Bart Caron (Groen)
‘Massale burn-out dreigt in culturele sector, maar Gatz hoopt dat het zal koelen zonder blazen’
Vlaams parlementslid Bart Caron (Groen) roept Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz op om maatregelen te nemen om een massale burn-out in de kunstensector te vermijden.
Een massale burn-out dreigt in de culturele sector, maar minister Gatz hoopt dat het zal koelen zonder blazen. Zelfs een recente, ontluisterende enquête van het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten wekt geen sense of urgency. Een nieuw VIA (Vlaams Intersectoraal Akkoord) dat de nodige zuurstof zou kunnen bieden, blijft voorlopig uit. En hoewel het vorige VIA afliep in 2015 lijkt de minister niet meteen van plan om spoed te zetten achter dat VIA5. Dat bleek uit een parlementaire vraag die ik deze week stelde.
Cultuurwerkers zijn een ras apart. En ik kan het weten. Dag na dag mag ik ze ontmoeten. De zogenaamde stakeholders die ik als beleidsmaker tegenkom, maar evengoed de mensen op de werkvloer die me ondersteunen als ik ergens ga spelen. Stuk voor stuk zijn het gedreven mensen, mannen en vrouwen die zichzelf wegcijferen omwille van het hogere (het hoogste?) goed, de Kunst.
Die gedrevenheid en het ongebreidelde engagement leiden echter tot zelfvernietiging. Zo blijkt uit een grootschalig onderzoek dat werd uitgevoerd door het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten. De goesting, motivatie en arbeidsvreugde liggen in de cultuursector een pak hoger dan in andere sectoren, maar tegelijk is er nergens meer nood aan rust en recuperatie. De werknemers in de podiumkunsten en de muziek gaan niet enkel helemaal tot aan het gaatje, ze gaan verder.
Liefst 47 procent van de meer dan duizend ondervraagden geeft aan te snakken naar wat meer adem. Ruim een kwart geeft aan constant moe te zijn. Zonder maatregelen kan die groep binnen het half jaar uitvallen door ziekte, geestelijk dan wel lichamelijk. Ook die chronische vermoeidheid en nakende burn-outs herken ik jammer genoeg maar al te goed uit de dagelijkse praktijk.
Er zijn drie prioritaire actiepunten, zo blijkt uit het onderzoek, bij het verlagen van die herstelnood. In de eerste plaats is dat de arbeidsorganisatie. Dat is vooral een interne kwestie. Men zal dus moeten inzetten op een meer efficiënte organisatie van het werk. Misschien moet men ook soms wat minder doen, moet ik vanuit mijn eigen achtergrond concluderen. Dan is er ook de appreciatie van de verloning die door twee derde van de mensen als problematisch wordt ervaren. En tenslotte zijn er binnen de sector nogal wat mensen actief die men ‘flexmedewerkers’ noemt. Voor hen zijn er nog bijkomende aandachtspunten om die herstelnood te verbeteren, met name de emotionele belasting, die door 30 procent van die flexmedewerkers als problematisch wordt ervaren. En de jobonzekerheid natuurlijk, want je hopt van de ene tijdelijke job naar de andere, wat niet eenvoudig is. Niet om jezelf te blijven motiveren, maar ook niet om naast die job een stabiel leven uit te bouwen.
De onderzoekers menen dat een evenwichtig actieplan moet inzetten op zowel stresspreventie als engagementsbevordering. Wil men dus dat plezier en dat engagement nog aanwakkeren, dan zijn die arbeidsorganisatie, het soort leiderschap, het welzijnsklimaat enzovoort de actiepunten.
Het is ook belangrijk om vast te stellen dat deze enquête de beeldvorming inzake cultuurwerkers flink bijstelt. De potverterende subsidieslurpers blijken een mythe. Het is niet omdat je in een sector werkt die inzet op artistieke (ont)spanning, dat er niet keihard wordt gewerkt. Ik denk dat mensen die de praktijk goed kennen dat ook kunnen bevestigen. Het gaat dikwijls om volcontinue jobs, met veel avond- en weekendwerk, wat verklaart waarom podiumkunsten en muziek te kampen hebben met een uitstroom van mensen ouder dan 35 jaar. De work-lifebalans is voor velen te zwaar.
De sociale partners grijpen deze studie aan om samen een aantal maatregelen uit te werken. Ze willen nu werk maken van actiepunten die in het rapport van de bevraging staan. Ze willen nieuwe administratieve, juridische, arbeidsorganisatorische modellen enzovoort ontwikkelen.
Maar daarmee alleen redden ze het niet. De sociale partners kijken ook naar de overheid voor het afsluiten van een nieuw VIA. Er zijn in het verleden al vier dergelijke akkoorden geweest waardoor de sector werd gevat. Vier akkoorden die ademruimte gaven aan de sector. Vier akkoorden die de loon- en arbeidsvoorwaarden en de kwalitatieve omkadering van de sector verbeterden. Vier akkoorden waarvan de laatste ruim een jaar geleden afliep. En ondertussen is het wachten op het broodnodige vervolg.
Men vraagt een nieuw akkoord waarin een aantal kaders worden uitgewerkt van maatregelen voor de optimalisering van het arbeidsklimaat, met nieuwe sector-cao’s met bepalingen inzake tijdskrediet, loopbaanbegeleiding en -ondersteuning, landingsbanen, preventie enzovoort.
Om één en ander op de rails te krijgen kijkt de sector naar de Vlaamse Regering, naar minister Gatz. Deze kijkt echter de kat uit de boom. Eerst zijn de sociale partners aan de beurt, is zijn oordeel. Als een echte liberaal laat hij de sector alle ruimte om zelf orde op zaken te brengen. Helaas is het net die sector die er geen ruimte meer voor heeft om ook dat er nog bij te nemen. Het is die sector die verzuipt in het werken aan cultuur. Het zijn die directeurs die dag na dag zwoegen om hun boite draaiende te houden, die acteurs, dansers, regisseurs en programmatoren die ervoor zorgen dat er diverse cultuur op de planken komt, die technici die alles in het juiste licht laten baden.
Goed, ondertussen betaalde de minister wel één derde van de enquête die nu alle pijnpunten heel duidelijk blootlegt. Maar nuttiger zou zijn spoed te zetten achter het wegwerken van die pijnpunten. Want voor niemand met de nodige voeling voor de sector komen de resultaten van de enquête uit de lucht vallen.
Het vijfde VIA mag zijn via-via-zoektocht beëindigen en de landing inzetten. Met een vertraging van anderhalf jaar is het de allerhoogste tijd. De kerosine is immers al een tijdje op. En niet alleen in de cultuursector, weten welzijnswerkers maar al te goed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier