Directeur UZ Brussel Marc Noppen: ‘We moeten naar een nieuw financieringsmodel’

De ziekenhuizen leverden fantastisch werk tijdens de crisis, stelt ziekenhuisdirecteur Marc Noppen. Maar covid-19 legde ook een paar zwaktes van onze ziekenhuizen bloot. ‘We doen te veel, en we doen het niet altijd even efficiënt.’

De voorbije jaren beet minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) haar tanden stuk op hervormingen in de ziekenhuissector. De nood aan een grondig debat over ereloonsupplementen, nomenclatuurnummers, digitalisering, enzovoort is al jaren groot, maar de discussie zit muurvast. Tijdens de coronacrisis werd ineens veel mogelijk. Zo werden teleconsultaties terugbetaald en werden routineconsultaties voor onbepaalde tijd uitgesteld.

Online vergaderen

‘Er zijn ongetwijfeld lessen uit de crisis te trekken’, steekt professor Marc Noppen, directeur van UZ Brussel, van wal. ‘We deden te veel, en we deden het niet altijd even efficiënt. In UZ Brussel zijn bijvoorbeeld 10 tot 15% van alle raadplegingen opvolgraadplegingen, die kunnen we grotendeels vervangen door teleconsultaties.’

Teleconsultaties zijn raadplegingen die verlopen via de computer. Voor een gewone routinecontrole hoef je niet meer naar het ziekenhuis, maar kun je vanuit de woonkamer met je arts spreken. Die zal je enkel laten komen als blijkt dat het niet de goede kant op gaat en bijkomende onderzoeken nodig zijn. ‘We deden een bevraging bij onze chronische patiënten, en die reageerden zeer positief op de nieuwe mogelijkheid’, verduidelijkt Noppen. Hij was naar eigen zeggen aangenaam verrast toen er begin april een terugbetaling kwam voor teleconsultaties. ‘We vragen dat als sinds 2014.’

Het vaste tarief is wel beperkt (20 euro per sessie), en voor de zorgverlener zijn de consultaties even tijdrovend als een patiënt in levenden lijve zien.

Sinds het begin van de crisis wordt er volop online vergaderd, de meeste mensen werkten van thuis uit. ‘Op dat punt valt ook in de ziekenhuizen veel tijd te winnen’, constateert Noppen. ‘Online-vergaderingen verlopen efficiënter: iedereen wacht netjes zijn beurt af en je zwijgt als je niets te zeggen hebt. Bovendien win je enorm veel tijd omdat je je niet moet verplaatsen.’

Formele vergaderingen, waaronder veel raden van bestuur, seminaries en andere overlegmomenten, kunnen in de toekomst volgens hem ook zeker voor een deel op die manier georganiseerd worden. Mensen kunnen vaker thuiswerken, waar niemand tegen is en wat zeker het evenwicht tussen werk en privéleven ten goede komt. ‘We hadden een crisis nodig om dat te beseffen.’

Overconsumptie

Focussen op de essentie betekent ook dat ziekenhuizen iets doen aan de overconsumptie. Ons land staat aan de top wat knieoperaties, rugoperaties, scans en dergelijke betreft. ‘Dat is het rechtstreekse gevolg van ons financieringsmodel’, vindt Noppen. ‘De inkomsten van de meeste artsen en van de ziekenhuizen hangt af van de omzet van de geleverde prestaties. Dat veranderen botst steeds opnieuw op verzet vanwege enkele stakeholders, die uiteraard inkomensverlies vrezen, maar dat hoeft niet noodzakelijk het geval te zijn.’

Het wordt een hele kluif om dat te veranderen, beseft Noppen. ‘Dankzij de crisis kan het misschien wel.’

Zelf heeft hij, in tempore non suspecto, meegewerkt aan het bekendmaken van een alternatief financieringsmodel voor de zorgsector, namelijk een aangepast cappuccinomodel van gemengde financiering (zie kader). ‘Daarbij krijgt een ziekenhuis of een arts een vast bedrag per inwoner in een bepaald gebied, een vergoeding per zorgtraject, daarnaast een zeker bedrag per prestatie en een bedrag wanneer kwaliteit geleverd wordt of men innovatief is.’

Het model werd in 2014 beschreven door de Nederlandse gezondheidseconoom Guus Schrijvers, die literatuur en bestaande systemen grondig bestudeerde, en het kent ook bij ons bijval. ‘Met het cappuccinomodel dring je de overconsumptie terug en komt er ruimte voor innovatie. Het kan de individuele workload tegengaan en burn-outs in de zorgsector helpen vermijden.’

Noppen is hoopvol dat de jongere generaties zorgverleners meer oog hebben voor een gezonder evenwicht tussen levenskwaliteit, werkdruk en materiële welstand.

Marleen Finoulst en Thomas Detombe

Cappuccinomodel

Een cappuccino bestaat oorspronkelijk uit 3 lagen: een grote hoeveelheid koffie, een kleinere laag melk en een nog kleinere derde laag room. De auteurs van het cappuccinomodel voor de financiering van de ziekenhuizen zien ook 3 lagen: de brede onderlaag (de koffie) is het vaste bedrag per ingeschreven patiënt dat aan het ziekenhuis of de zorgverleners wordt toegekend. Dat is veruit het grootste deel. Daar kan een bijkomende laag aan worden toegevoegd, de zogenaamde episodische betaling of ‘bundled payment’, een forfait per zorgtraject. Daarbovenop krijgen ziekenhuizen een kleiner bedrag per zorgprestatie (de melk). De bovenste laag (de room) wordt toegekend op basis van kwaliteit en innovaties die ziekenhuis of zorgverlener toepassen. ‘Innovatie gaat niet samen met het huidige financieringsmodel’, stelt Guus Schrijvers, oud-hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Utrecht, die een boek over het cappuccinomodel schreef.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content