Urbain Vandormael

Media-aandacht in ons land voor autosport op niveau van duivensport

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Elke sport leeft van vedetten. En vermits ons land momenteel geen echte toppers meer bezit in de autoracerij is de aandacht in de media navenant. Daar verandert ook een legendarische race als de 24 Uren van Le Mans niks aan.

Zeven maal won Jacky Ickx de 24 Uren van Le Mans, de hardste en gevaarlijkste autorace ter wereld. Alleen de Deen Tom Kristensen deed beter en finishste negen keer als eerste. Zondag eindigde Monsieur Le Mans op een zeer verdienstelijke tweede plaats, achter zijn Duitse Audi-ploegmaat André Lotterer die in ons land opgroeide en zijn vrije tijd doorbrengt bij zijn moeder in Nijvel. Geheel in de lijn van de traditie kende ook de 82ste editie een spannend en bijwijlen dramatisch verloop. Een spektakel dat ook dit jaar ruim tweehonderdduizend kijkers lokte – mét tent en frigobox.

Audi beschikte over de langste adem

In de autosporthiërarchie staan de 24 Uren van Le Mans en de Grote Prijs van Monaco op een gedeelde eerste plaats, al klopt het hart van de echte autosportliefhebbers toch meer voor de ongenadige uithoudingsrace op het razendsnelle en levensgevaarlijke Circuit de la Sarthe dan voor de kamikazewedstrijd in de enge straten van het Monegaskische prinsdom. Beide hebben gemeen dat ze garant staan voor uitermate spannende races en spectaculaire crashes – in het geval van Le Mans soms zelfs met dodelijke afloop. In Le Mans en Monaco winnen alleen de allerbeste piloten en dan nog moeten zij het geluk aan hun zijde hebben.

In de schaarse voorbeschouwingen bij de voorbije 24 Uren van Le Mans werden de winstkansen van Audi niet bijzonder hoog ingeschat. Insiders voorspelden een zege voor Toyota en een duel op het scherp van de snee tussen ancien Audi en nieuwkomer Porsche voor de ereplaatsen. Zij baseerden zich hiervoor op de uitslagen van de voorbije uithoudingsraces en op de supersnelle kwalificatietijden van Toyota en Porsche. Maar één heftige onweersbui gaf de wedstrijd al in een vroeg stadium een andere wending. De Franse Toyota-rijder Nicolas Lapierre gleed met droogweerbanden van de kletsnatte baan en veroorzaakte een kettingbotsing waarbij ook een van de drie Audi’s onherstelbare opliep. De tweede Toyota reed tot zondagmorgen een eerste zege voor de Japanse constructeur in Le Mans tegemoet, maar een elektrische panne deed die hoop in rook deed opgaan. Zondagmiddag leek Porsche zijn comeback met een overwinning te kunnen bekronen, maar ook dat feest ging niet door. Uiteindelijk bleek het onderschatte Audi over de meest betrouwbare bolides en meest ervaren rijders te beschikken. Een tiende zege voor Tom Kristensen had het succes compleet kunnen maken, maar in Le Mans worden geen cadeaus uitgedeeld. Ook niet tussen Audi en Porsche, beide nochtans behorend tot de VW-groep. De beide zustermerken hebben een beklijvend duel uitgevochten, inclusief gewaagde inhaalmanoeuvres die geen twijfel lieten bestaan over hun ware ambities maar tot onsportieve manoeuvres is het niet gekomen. Daar zijn de financiële belangen te groot voor.

Rijdend laboratorium

Zowel de winnende Audi R18 e-tron als de Porsche 919 Hybrid zijn uitgerust met de modernste hybridetechnologie, die over enkele jaren wordt geïmplementeerd in nieuwe seriemodellen. Autosport als rijdend laboratorium, ten behoeve van de klant. Waar en wanneer hebben we dat nog gehoord? Hoe dan ook is het een aanvaardbaar antwoord op lastige vragen van kritische journalisten over de zin van de miljoeneninvestering die een deelname aan de 24 Uren van Le Mans vergt.

België is een voetbal- en wielerland

Autosport is inderdaad big business, zeker in het geval van de Formule 1 of uithoudingsraces à la 24 Uren van Le Mans. Het budget dat de grote automerken spenderen, loopt al snel in de tientallen miljoenen – zonder enige garantie op sportief succes én return on investment. Want wie niet wint, komt niet aan bod in de media. Tenzij de verliezer met een smeuïg verhaal voor de dag komt of geschonden uit een verhakkeld wrak wordt gehaald. Autosport krijgt sowieso weinig én almaar minder aandacht in de kranten en de audiovisuele media. Daar verandert zelfs een legendarische race als de 24 Uren van Le Mans niks aan. Vraag aan de eerste beste passant wie de tweede goal voor Duitsland tegen Portugal heeft gescoord en hij of zij moet daar geen seconde over nadenken. Maar vraag niet wie de 82ste editie van Le Mans heeft gewonnen. Dat kan ook niet verbazen want de reportages hierover moet je met een vergrootglas zoeken. Tot grote frustratie van de woordvoerders van de teams en merken die geen afzetmarkt meer vinden voor hun zegebulletins. De mediabelangstelling in ons land voor de autosport is gezakt tot op het niveau van de duivensport. Laat die uitspraak ietwat overdreven zijn, ze bevat wel een grond van waarheid.

Een andere waarheid is dat België een voetbal- en wielerland is. Dat beaamt ook Thomas De Meûter van Audi België: “Ik begrijp dat de bladmanagers ten tijde van het WK voorrang geven aan berichten en nieuwtjes van of over de Rode Duivels, en alles wat daarmee te maken heeft. Maar ook zonder WK of grote wielerronde krijgen het automobielgebeuren in het algemeen en de autosport in het bijzonder hoe langer hoe minder plaats toebedeeld. Dat verbaast mij omdat die items wel zeer uitvoerig en frequent aan bod komen in de social media. Autosport is immers een spektakelsport, wat niet van alle sporten kan gezegd worden. De auto vormt bovendien de op een na grootste uitgavenpost van een doorsnee gezin. Je zou dus kunnen verwachten dat de media interessante en relevante dingen te vertellen hebben over onze business, maar dat is niet het geval. Waarbij ik een onderscheid wil maken tussen de berichtgeving in de Vlaamse en Waalse media. In Franstalig België is de situatie veel minder dramatisch dan in Vlaanderen en krijgt de auto in de brede zin van het woord nog wel veel aandacht.” Karl Schuybroek (Renault) zit op dezelfde golflengte. “België is inderdaad een land van twee snelheden. De Vlaamse media zijn blijkbaar vergeten dat Thierry Boutsen is kunnen doordringen tot in de Formule 1 omdat hij kon rekenen op de steun van de Waalse én Vlaamse sportpers. Nu stuurt enkel nog Het Laatste Nieuws een reporter naar de Grote Prijzen voor exclusieve interviews en achtergrondverhalen.”

Race of champions in Francorchamps

Het goede nieuws is dat Le Mans-winnaar André Lotterer het komende weekend aan het werk is op het circuit van Spa – Francorchamps in het kader van de GT Tour. Maar hét evenement waar de meeste autosportliefhebbers naar uitkijken zijn de twee manches voor het FIA WTCC-kampioenschap met bekende wereldkampioenen als Sébastien Loeb, Yvan Muller en Gabrieli Tarquini aan de start naast een andere ex-Formule 1-piloot Gianni Mordibelli. Het is geleden van 2005 dat het wereldkampioenschap voor toerismewagens nog eens in ons land te gast was. Gabrieli Tarquini (bouwjaar 1962 en nu rijdend voor Honda): “Spa-Francorchamps is zonder twijfel het mooiste en meest veeleisende circuit ter wereld en ik verheug mij op het weerzien. Na een wat moeilijke start van het seizoen hebben we onze achterstand op Citroën ingehaald en mogen de toeschouwers zich verwachten aan een spannende strijd.” De grote kanshebber op de zege is Argentijnse Citroën-rijder José Mario Lopez én niet te vergeten, de Chinees Ma Qing Hua. Die won drie weken geleden weliswaar verrassend maar op overtuigende wijze de tweede en beslissende manche in Moskou. Verwacht van mij geen prognostiek voor zondag, de verschillende teams én rijders zijn daarom te zeer aan elkaar gewaagd. Dat er brokken zullen gemaakt worden, daar ben ik zeker van.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content