‘Mechelen heeft nooit een doelgroepenbeleid gevoerd. Moslim of kardinaal: iedereen gelijk’
Tot op de dag van vandaag vertrok er geen enkele Mechelse jongere naar Syrië om zich aan te sluiten bij de Islamitische Staat. Bart Somers, burgemeester van de stad sinds 2001, slaagt erin zijn liberale waarden te verzoenen met de strijd tegen terreur en straatcriminaliteit. Daarbij schuwt hij linkse noch rechtse taboes. ‘We mogen onze westerse waarden niet gebruiken als een wapen tegen nieuwkomers.’
De Europese liberalen kwamen dit weekend samen in Boedapest. Ze hadden die stad uitgekozen om een vuist te maken tegen het beleid van de Hongaarse premier Viktor Orban. Die begon zijn politieke carrière als liberaal, maar zocht al snel aansluiting met de christendemocraten en maakt vandaag in sommige kringen furore met een ongegeneerd hard vluchtelingenbeleid. ‘Het morele failliet van Europa wordt veroorzaakt door zulke politici’, zegt Bart Somers. De actualiteit wordt evenwel niet meer door de vluchtelingencrisis beheerst, maar door de terreuraanslagen in Parijs – en de fall-out ervan in Brussel. Het ging in Boedapest dan ook vooral over de reactie van Europa op de terreur van de IS. De burgemeester van Mechelen werd eerder al door het Europese Comité van de regio’s gevraagd om een nota te schrijven over de rol die lokale besturen kunnen spelen in de strijd tegen radicalisering. Zijn reputatie als voorbeeldig burgemeester reikt blijkbaar tot in het buitenland. België heeft aan de voorbije weken een slechtere reputatie overgehouden.
Bart Somers: ‘Dat valt wel mee. Ik had niet de indruk dat mijn collega’s België als een failed state beschouwen. Een of andere columnist heeft dat geschreven, maar zelfs in de internationale pers vond ik daar niets over terug. De Franse inlichtingendienst heeft zich ondertussen ook al geëxcuseerd tegenover België voor aantijgingen die hij eerder had gemaakt. Het heeft niet veel zin om onderling te twisten: niet België of Frankrijk, maar heel Europa ligt onder vuur, en die bedreiging kan enkel met een Europese aanpak de kop worden ingedrukt.’
De spectaculaire politieacties in Brussel leren toch dat België een bijzondere rol speelt.
BART SOMERS: Dat bewijst vooral dat onze veiligheidsdiensten wel degelijk hun werk doen. Dit was waarschijnlijk de grootste politieactie uit de Belgische geschiedenis. Het publiek weet niet eens hoeveel mensen en middelen er juist zijn ingezet. De ernst waarmee iedereen zijn verantwoordelijkheid heeft opgenomen, vond ik indrukwekkend. Dan heb ik het niet alleen over de ordediensten en politici, maar ook over de burgers die op sociale media meteen gehoor gaven aan het verzoek van de politie om niets over de acties rond te sturen.
Hebt u zelf ook een geruststellende foto van een kat getweet?
SOMERS: Nee, ik was als burgemeester van mijn stad de voorbije dagen niet in stemming om de vrolijke Frans uit te hangen. Ik zag meteen dat veel mensen op hun tenen lopen. Zo werd via Twitter het ‘nieuws’ gelanceerd dat het station van Mechelen moest worden ontruimd. Ik heb dat gerucht gelukkig meteen kunnen ontkrachten, maar op zo’n moment voel je hoe moeilijk sommige mensen het hebben om het hoofd koel te houden.
Maakt het u bang dat in Brussel het hoogste terreurniveau van kracht was?
SOMERS: Dat is wel confronterend, ja. Het voordeel van mijn positie is dat ik de illusie heb dat ik meer greep heb op de situatie. Ik ben betrokken bij het veiligheidsoverleg, en dat geeft mij de nodige rust die mensen die het nieuws via televisie moeten volgen misschien niet hebben. Maar ik vind deze situatie evengoed ontredderend. Het gedrag van die terroristen raakt mijn mensbeeld.
Wat hebben we gemist? Waarom hebben we zo veel moeite om de IS te begrijpen?
We moeten af van de illusie die we sinds de val van de Berlijnse Muur koesterden: niet iedereen voelt zich aangetrokken door de waarden van de Franse Revolutie, de verlichting en onze democratie.
SOMERS: We moeten af van de illusie die we sinds de val van de Berlijnse Muur koesterden: niet iedereen voelt zich aangetrokken door de waarden van de Franse Revolutie, de verlichting en onze democratie. Integendeel, sommige moslims zijn totalitair gaan denken. We zijn daar ook wat naïef in geweest. In het begin bekeken we Sharia4Belgium als een groepje slechte stand-upcomedians. Ze provoceerden en waren smakeloos, maar niemand nam hen ernstig. Klassiek links verklaarde hun gedrag vanuit achterstelling en armoede, rechts zag in hun optreden vooral een reden om meer te investeren in law and order. De totalitaire dimensie van dat nieuwe denken hebben we onderschat. We geloofden niet dat mensen die hier wonen, onze waarden zo fundamenteel zouden afwijzen.
Waarom keren die jongeren zich tegen onze samenleving?
SOMERS: Er spelen altijd verschillende factoren. De IS gebruikt nu de miserie van anderen als voedingsbodem. Mensen die beweren dat terroristen altijd arm en gefrustreerd zijn, kennen hun geschiedenis niet. Vergelijk het met de socialistische strijd: die is op gang getrokken door de kinderen van de bourgeoisie. Ook de Vlaamse Beweging is niet begonnen door ongeletterde Vlaamse boertjes, maar door leraren. Zij zagen achterstelling in de samenleving, en probeerden een politieke strijd te voeren. Daar is niets mis mee: dat is een verrijking van de democratie.
Soms ontaardt dat politieke engagement in gewelddadig extremisme. De socialistische strijd is in Cambodja uitgemond in de gruwelijke dictatuur van Pol Pot. Die leiders hadden nota bene allemaal aan Franse universiteiten gestudeerd. En ook de Vlaamse Beweging heeft in de jaren dertig en veertig een totalitair denken omarmd. Hetzelfde zien we nu bij de IS. Ik zou het geweldig vinden als moslims een politieke strijd tegen de achterstelling voeren. Alleen, dat gebeurt niet. De IS kiest voor gewelddadige terreur, niet tegen armoede maar tegen de hele samenleving.
Nu legt u net als links een rechtstreeks verband tussen de achterstelling van moslims en islamitisch terrorisme.
Er is geen enkel excuus voor criminaliteit. Dat heb ik van Tony Blair gepikt en ik herhaal het graag.
SOMERS: Dat is te kort door de bocht. Er is geen enkel excuus voor criminaliteit. Dat heb ik van Tony Blair gepikt en ik herhaal het graag. Er is geen enkel, maar dan ook geen enkel excuus voor criminaliteit en terrorisme. Wat de omstandigheden ook mogen zijn.
Hebben de jongens die naar Syrië vertrekken en terugkomen nog een plek in onze samenleving? De Nederlandse premier Mark Rutte zei eerder al dat hij hoopte dat de jihadisten omkomen in het buitenland.
SOMERS: We moeten alles doen om te voorkomen dat die jongens vertrekken. In Mechelen is er voorlopig gelukkig nog niemand naar ginds verdwenen. Maar de jongens die naar Syrië vertrokken zijn, blijven wel onze kinderen. Het zijn geen vreemden in de samenleving: ze zijn hier geboren en opgegroeid. Maar inmiddels is er wel een grens bereikt. Wie vandaag vertrekt, na de gruweldaden in Parijs te hebben gezien, hoort bij terugkomst gevangen te worden gezet. Dat is een juiste beslissing van de regering. Vergelijk het met een vader die zegt: het is mijn zoon, maar hij komt mijn huis niet meer binnen. Stel dat in de jaren veertig Vlaamse jongemannen naar het Oostfront waren getrokken nadat ze een film over de gaskamers hadden gezien. Daar had niemand nog empathie voor kunnen voelen.
Toen de Oostfronters vertrokken, had Kristallnacht al plaatsgevonden.
SOMERS: Niet al die mannen beseften de consequenties van het nazisme. Dat werd in de Vlaamse Beweging toch altijd gezegd. Ze wisten dat de strijd hard en ongenadig was, en dat de vijand even ongenadig was. Maar ze wisten niets van de dodenkampen.
Een oom van u was Oostfrontstrijder. Spelen die herinneringen vandaag weer op?
SOMERS: Onderhuids is dat verleden permanent aanwezig. Mijn oom is op zijn negentiende zonder de toestemming van mijn grootouders naar het Oostfront vertrokken om mee te vechten tegen het communisme. Zijn motivatie was de achterstelling van Vlamingen in België. Nog een andere oom is op zijn vijftiende omgekomen toen hij in Duitsland een luchthaven hielp bewaken. Het was naïef idealisme dat hen ertoe bracht om deel te nemen aan een barbaarse oorlog. Die verhalen kwamen regelmatig naar boven in mijn familie. Het verdriet en de zoektocht naar verantwoordelijken, waren een onderdeel van mijn jeugd. Het is niet helemaal correct om een parallel te trekken met vandaag maar de gelijkenissen zijn frappant. Ik voel daardoor een grote betrokkenheid. Ik wil niet dat er weer jonge mannen zoals mijn ooms vanuit Mechelen vertrekken om in een verre oorlog hun leven te vergooien.
Als het gebrek aan berouw van veel voormalige Oostfronters een maatstaf is voor nieuwe generaties vrijwillige soldaten, lijken al die plannen voor ‘deradicalisering’ wel een maat voor niets.
SOMERS: We mogen mensen nooit opgeven. Maar dat is een heel moeilijk proces. Mensen raken verslaafd aan de eenvoudige denkbeelden die hen zijn aangereikt. Ze moeten daar als het ware van afkicken. Daarom heb ik er wat moeite mee dat de strijd tegen het jihadisme gereduceerd wordt tot alle ingenieuze strategieën en hoogtechnologische middelen die we daarvoor nodig hebben. Dat radicalisme moet je aanpakken voor het zich kan nestelen. Dat gebeurt in de scholen, in de buurten en jeugdclubs.
Is er een plaats in onze samenleving voor moslims die de verlichtingswaarden afwijzen zonder gewelddadig te zijn?
SOMERS: Die mensen hebben een plaats, ja. Elke godsdienst heeft orthodoxe aanhangers. Maar de plek voor die mensen mag niet zo groot worden dat wij moeten terugkomen op onze waarden. Denk aan de gelijkheid tussen man en vrouw. Dat is een moeilijke discussie, maar ze is fundamenteel. We mogen niet toegeven op de emancipatie van burgers. We moeten hard en kordaat optreden tegen de achterstelling van en het seksistische gedrag tegenover vrouwen. Ook scholen moeten daar een aandachtspunt van maken: we moeten die mensen overtuigen van het belang van de gelijkheid tussen man en vrouw. Zulke waarden hebben de kracht om ons uiteindelijk dichter bij elkaar te brengen. Ik heb helaas het idee dat die westerse waarden soms als wapen worden gebruikt tegen andersdenkenden. Ze worden als mantra opgezegd om de ‘zuiveren’ van de ‘onzuiveren’ te scheiden. We kunnen hen dan misschien dwingen die waarden uiterlijk over te nemen, maar ze zullen ze op die manier niet verinnerlijken. Dat is een voortdurend proces. We moeten daar niet zo verkrampt mee omgaan. (schamper) Gelukkig weten we dat de gelijkheid tussen man en vrouw in alle Vlaamse huishoudens voor honderd procent gerealiseerd is.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-A) wil alle vluchtelingen een charter laten ondertekenen waar die waarden in zijn opgenomen. Is dat geen krampachtige poging om hen te verplichten te denken zoals wij dat willen?
SOMERS: Nee. Ik vind dat charter van Francken geen slecht idee. Maar het mag natuurlijk niet enkel bij dat papiertje blijven. Mensen die in Mechelen een inburgeringcursus volgen, worden achteraf gefeliciteerd en welkom geheten als volwaardige ‘burger van de stad’. Voor hen betekent zo’n plechtigheid ongelooflijk veel.
Er is inderdaad veel waardering voor uw ‘Mechels model’.
Vandaag is Mechelen nog altijd geen rijke stad, maar we hebben wel weer een sociale dynamiek op gang gebracht.
SOMERS: De meeste mensen zien het Mechelse stadsbestuur als een betrouwbare partner die elke burger als volwaardig beschouwt. We zorgen er ook voor dat we weten wie de mensen zijn, en hebben in alle geledingen van de samenleving contactpersonen die heel goed aanvoelen wat er leeft. Sharia4Belgium wilde in Mechelen komen prediken. Wij hebben die meteen op de trein terug naar huis kunnen zetten. Ze zijn onze moskeeën niet binnengeraakt. Die mannen zijn vervolgens naar Vilvoorde gegaan. Met succes: want de voorgangers van Hans Bonte staken hun kop in het zand en lieten begaan. En tegelijk ben ik altijd voorstander geweest van een fors veiligheidsbeleid. Daar ben ik in Mechelen óók mee begonnen: paarden in de winkelstraten, camera’s, een overlasttaks. Dat beleid hebben we zonder taboes gevoerd.
U bent schaamteloos rechts en links tegelijk: is dat de sleutel van uw succes?
SOMERS: Het echte ‘geheim’ van ons recept is: Mechelen heeft nooit een doelgroepenbeleid gevoerd. Alle regels en verboden golden altijd voor iedereen: jong of oud, allochtoon of geboren Mechelaar, moslim of kardinaal. Ik hoor graag van jullie dat wij nu lof krijgen voor onze aanpak. Maar weet u dat in mijn eerste jaren als burgemeester de criminaliteitsgraad in Mechelen hoger lag dan in Schaarbeek? En alleen in Antwerpen was er meer kinderarmoede dan hier: in de jaren negentig dáálde het gemiddelde inkomen in Mechelen. Dat was ongezien. Mechelen was het Charleroi aan de Dijle. Vandaag is Mechelen nog altijd geen rijke stad, maar we hebben wel weer een sociale dynamiek op gang gebracht.
Kan in een gemeente als Molenbeek wat in Mechelen kan?
SOMERS: Natuurlijk. Het probleem is dat politici de armoede als een wetmatigheid beschouwen. Oud-burgemeester Philippe Moureaux (PS) zag de groeiende armoede in Molenbeek als een bewijs van zijn ideologische gelijk.
Molenbeek betaalt ook de prijs voor rijkere gemeenten als Ukkel. De rijken wijken uit naar de betere buurten, de armen hokken elders samen.
SOMERS: Elke stad heeft rijke en armere buurten: dat is echt geen excuus. Ik ben het eens met u dat Molenbeek lijdt onder de Brusselse staatsinrichting. Het eerste wat daar vandaag moet gebeuren, is een eengemaakte politiezone creëren.
Misschien moet uw partij van die Brusselse politiezone maar een breekpunt maken in de regering? Nu zegt minister-president Rudi Vervoort (PS) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest namens alle Franstalige Brusselaars dat er niets zal veranderen.
SOMERS: Dat zou een enorme vergissing zijn. Wie de wekker nu nog niet heeft horen aflopen, wordt nooit meer wakker. De politieke spelletjes waarmee een eengemaakte Brusselse politiezone wordt tegengehouden, moeten stoppen. In Mechelen hebben wij na de fusie van onze politiediensten tien procent aan capaciteit gewonnen. Voor Brussel zouden dat ongeveer vijftig patrouilles zijn die de klok rond kunnen werken – dat gaat dus om 500 ‘extra’ manschappen! Ook voor deze regio is dat belangrijk, want de inwoners van de hoofdstad hebben ook familie en vrienden in Vlaanderen.
Françoise Schepmans (de liberale opvolgster van Moureaux als burgemeester van Molenbeek, nvdr) is ons om raad komen vragen. Wij krijgen van OCAD, het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging, allemaal een lijst met mogelijk verdachten. De laatste maanden doet iedereen wel heel erg zijn best. Het resultaat van die nieuwe vlijt is dat een man die zich een paar dagen niet heeft geschoren, al kans maakt om op de OCAD-lijst van verdachten te komen. In Mechelen hadden we honderd namen doorgekregen. Het is hoe dan ook onmogelijk om die allemaal goed op te volgen, dus hebben onze politiediensten die screening zelf overgedaan. Tien namen hebben we uiteindelijk overgehouden, en die jongens houden we natuurlijk van erg nabij in de gaten.
Verwoordt u met uw Mechelse verhaal ook het standpunt van Open VLD?
Europees moeten we ervoor zorgen dat de vluchtelingenstroom beheersbaar wordt, en internationaal moeten we natuurlijk proberen te voorkomen dat mensen op de vlucht slaan.
SOMERS: Over integratie ben ik de woordvoerder van mijn partij. Ik heb het idee dat ik zelfs in andere partijen gehoord word: ik vraag dan ook al vijftien jaar aandacht voor diversiteit en ik pleit al even veel jaren voor een kordaat veiligheidsbeleid.
Open VLD heeft een helder verhaal: we hebben de plicht die mensen op te vangen, maar zij hebben evengoed de plicht om zo snel mogelijk een bijdrage te leveren aan onze samenleving. Europees moeten we ervoor zorgen dat de vluchtelingenstroom beheersbaar wordt, en internationaal moeten we natuurlijk proberen te voorkomen dat mensen op de vlucht slaan.
We hebben de plicht hen op te vangen, zegt u, maar de enige burgemeesters die we daarover hebben horen klagen, waren liberalen: Marc Vanden Bussche van Koksijde en Guido De Padt van Geraardsbergen.
SOMERS: Men heeft van hen een karikatuur gemaakt. Wouter Beke heeft Vanden Bussche nochtans gelijk gegeven. Daartegenover staan overigens ook alle andere liberale burgemeesters die we niet hebben gehoord. Ik heb de indruk dat onze tegenstanders een beeld proberen te creëren alsof Open VLD een verdeelde partij zou zijn. Een enkeling legt lokaal een ander accent, maar wij zitten op één lijn.
De voorstellen van Gwendolyn Rutten en Patrick Dewael om niet meteen kindergeld te geven en om gemeenschapsdienst voor vluchtelingen te verplichten, leken op een potje paniekvoetbal.
SOMERS: Als het aan mij lag, was ik al veel langer met een verplichte gemeenschapsdienst voor mensen met een leefloon begonnen. Dat is een kwestie van emancipatie. Door hen nuttig werk te geven zoals boodschappen doen voor ouderen en naschoolse kinderopvang, maken we die mensen weer trots op zichzelf. Helaas is dat vandaag wettelijk niet mogelijk.
Ze krijgen geen kindergeld maar moeten wel voor andermans kinderen zorgen.
SOMERS: Maar we moeten toch iets doen? België wordt in het buitenland als het beloofde land voorgesteld. Dat klopt natuurlijk ook. We moeten wel verhinderen dat mensen naar hier komen met het idee dat ze niet hoeven te werken om aan geld te raken. We gaan natuurlijk niemand gezondheidszorg of een leefloon ontzeggen. Alleen dat hele kader van de sociale zekerheid dat daarrond is gebouwd, zal stap per stap verworven moeten worden.
Was de boodschap van de ‘conservatieve’ Angela Merkel om alle vluchtelingen op te vangen niet liberaler dan die van Gwendolyn Rutten? Haar accenten doen vooral denken aan de oude PVV: als we minder belastingen moeten betalen, is het al lang goed.
SOMERS: U doet onze voorzitter onrecht aan. Net omdat we die mensen willen opvangen, moeten we ons systeem aanpassen: daar staat het liberalisme voor. In Boedapest hield de eerste minister van Luxemburg een ontroerende speech over de 200.000 Hongaren die in 1956 zijn gevlucht uit het land van Viktor Orban. Daar zaten allicht enkele spionnen van de Sovjet-Unie tussen, maar ook de ouders van Nicolas Sarkozy. Hun zoon is president van Frankrijk geworden. In Vlaanderen is onlangs vijftig jaar van Turkse migratie herdacht. Wij in Mechelen hebben dat gevierd.
Slaagt Open VLD er überhaupt in deze regering voldoende kleur te geven?
SOMERS: In alle eerlijkheid: het hele politieke landschap heeft vandaag weinig kleur. Alle partijen moeten in een veranderende tijd op zoek naar een nieuw perspectief. Gwendolyn Rutten is daar goed mee bezig: wij gaan niet mee met de somberheid en het negativisme. Daarmee dood je alle energie in de samenleving. Maar ook de lijnen die zij uitzet, moeten nog helderder getrokken worden.
Wij zijn de pleitbezorgers van de echte hervormingen. De N-VA houdt veel meer vast aan wat er al is. Dat doen conservatieven namelijk altijd.
De N-VA trekt de liberale lijn vaak verder door dan jullie. Johan Van Overtveldt is misschien wel liberaler dan Guy Verhofstadt ooit is geweest.
SOMERS: De N-VA is helemaal geen liberale partij. Dat zijn conservatieven. Wij zijn de pleitbezorgers van de echte hervormingen. De N-VA houdt veel meer vast aan wat er al is. Dat doen conservatieven namelijk altijd.
U wilde vorig jaar het liefst minister worden. Dat is niet gelukt. Mist u dat?
SOMERS: Dat verhaal klopt niet. Ik heb voor de verkiezingen in 2014 zelfs een hele tijd nagedacht om iets anders te gaan doen. Lesgeven, een bedrijf opstarten,… ik heb mijn hoofd helemaal leeg proberen te maken en me afgevraagd of ik de rest van mijn leven wel in de politiek moet blijven. (trots) Na Louis Tobback ben ik de burgemeester met de langste staat van dienst. Maar mijn werk in Mechelen is nog lang niet klaar, en ik doe het nog veel te graag.
Voor een geboren debater zijn de zittingen van het Vlaams Parlement nog altijd geen pretje. Hoe komt dat toch?
SOMERS: Het Vlaams Parlement telt nogal wat leden die liever laten zien hoe goed ze hun dossiers kennen dan dat ze over politieke keuzes en principes discussiëren. Vandaar dat het Vlaams Parlement nog altijd dreigt te verdrinken in ambtelijke taal en bureaucratie. De zesde staatshervorming heeft daar gelukkig verandering in gebracht: de Vlaamse regering kan geen subsidieregering meer zijn en moet soms harde keuzes maken. Zo krijg je automatisch interessantere debatten. En wordt Vlaanderen een beetje volwassen. (lacht)
(Walter Pauli en Peter Casteels)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier