Actieplatform Gezondheid en Solidariteit

‘Maggie de Block mist een gedroomde kans om kwetsbare werknemers echt hoop te geven’

Actieplatform Gezondheid en Solidariteit Een initiatief van onder meer vakbonden en mutualiteiten, dat pleit voor een progressief en egalitair gezondheids- en welzijnsbeleid.

‘Het opnieuw aan het werk helpen van mensen met een arbeidsongeschiktheid moet op een positieve manier gebeuren’, schrijft het Actieplatform Gezondheid en Solidariteit. ‘Dit houdt onder meer in dat het in samenspraak moet gebeuren en op vrijwillige basis.’

Uit de cijfers van het RIZIV blijkt dat er de voorbije 10 jaren een enorme stijging is van het aantal langdurig zieken. Ook is er een constante toename van het aantal raadplegingen bij de arts voor lichamelijke (repetitieve overbelastingsletsels) en psychische (depressie en burn-out) werk gerelateerde klachten. Het optrekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen van 60 naar 65 is één maar niet de enige verklaring. Zeker voor de toename van psychische problemen spelen de steeds slechtere werkomstandigheden een rol.

Ook de toename van de uitsluitingen in de werkloosheid van werkzoekenden die als arbeidsongeschikt worden beschouwd dragen bij tot de stijging. Door die sterke stijging van het aantal arbeidsongeschikten werd een aantal maatregelen getroffen om zieke en mindervalide werknemers opnieuw aan het werk te krijgen. Deze doelstelling werd zowel in de regeringsverklaring van Michel als in die van de vorige regering Di Rupo opgenomen. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) is nu belast met de uitvoering ervan.

‘Maggie de Block mist een gedroomde kans om kwetsbare werknemers echt hoop te geven’

Gealarmeerd door de situatie én door het huidige regeringsinitiatief riep het Actieplatform Gezondheid en Solidariteit in juni een Focusgroep samen. Bedoeling was, in een eerste fase, een debat op gang te brengen dat breder gaat dan de gebruikelijke kring van ingewijden die de minister rond de tafel bijeenbrengt.

Laat ons meteen duidelijk stellen: werknemers met gezondheidsproblemen opnieuw integreren in het arbeidscircuit is een lovenswaardig en zelfs noodzakelijk doel. Waarom zouden zij die het slachtoffer zijn van ziekte of van (al dan niet werk gerelateerde) ongevallen, moeten uitgesloten worden uit de werkwereld? In onze maatschappij betekent werk sociale contacten, economische zekerheid of nog, recht op sociale zekerheid…

De deelnemers aan de Focusgroep houden er aan een aantal belangrijke overwegingen mee te geven.

Correcte inschatting van de mogelijkheden van de betrokkene

Het opnieuw aan het werk helpen van mensen met een arbeidsongeschiktheid moet op een positieve manier gebeuren. Dit houdt onder meer in dat het in samenspraak moet gebeuren en op vrijwillige basis. Het veronderstelt overleg tussen de betrokken werknemer, de behandelende arts, de adviserend geneesheer van de mutualiteit en de arbeidsgeneesheer. Het eventueel herstel of heroriëntering naar werk moet voornamelijk uitgaan van een correcte inschatting van de mogelijkheden van de betrokkene. Het moet dus in alle geval gaan om een middelenverbintenis zonder er ooit een resultaatsverbintenis aan te koppelen. Het kan al helemaal niet de bedoeling zijn er sancties aan te verbinden van welke orde dan ook: uitsluiting en/of financiële bestraffing.

Het kan niet dat het proces door de werknemer alleen gedragen wordt. Zo niet krijgt hij het gevoel dat het zijn eigen schuld is wat een verlammend effect heeft op het realiseren van de doelstelling. Daarom moet het gaan om een globale aanpak waarmee op tijd wordt gestart. De samenwerking tussen de betrokken artsen, hoewel onontbeerlijk, zal hierbij niet volstaan. Ook de werkgever dient inzake arbeidsorganisatie ten volle zijn verantwoordelijkheid te nemen . Vanzelfsprekend worden ook de syndicale organisaties en de werknemersafgevaardigden in het CPBW (Comité voor preventie en bescherming op het werk) betrokken.

Belang van collega’s op het werk

En vergeten we ook niet het belang van zelfs de collega’s op het werk, want veel hangt af van hun houding. Het gaat er dus over veel meer dan de aanpassing van een bepaalde werkpost. De werkomstandigheden moeten de terugkeer op het werk van een vroegere of een nieuwe, maar kwetsbare medewerk(st)er, ook toelaten. Dit betekent heel concreet dat een gepaste arbeidsduur, een eventueel nodige aanpassing van de werkpost en/of wijziging van de concrete taken van de betrokken werknemer, naast voldoende juridische en contractuele zekerheid, bekeken moeten worden. Ook moet de sfeer binnen de onderneming onder de loep genomen worden: is er een goed psychosociaal klimaat? Het kan bijvoorbeeld niet dat alleen de directe collega’s moeten opdraaien voor het lagere arbeidsritme.

Nieuwe context

Hoewel deze overwegingen voor sommigen wellicht vanzelfsprekend lijken, toch zijn ze dat niet. De economische crisis en de werkgelegenheidsproblemen die hierdoor zijn ontstaan, komen hard aan bij mindervaliden en mensen met gezondheidsproblemen. Door de economische druk, ook om steeds meer winst te maken, en de nieuwe methodes op het vlak van personeelsmanagement die hieruit voortvloeien, zijn de arbeidsomstandigheden op allerlei manieren achteruitgegaan : we zien een toename van het aantal precaire arbeidscontracten en, meestal bij onderaannemingsbedrijven en bij bedrijven in herstructurering, onderbroken uurroosters, een grotere werklast en een individualisering van de arbeid. Werknemers kennen elkaar niet meer, ze worden tegen elkaar opgezet. De bestaande modellen van preventie en bescherming op het werk, zelfs binnen de nieuwe wettelijke reglementeringen van Welzijn op het werk, zijn niet aangepast aan deze nieuwe arbeidssituaties.

Niemand kan deze context ontkennen.

Om een arbeidsongeschikte werknemer de kans te geven terug te keren naar de vroegere of een nieuwe werkplek in de huidige arbeidswereld – wat ook inhoudt dat hij/zij aanvaardt gedeeltelijk af te zien van het traditioneel uitkeringssysteem – is het noodzakelijk hem/haar garanties en zekerheid te geven. Financiële garanties, door het behoud van koopkracht, maar ook contractuele garanties door het afschaffen van het ontslag “wegens overmacht” en door een afwijzing van elke vorm van nepstatuut (bijv. bezig zijn door werk).

Verschuiving binnen de sociale zekerheid

Een verschuiving van de ene tak van de sociale zekerheid naar de andere om eerst in de werkloosheid en uiteindelijk bij het OCMW terecht te komen, moet absoluut vermeden worden. We moeten de “aanwezigheidspremies” afschaffen, komaf maken met de jacht op de werklozen, nu uitgebreid tot de ‘jacht op mindervaliden’, en werkgevers overtuigen een werknemer opnieuw op te nemen zelfs als hij niet voor 100 % “produceert”, …

Het is dringend tijd om de oorzaken aan te pakken en niet de gevolgen. Dit vergt een totaal andere kijk op arbeid : arbeid die is aangepast aan de werknemer en niet omgekeerd. Tal van sociale actoren en gezondheidswerkers doen nu al heel wat inspanningen in die zin. Er bestaan heel wat positieve initiatieven die deze visie delen en de Mens voorrang geven op winst. Zo is er de oprichting van sub regionale arts groeperingen (huisarts, adviserend geneesheer van het ziekenfonds, arbeidsgeneesheer in TRIO-groepen) door de Wetenschappelijke Vereniging voor Algemene Geneeskunde (SSMG – Société scientifique de médecine générale), en het ter beschikking stellen van een gedigitaliseerd informatiekoffertje. Het is noodzakelijk de opleiding van geneesheer-assistent te stimuleren. De software die artsen gebruiken dient een module te bevatten met informatie in verband met werk.

Preventie

De afgevaardigden in de CPBW’s moeten gesensibiliseerd worden en de ziekenfondsen moeten ondersteund worden in de begeleiding en re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers. De arbeidsgeneesheer moet een centrale rol kunnen spelen in de re-integratie op het werk, in samenwerking met de preventieadviseurs en dus moeten onderzoeken zonder echte meerwaarde, vermeden worden. De informatie over de gebruiksaanwijzing en over de middelen die ter beschikking worden gesteld (zoals het onderzoek voorafgaand aan de werkhervatting), moet veel beter gekend zijn en verspreid worden. De preventiemiddelen moeten ook aangepast zijn aan de KMO’s en noem maar op.

‘Ambitieus kunnen we het reïntegratieplan van Maggie De Block niet noemen.’

Het nieuwe plan van de minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, Maggie de Block, geeft aanleiding tot discussie omdat het veraf staat van wat de actoren verstaan onder ‘mensen met gezondheidsproblemen weer aan het werk helpen’. De logica van deze regering is een eerder budgettaire logica: alle werknemers die na 2 maanden arbeidsongeschiktheid het voorgestelde re-integratieplan weigeren, zouden hun ziektevergoeding met 10 % verminderd zien. Ambitieus kunnen we dat plan niet noemen. Het staat haaks op alle ideeën die hierboven uiteengezet werden. Maggie de Block die nota bene zelf arts is, mist een gedroomde kans om kwetsbare werknemers echt hoop te geven en om de leemte tussen gezondheid op het werk en de volksgezondheid te dichten door de enkele initiatieven van de laatste jaren tot zo goed als niks te herleiden.

Het is nog niet te laat om de vruchten van de ervaring van de gezondheidssector en van het sociaal overleg (die in de Nationale Arbeidsraad en op het RIZIV tot stand zijn gekomen), te plukken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content