekozen voor vakken als aardrijkskunde of geschiedenis, maar het komt ook voor in de vakken die u voorstelt. In het basisonderwijs wordt nog niet met CLIL gewerkt, maar in onze nieuwe leerplannen raden wij scholen wel aan om al in de kleuterklas te starten met algemene talensensibilisering en meer gerichte taalinitiatie. Steeds meer Vlaamse kleuters leren al gedichtjes en liedjes in vreemde talen, en krijgen daardoor de juiste attitude om te durven praten in een nieuwe taal.
Het lijkt me belangrijk om de lerarenopleiding Frans te promoten en de toekomstkansen van wie zo’n opleiding volgt in de verf te zetten.
We willen onze kinderen voorbereiden op een internationaal werkveld. Is het dan niet logisch dat er meer Engels gedoceerd wordt dan Frans? (Margot Van den Bossche, Gent)
Boeve: Het klopt dat een goede kennis van het Engels almaar belangrijker wordt. Maar dat neemt niet weg dat de mogelijkheid om sneller te beginnen met Engelse lessen, absoluut geen keuze tegen het Frans mag zijn. Dat blijft onze tweede landstaal en het is zeer belangrijk dat we elkaar blijven begrijpen. Ook op de arbeidsmarkt blijft Frans een grote troef. Vandaar dat de Vlaamse Onderwijsraad onlangs de openbare omroep geadviseerd heeft om meer te werken rond sensibilisering voor het Frans.
VRAAG VAN DE WEEK
In Antwerpen is het ontzettend moeilijk om nog leerkrachten Frans te vinden. Wat valt daaraan te doen? (Karen Van de Cruys, Schoten)
Boeve: We merken dat heel wat leerkrachten in het basisonderwijs problemen hebben met Frans, en anderzijds is er inderdaad een tekort aan leerkrachten Frans voor het secundair onderwijs. Het lijkt me belangrijk om de lerarenopleiding Frans te promoten en de toekomstkansen van wie zo’n opleiding volgt in de verf te zetten. Maar dat kadert binnen een veel breder probleem: er is bijvoorbeeld ook al een groot tekort aan leerkrachten wiskunde. En in de nabije toekomst zullen er te weinig leerkrachten zijn voor alle vakken. In het loopbaandebat moeten we daar voldoende aandacht aan besteden: de job van leerkrachten aantrekkelijker maken en hun opdracht diversifiëren.
Het thema van volgende week: Is ons onderwijs geschikt voor hoogbegaafde kinderen? Stel uw vraag aan Kathleen Venderickx p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier