Rijkentaks? Er moet een grondige hervorming van de volledige personenbelasting komen
De hele wereld applaudisseerde voor Rutger Bregman in Davos. Knack-redacteur Ewald Pironet denkt er toch enigszins anders over.
Wat wordt het dominante thema van de verkiezingen? Het klimaat? De energieproblematiek? Of toch de vluchtelingencrisis? Misschien worden de belastingen wel hét thema, want de Hoge Raad van Financiën werkt aan een rapport waarin een hervorming van de personenbelasting wordt becijferd. Welke fiscale aftrekposten kunnen worden geschrapt? Wat betekent de invoering van een vlaktaks? Wat als de btw wordt verhoogd? Het rapport van de Hoge Raad wordt nog voor de verkiezingen gepresenteerd en zal elke Belg raken in zijn portemonnee.
De politieke partijen zullen het rapport ongetwijfeld aangrijpen om zich te profileren met het oog op Superzondag 26 mei. En zoals het debat over het klimaat vaak verengd wordt tot de salariswagen, dat over de energieproblematiek tot de bouw van nieuwe kerncentrales en de vluchtelingencrisis tot het Marrakeshpact, zo dreigt de hervorming van de personenbelasting een discussie te worden over de vermogensbelasting. Dan kan er makkelijker in slogans worden gepraat.
Als we een efficiënt en billijker belastingsysteem willen, moet er een grondige hervorming van de personenbelasting komen.
De Nederlandse journalistieke vuurwerkmaker Rutger Bregman bezwoer de aanwezigen op het Wereld Economisch Forum, de jaarlijkse jamboree van de rijken in het Zwitserse Davos, dat ze meer belastingen moeten betalen: ‘Belastingen, belastingen, belastingen: al de rest is bullshit.’ Ook elders wordt het debat over een vermogensbelasting aangezwengeld.
Op het vermogen zelf
Wie in België netto (alle vastgoed, voertuigen, juwelen, antiek, kunst, geld, beleggingen en investeringen enzovoort, min alle schulden) 2,2 miljoen euro bezit, behoort tot de rijkste 1 procent, en met meer dan 700.000 euro tot de rijkste 10 procent van de bevolking, berekenden Sarah Kuypers en Ive Marx (UAntwerpen). Net als voor de meeste Belgen is het eigen huis meestal het voornaamste onderdeel van hun vermogen, maar naarmate men rijker is, heeft men meer huizen en appartementen die men kan verhuren en wordt er meer belegd in bijvoorbeeld aandelen. Dat brengt geld op. Econoom Thomas Piketty ontdekte dat de opbrengsten uit vermogen sneller groeien dan de inkomsten uit arbeid. Daardoor neemt de ongelijkheid toe.
Om de ongelijkheid een halt toe te roepen, pleit Piketty voor een vermogensbelasting. In België is de ongelijkheid bijna de laagste van de wereld, en ze neemt níét toe. Bij ons worden nog andere redenen aangevoerd voor een rijkentaks. Een vermogensbelasting moet ervoor zorgen dat de pensioenen straks nog uitbetaald kunnen worden. Ze moet onze sociale zekerheid overeind houden. Het klimaatplan financieren. De begrotingstekorten dichten en overheidsschulden verlichten. Enzovoort. Het komt altijd hierop neer: de noden in ons land zijn zó groot, de overheidsschuld is zó hoog en de belastingdruk is zó zwaar, dat we onze welvaart alleen maar kunnen behouden als de rijken meer belastingen neertellen.
Er zijn twee mogelijkheden om de rijken te belasten. De eerste is een echte vermogensbelasting, waarbij een heffing wordt ingevoerd op het vermogen zelf. De uiterst linkse PVDA wil bijvoorbeeld 1 procent op vermogens boven 1 miljoen, 2 procent op het bedrag boven 2 miljoen, 3 procent op alles boven 3 miljoen. Er zou een vrijstelling zijn van 500.000 euro voor de eigen woning. Volgens de PVDA moet dit jaarlijks 8 miljard euro opleveren.
In België is de ongelijkheid bijna de laagste van de wereld, en ze neemt níét toe.
Econoom Paul De Grauwe is ook voor zo’n progressieve vermogensbelasting, net als Piketty – maar die noemt het wel ‘een nuttige utopie’ die op wereldniveau moet worden ingevoerd. Anders zullen de rijken de belasting ontwijken door hun kapitaal naar het buitenland te versluizen. Sinds 1990 werd de vermogensbelasting overigens afgeschaft in acht rijke landen (Denemarken, Duitsland, Finland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje en Zweden). Het was administratief te ingewikkeld en de opbrengst viel tegen.
Op het rendement
De tweede mogelijkheid is om niet het vermogen zelf, maar de opbrengsten uit het vermogen te belasten. SP.A, Groen en CD&V zijn voor zo’n vermogenswinstbelasting, en soms lijkt ook N-VA er oren naar te hebben. De Hoge Raad van Financiën berekende dat een algemene heffing van 25 procent op alle winsten uit financiële en vastgoedbeleggingen jaarlijks 5 miljard euro kan opbrengen.
Voordat er in België een vermogens(winst)belasting kan worden ingevoerd, moet een belangrijke horde worden genomen: de fiscus moet uw vermogen kénnen. Wat wij aan grond en woningen bezitten, staat in het kadaster. Maar dat kadaster werd al meer dan 40 jaar niet aangepast, zodat de waarde van onroerend goed wellicht niet meer overeenstemt met de realiteit. Fiscale experts schatten dat bij een actualisering de waarde van een gemiddeld onroerend goed maal drie of vier zou gaan. Ook de onroerende voorheffing, de belasting die u betaalt op grond en woning, zou dan stijgen. Geen enkele politicus is happig om werk te maken van een actualisering van het kadaster.
De rest van het vermogen is in België minder bekend. Wij hebben geen vermogenskadaster, zoals bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk, Noorwegen en Zwitserland. We evolueren langzaam en in stilte wel in die richting: bij de Nationale Bank bestaat al een register, het Centraal Aanspreekpunt (CAP), met alle bankrekeningnummers en contracten die financiële instellingen in België hebben. Speurders kunnen dat raadplegen bij vermoeden van fraude. De gegevens zouden zonder veel moeite kunnen worden doorgestuurd naar belastingadministraties. En de auto’s, schilderijen, antiek, juwelen enzovoort kunnen aan de hand van verzekeringscontracten op hun waarde worden geschat. Veel Belgen, niet alleen de gefortuneerden, gruwen bij de gedachte van zo’n vermogenskadaster. Weinig politici durven het woord in de mond nemen.
Met onze fiscale druk van 47 procent van het bruto binnenlands product zijn we bijna de belastingkampioen van de rijke landen.
Veel te ingewikkeld
Dat alles neemt niet weg dat de rijken hun faire deel van de belastingen moeten betalen. Niet dat ze vandaag niets betalen, want er is de onroerende voorheffing op vastgoed en de roerende voorheffing op interesten, dividenden et cetera. Daarnaast zijn er nog registratie-, successie- en schenkingsrechten. Een hele reeks van die tarieven werd de laatste jaren opgetrokken, de roerende voorheffing verdubbelde zelfs tot 30 procent. Al die belastingen op vermogens brachten tien jaar geleden zo’n 12 miljard euro op, nu meer dan 18 miljard. Maar sommige vermogensvormen ontsnappen nog aan de fiscus, en bovendien is de vermogensbelasting net als de rest van de belastingen veel te ingewikkeld. De rechtvaardigheid is niet alleen ver zoek in ons belastingsysteem, maar ook in de vermogensbelasting.
Roepen dat er een vermogensbelasting moet komen, zoals schrijftafelactivist Bregman, klinkt lekker. Maar als we in België echt een efficiënt en billijker belastingsysteem willen, zal er een grondige hervorming van de volledige personenbelasting moeten komen. En we hoeven het warm water niet uit te vinden. Veel specialisten roemen bijvoorbeeld het dual incometax-systeem zoals dat in Scandinavië bestaat. Het eerste deel van de belastingbrief belast de inkomsten uit arbeid tegen een progressief tarief: hoe meer je verdient, hoe meer belastingen je betaalt. Het tweede deel belast al de inkomsten uit vermogen tegen een vlaktaks, bijvoorbeeld 27 procent. Daarnaast zal het rapport dat de Hoge Raad van Financiën binnen afzienbare tijd uitbrengt nog ideeën leveren over hoe er kan worden hervormd en wat haalbaar is.
De éminence grise onder de experts in overheidsfinanciën, Wim Moesen, zei ooit in Knack: ‘Ons fiscale systeem trekt op niets. Vergeleken met het buitenland is de complexiteit van de Belgische belastingwetgeving hallucinant aan het worden.’ Alle regeringen van de voorbije decennia zijn daar schuldig aan. Een van de belangrijkste opdrachten van de volgende regering wordt het uitwerken van een eenvoudige, transparante en rechtvaardige personenbelasting. Welke coalitie er ook aan de macht is. En los van het thema dat de verkiezingscampagne zal domineren. En oh ja, met onze fiscale druk van 47 procent van het bruto binnenlands product zijn we bijna de belastingkampioen van de rijke landen. Die mag dus ook meteen dalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier