‘Tegen herinneringen kun je even weinig beginnen als tegen het seksueel misbruik zelf’

'Het voelt alsof het verleden dat ik in het kindertehuis achterliet me op de hielen zit.' © Randall Casaer
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Nog altijd wordt seksueel misbruik geminimaliseerd en gaan daders vrijuit omdat de feiten zijn verjaard. Daarom start Carine Van Speybroeck, die in haar jeugd door een priester werd misbruikt, een petitie om de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen af te schaffen. ‘Voor ons, slachtoffers, verjaren de feiten nooit.’

‘We hebben dringend een krachtig en ondubbelzinnig signaal nodig dat seksueel misbruik een van de allerergste misdaden is’, zegt Carine Van Speybroeck. ‘Daarom ben ik een petitie begonnen om minister van Justitie Koen Geens (CD&V) te vragen de verjaringstermijn voor seksueel misbruik van minderjarigen af te schaffen.’ Van Speybroeck, die als tiener zelf jarenlang werd misbruikt, vond dat ze iets moest ondernemen nadat ze de voorbije weken de berichten had gelezen over judocoaches die zich aan hun jonge pupillen zouden hebben vergrepen. ‘Uit die verhalen blijkt dat er nog altijd verantwoordelijken zijn die nalaten om daadkrachtig in te grijpen en die misbruik zelfs minimaliseren’, zegt ze. ‘Net zoals veel daders, of die nu toeslaan in een sportclub, een vereniging, een kerk, hun eigen familie of ergens in een ver buitenland, vrijuit blijven gaan doordat de feiten ondertussen verjaard zijn. Maar voor ons, de slachtoffers, bestaat er geen verjaringstermijn. Wie als kind werd misbruikt, moet dat kruis voor altijd met zich meedragen. Alle slachtoffers ondergaan dezelfde helse, ondraaglijke en uitzichtloze pijn. Vandaar dat sommigen uiteindelijk voor zelfmoord kiezen.’

Een paar jaar geleden werd de verjaringstermijn voor seksueel misbruik al van tien naar vijftien jaar opgetrokken. Volstaat dat niet?

Carine Van Speybroeck: Nee. Veel slachtoffers doen er een half leven over om te beseffen hoe erg de feiten zijn die hen werden aangedaan. Zelf wist ik destijds niet eens dat wat die man met me deed strafbaar was. Vandaag zijn kinderen en jongeren daar veel beter van op de hoogte – dat hoop ik tenminste – maar toch zullen er altijd slachtoffers zijn die veel tijd nodig hebben voor ze met hun verhaal naar buiten durven te komen. Al is het maar omdat sommigen die vreselijke herinneringen vele jaren onderdrukken om overeind te kunnen blijven. Of omdat ze – hoe vreemd dat ook mag klinken – loyaal willen blijven ten opzichte van de dader.

De vergoeding van de kerk verandert niets aan het feit dat ik er een normaal leven bij ben ingeschoten

Spreekt u uit ervaring?

Van Speybroeck: Zelf heb ik dat misbruik ook heel diep in mezelf begraven. Dat is een overlevingsstrategie: alleen als je het isoleert, kun je het van jezelf afsplitsen. Tijdelijk toch. De hoogspanning waar je al die jaren onder hebt gestaan, zoekt uiteindelijk op de een of andere manier een uitweg. Zelf hyperventileerde ik vaak, was ik doodsbang voor elke vorm van fysieke intimiteit en had ik weinig energie. Het heeft een hele tijd geduurd voor ik die gezondheidsproblemen in verband bracht met het misbruik uit mijn jeugd. Nu weet ik dat wat me toen is overkomen een aanslag was op mijn zenuwstelsel.

Wie heeft u misbruikt?

Van Speybroeck: Een priester. Als halve wees zat ik vanaf mijn kleutertijd in een kindertehuis en dus vond ik het heel fijn dat er na jaren plots iemand was die me lief vond, naar me luisterde en me kleine gunsten verleende. Soms mocht ik zelfs met hem mee naar huis en kookte hij voor me. Altijd stond er dan bruin tafelbier op tafel en walmde de biergeur uit zijn mond. Na een tijd kreeg ik ook zakgeld van hem en beloofde hij me dat hij er altijd voor me zou zijn. Hij begon me zogenaamd vaderlijke ‘knuffelkusjes’ te geven. In mijn onschuld verdroeg ik dat – al verrieden zijn blikken eerder drift dan tederheid. Ik wilde toch zo graag geloven dat die alom geliefde priester om me gaf, het beste met me voorhad en me nooit in de steek zou laten. Hem afwijzen was geen optie, want ik was bang dat hij me dan zou verlaten. Maar ondertussen werd hij steeds vrijpostiger.

Wat deed hij dan?

Van Speybroeck: Op een dag zat hij op de sofa met een voorlichtingsboekje op schoot en probeerde hij me zover te krijgen dat ik naast hem ging zitten. Volgens hem was ik op een leeftijd gekomen dat het verhaal over de bloemetjes en de bijtjes moest worden geactualiseerd. Hij zou het me weleens haarfijn uitleggen allemaal. Zo is het begonnen. De eerste keer dat hij echt een grens overging, was na de mis in de sacristie. Ik was pas dertien. In mijn herinnering hoor ik nog de snerpende scharnieren van de bruine kast waarin ik zijn kleed moest weghangen. Het was toen ik die kast dicht had gedaan dat hij mijn hand naar zijn penis leidde en me dwong dezelfde bewegingen te maken als ik hem had zien doen. Ik was sprakeloos, verstijfde van angst. Nooit vergeet ik nog hoe zijn plakkerige straal vlak voor de voeten van een heiligenbeeld op de grond viel. Ik wist niet wat ik zag.

Merkte niemand in dat tehuis dan wat er met u gebeurde?

Van Speybroeck: Ik was lang niet zijn enige slachtoffer. (denkt na) De nonnen die het tehuis met ijzeren hand runden, moeten ons heel erg gehaat hebben. Dat kan niet anders. Wie je liefhebt, gooi je toch niet voor de leeuwen? Ook de hiërarchische verantwoordelijken, die perfect op de hoogte waren en het misbruik hadden kunnen stoppen, grepen niet in. Ze leverden ons over aan de wellust van hun voetvolk. Geplaatste kinderen waren nu eenmaal een makkelijke prooi.

Hoelang heeft het misbruik geduurd?

Van Speybroeck: Zes jaar. Het is pas gestopt toen ik uit de instelling vertrok. Tot op dat moment had ik bij elke nieuwe vunzigheid het gevoel dat mijn hele wezen vervaagde. Ik probeerde te doen alsof ik hem niet zag en niet voelde, maar dat lukte nooit echt. Achteraf gezien was mijn hele jeugd met angst doorspekt. Niet dat ik me als een bang wezeltje gedroeg. Integendeel. Maar mijn nog kleine lichaam was constant in overlevingsmodus, en dat was natuurlijk heel erg ongezond. Dat wat hij met me deed me kapot zou maken, me in zo veel zou beperken en mijn hele leven zou hypothekeren, besefte ik toen nog niet eens. Dat kwam pas later.

Mijn nog kleine lichaam was constant in overlevingsmodus, en dat was natuurlijk heel erg ongezond

Wat deed het met u toen misbruik in de kerk een paar jaar geleden op alle voorpagina’s stond naar aanleiding van de zaak-Vangheluwe?

Van Speybroeck: Ik was geschokt dat er zó veel kinderen waren die blijkbaar hetzelfde hadden moeten ondergaan. Eerst dacht ik nog dat de schuldigen eindelijk tot de orde zouden worden geroepen. Maar ondertussen is gebleken dat er maar één van hun heilige koeien is geslacht: hun verhevenheid, onschendbaarheid en onaantastbaarheid. Verder blijven ze zich met hetzelfde misprijzen en cynisme achter hun muur van advocaten verschuilen en hebben ze nog altijd onbevattelijk veel macht. Hoe kun je anders verklaren dat zoveel bewijsmateriaal van Operatie Kelk (het onderzoek van het federaal parket naar zedenmisdrijven van leden van de kerk, nvdr) op miraculeuze wijze is verdwenen, vernietigd of te licht bevonden? Je zou toch denken dat de zaak belangrijk genoeg is om de dossiers met de grootste zorg te bewaren en uit te spitten? Niet dus.

Hebt u zelf ooit een klacht ingediend tegen de priester die u heeft misbruikt?

Van Speybroeck: Dat is nooit bij me opgekomen. Ik wist simpelweg niet dat een klacht indienen een optie was. Wel heb ik me een paar jaar geleden, toen al die verhalen over misbruik in de kerk naar boven kwamen, gemeld bij het Centrum voor Arbitrage Inzake Seksueel Misbruik, waar slachtoffers van geestelijken terechtkunnen als hun zaak is verjaard.

Hoewel de man die u heeft misbruikt ondertussen overleden is, wilt u geen details geven die zijn identiteit zouden kunnen onthullen. Waar bent u nog bang voor?

Van Speybroeck: Bang ben ik niet. Maar zoals veel anderen heb ik uiteindelijk een deal gesloten met de kerk. Achteraf gezien is de vergoeding die velen van ons hebben gekregen alleen maar een snode manier om slachtoffers monddood te maken: wie tekent, moet zwijgen. Ze stoppen je Judaszilverlingen toe die verblinden, maar uiteindelijk niets compenseren. Dat geld heeft niets veranderd aan het feit dat ik er een normaal leven bij ben ingeschoten. Zeker nu de herinneringen almaar helderder terugkomen. Het voelt alsof het verleden dat ik in het kindertehuis achterliet me op de hielen zit, en ik kan er even weinig tegen beginnen als destijds tegen het misbruik zelf. ‘Laat het toch achter je’, zeggen de mensen dan. ‘Sluit dat hoofdstuk af en geef het een plaats in je leven.’ Hoe moet ik dat doen? Dat ze me dat eens komen uitleggen.

Omdat Carine Van Speybroeck een akkoord heeft afgesloten met de kerk, kan ze geen details prijsgeven over het misbruik waarvan ze het slachtoffer is geworden. Daarom hebben we alle namen en plaatsbepalingen weggelaten, net als alle andere gegevens die het mogelijk zouden maken om de dader te identificeren. Op haar verzoek drukken we ook geen foto van haar af.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content