‘Vlaams Belang mag ook een proces starten tegen het migratiebeleid’
De rechter doet niet aan politiek in de Klimaatzaak, zegt milieujurist Hendrik Schoukens (UGent).
Dreigt een gouvernement des juges in ons land? Die vrees leeft bij heel wat critici van de Klimaatzaak, het proces dat vorige week begon en waarbij zo’n 60.000 Belgen van de overheid eisen dat ze haar klimaatbeloften nakomt. De uitstoot van broeikasgassen moet tegen 2025 met 42 procent en tegen 2030 met 55 procent verminderen ten opzichte van 1990. Wordt de staat veroordeeld, dan vraagt de vzw Klimaatzaak een dwangsom van een miljoen euro per maand.
Dwingt die zaak rechters om voor politicus te spelen? Wat met de scheiding der machten? Publicist en oud-CD&V- cabinetard Mark Van de Voorde maakte zich zorgen in een opiniestuk op Knack.be. ‘Wanneer de rechterlijke macht de wetgevende en de uitvoerende macht zou kunnen veroordelen voor beleidskeuzes’, zo schreef hij, ‘leven wij niet langer in een democratie, maar in een dictatuur van lobbyisten.’
Specialist in milieurecht Hendrik Schoukens (UGent) vindt die kritiek volkomen naast de kwestie. Het concept van overheidsaansprakelijkheid wordt algemeen aanvaard, zegt hij. Dat moet dan ook gelden voor de klimaatverandering. ‘Of moeten wij als burgers braafjes toekijken hoe onze planeet langzaamaan onbewoonbaar wordt?’ vraagt Schoukens, die ook schepen voor Groen is in het Vlaams-Brabantse Lennik.
Kan elke groep dan niet naar de rechter stappen om een ander beleid af te dwingen? Om Mark Van de Voorde te citeren: ‘Vandaag zijn ecologisten aan de beurt, morgen kunnen het rechtse extremisten zijn.’
Hendrik Schoukens: Dat mág ook. Het Vlaams Belang kan perfect een proces opstarten tegen het migratiebeleid. Hetzelfde geldt voor de actiegroep Viruswaanzin, die een proces tegen de overheid wilde aanspannen vanwege de covid-19-maatregelen. De enige vraag die telt, is: is er een juridische basis?
Critici vinden dat politiek in het parlement hoort, niet in de rechtszaal.
Schoukens: Maar wie gaat dan precies bepalen wanneer een rechtszaak ’te politiek’ is? Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen stapt ook naar het Grondwettelijk Hof tegen de nieuwe eindtermen, die nochtans zijn goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Is dat geen politiek proces?
Is het probleem van de klimaatverandering niet te complex voor één rechtbank?
Schoukens: Uiteraard is het een complex thema, maar het recht is altijd een reductie van de werkelijkheid. Neem het familierecht: een scheiding van twee getrouwde mensen is óók een complex verhaal, en toch kan de rechter daarover een uitspraak doen. We mogen ook de context niet uit het oog verliezen. Ons land heeft de klimaatverdragen ondertekend, waaronder het bindende akkoord van Parijs in 2015. Bovendien aanvaarden we de grote verantwoordelijkheid van geïndustrialiseerde landen zoals België. We kunnen dus niet zeggen dat het ons geen bal kan schelen, want uit alles blijkt het tegendeel.
Het Katholiek Onderwijs stapt ook naar de rechter tegen de eindtermen. Is dat geen politiek proces?
U zegt dus: de rechter doet níét aan politiek?
Schoukens: De rechter gaat niet opleggen welke kolencentrale moet sluiten, of hoe snel auto’s mogen rijden op de snelweg. De rechter gaat wél na welke grondrechten er zijn en wat de ondergrenzen zijn om die rechten voldoende te beschermen. Er zijn ook tegenvoorbeelden. Zo is een soortgelijke klimaatzaak in Noorwegen niet doorgegaan, omdat de rechter oordeelde dat het aan de politiek is om te beslissen of ze naar olie wil boren in de Noordpoolregio.
Het recht verandert nu eenmaal. In het Aalst van de 19e eeuw hadden ze je uitgelachen als je een fabriek wilde aanklagen voor lozingen in de rivier. Tot in de 20e eeuw was het ondenkbaar om een proces tegen de overheid te voeren. Dat idee is de laatste eeuw volledig afgebrokkeld, voornamelijk buiten het milieurecht. De Klimaatzaak trekt die visie nu door naar de klimaatverandering.
Is dit een kantelmoment voor de verhouding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht?
Schoukens: Het totale primaat van de politiek stoot meer en meer op zijn juridische grenzen. Ik zie de checks and balances als een erg dynamisch proces. Een rechter staat ’s ochtends niet op met de gedachte: vandaag ga ik het Vlaamse stikstofbeleid onderuithalen. Hij kan zijn uitspraak alleen maar doen als de wetgeving voorhanden is, als er sprake is van Europese rechtspraak, als hij weet wat de overheid wel of niet gedaan heeft, enzovoort. Stel je voor dat we de overheid carte blanche zouden geven door haar alles toe te vertrouwen, en we vervolgens vijf jaar wachten tot de verkiezingen. Dat is maar een schrale invulling van democratie.