Saudi’s vechten met Belgische wapens in Jemen
Wat gebeurt er met Belgische wapens zodra die ons land hebben verlaten? Samen met het Nederlandse Lighthouse Reports, Le Soir, VRT en het gerenommeerde onderzoekplatform Bellingcat ging Knack op zoek naar Belgische wapens in conflicthaarden. Het #BelgianArms-onderzoek biedt een ontnuchterende kijk op het Belgische aandeel in de wereldwijde oorlogsindustrie. Waarin een klein land toch groot kan zijn.
‘We zijn nu live op Jemenitisch grondgebied om het oprukken van de Nationale Garde in Jemen te volgen. Blijf kijken. Deze mannen hebben uw gebeden nodig. We bidden tot God om hen de overwinning te doen behalen.’ De soldaat in het filmpje moet ergens in de twintig zijn. Indringend, de vinger plechtig geheven tijdens het spreken, kijkt hij in de camera. Op zijn hoofd torst hij een licht beige legerhelm, die accordeert met de camouflagekleuren van zijn uniform. Op de achtergrond is te zien dat hij zich in een pantservoertuig bevindt. ‘We zijn op Jemenitisch grondgebied. Wij groeten koning Salman en kroonprins Mohamed bin Salman en verzekeren hen dat alles prima verloopt. Ik wil de minister van de Nationale Garde danken voor zijn inspanningen.’
Als je met zijn vieren iemand doodschiet, moet je achteraf niet beweren dat je onschuldig bent omdat jouw geweer kleiner is dan dat van de anderen.
Het filmpje, dat naar boven werd gespit in het #BelgianArms-onderzoek, is terug te vinden op het officiële Snapchat-kanaal van de Saudische Nationale Garde, en is bijzonder gênant voor België. Het Waals Gewest exporteert immers al jaren voor honderden miljoenen aan vuurwapens, kanonnen en munitie naar Saudi-Arabië, ondanks de vele bewijzen voor de Saudische betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen in Jemen. Daarbij riep Waals minister-president Willy Borsus (MR) vorig jaar als verdediging in dat Wallonië enkel exporteert naar de Koninklijke en de Nationale Garde van Saudi-Arabië. Volgens Borsus zijn de Koninklijke en Nationale Garde ‘op geen enkele manier betrokken’ in het conflict in Jemen.
Maar Borsus vergist zich. Op de officiële account van de Nationale Garde vertellen Saudische Gardesoldaten vrijuit over hun aanwezigheid in Jemen. Er zijn ook tal van overheidsgezinde socialemedia-accounts waarop het nationalistisch fervor voor de oorlog wordt opgeklopt. Het #BelgianArms-onderzoek vond ook twee video’s waarin de Saudische Nationale Garde posities van de Houthi-rebellen beschiet, die dateren uit 2016 en 2017. Voor die beschietingen gebruikt de Garde LAV-25 Piranha-pantserwagens die sinds 2015 uitgerust zijn met Belgische tankkanonnen. Via satellietbeelden slaagde #BelgianArms erin de plaats van de gevechten te situeren in Al Raboah, een stad op de grens tussen Saudi-Arabië en Jemen.
Ondanks herhaaldelijke pogingen van zowel Knack, Le Soir als de VRT antwoordde Waals minister-president Willy Borsus (MR) niet op onze vragen. Sinds de moord op de Saudische journalist Jamal Khashoggi in oktober 2018 leverde Wallonië wel geen exportvergunningen voor Saudi-Arabië meer af.
’s Werelds grootste humanitaire crisis
Waar komen Europese wapens terecht nadat ze zijn uitgevoerd? Met die vraag startte de onafhankelijke mediaorganisatie Lighthouse Reports een onderzoek in verschillende Europese landen. Voor het Belgische luik van dat onderzoek werkten journalisten van Knack, Le Soir, de VRT en Lighthouse Reports samen met een internationaal team van onderzoekers. Daarbij kreeg het team versterking van het gerenommeerde journalistenplatform Bellingcat, dat zich specialiseert in online onderzoeksjournalistiek. Bellingcat maakte het afgelopen jaar furore met spraakmakende onthullingen over de oorlogen in Syrië en Oost-Oekraïne, en met het ontmaskeren van Russische spionnen.
Bij het onderzoek werd exclusief gebruik gemaakt van publiek toegankelijke data, overheidsdocumenten en sociale media. Bronnen die via sociale media werden gevonden, werden gelokaliseerd en gecontroleerd op hun waarachtigheid.
Naast de Belgische tankkanonnen ontdekte het #BelgianArms-team nog verschillende andere wapensystemen van Belgische makelij die in Jemen worden ingezet. Zo is ook de munitie waarmee de Nationale Garde de Houthi’s bestookt van Belgische makelij. De enige munitie waarmee de 90mm-kanonnen van CMI Defence bewapend kunnen worden, is de zogenaamde M678 HE-T. Dat type munitie wordt exclusief geproduceerd door Mecar, een munitiebedrijf net buiten Nijvel. Tussen 2015 en 2017 – de laatste jaren waarvoor Wallonië cijfers ter beschikking stelt – kocht Saudi-Arabië in totaal voor 160 miljoen euro aan Belgische munitie.
Ook FN Herstal, de Luikse vuurwapenproducent die sinds 1997 voor honderd procent in handen is van de Waalse overheid, blijkt er alomtegenwoordig. Zo vond #BelgianArms bewijzen dat de FN F2000 door Saudische Gardesoldaten wordt ingezet. Die FN F2000, een volautomatisch machinegeweer, wordt exclusief in België vervaardigd. In 2005 bestelde Saudi-Arabië maar liefst 55.000 F2000’s via het Foreign Military Sales-programma, een wapendistributieprogramma waarmee het Amerikaanse ministerie van Defensie bevriende regimes bewapent. Omdat FN Herstal ook een Amerikaanse afdeling heeft, kan het bedrijf daaraan deelnemen. Er blijken ondertussen zelfs F2000-geweren in handen van de Houthi-rebellen te zijn gevallen. Zo verspreidden de Houthi’s in maart 2018 zelf beelden van hoe F2000-wapens buit gemaakt werden bij een aanval op een Saudische commandopost.
Kenneth Roth, de directeur van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, reageert verbolgen op de bevindingen van #BelgianArms. ‘De Saudische coalitie gebruikt ’s werelds meest geavanceerde precisiewapens om markten, scholen, ziekenhuizen en woonwijken te bombarderen. Bij zowat elke aanval maken ze burgerslachtoffers. Iedereen die vandaag nog wapens levert aan Saudi-Arabië of de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), is medeplichtig aan de slachtingen die in Jemen plaatsvinden. Als België zich echt om mensenrechten bekommert, moet het onmiddellijk stoppen met het leveren van wapens aan de Saudische coalitie.’ Roth benadrukt dat ook een ‘kleine’ verkoper als België een verpletterende morele verantwoordelijkheid draagt. ‘Als je met zijn vieren iemand doodschiet, moet je achteraf niet beweren dat je onschuldig bent omdat jouw geweer kleiner is dan dat van de anderen.’
De Verenigde Naties noemen de oorlog in Jemen de grootste humanitaire catastrofe ter wereld. Volgens het jaarrapport van Human Rights Watch vielen door het geweld al minstens 6872 dodelijke slachtoffers, meer dan 400.000 kinderen lijden aan acute ondervoeding. Door de blokkade van havens en vliegvelden is Jemen van de wereld afgesneden, en zijn zelfs de meest basale producten schaars. 14 miljoen Jemeni’s dreigen van honger om te komen of ten prooi te vallen aan epidemieën als cholera, die in het totaal verwoeste land weer opgang maken.
Bahrein
Het is niet de enige ophefmakende export waarbij Belgische wapens dienden om mensenrechten te schenden. Zo legde #BelgianArms ook bloot dat in 2011 Belgische pantserwagens ingezet werden bij het neerslaan van de protesten in Bahrein. Bij die bloederige repressie in de nasleep van de zogenaamde Arabische Lente maakten de Bahreinse autoriteiten gebruik van oude M-113-voertuigen, die het Belgisch leger in 2008 doorverkocht aan Bahrein. Met die pantservoertuigen werden toegangswegen afgezet.
Wanneer Saudi-Arabië het Bahreinse regime op 16 maart 2011 te hulp schiet, zet het zijn Tactica-voertuigen in, Britse pantserwagens die gebruikt worden om troepen of politieagenten te vervoeren. Die Tactica’s hebben een chassis van het West-Vlaamse bedrijf Mol CY. Gevraagd naar een reactie verzekert het bedrijf dat het vandaag niet langer chassis voor militaire voertuigen levert. Dankzij die Saudische steun slagen de Bahreinse autoriteiten erin de protesten definitief neer te slaan. In totaal vallen bij de protesten 96 doden en meer dan duizend gewonden. Toenmalig defensieminister Pieter De Crem (CD&V) verwijst voor een reactie door naar Defensie.
Nochtans is de wapenwetgeving op zich allesbehalve coulant. Sinds 8 december 2008 onderschrijven alle lidstaten van de Europese Unie een gemeenschappelijk standpunt. Daarin zijn de voorwaarden vastgelegd die EU-landen moeten volgen om een exportvergunning goed te keuren. Die voorwaarden zijn behoorlijk expliciet. Zo mogen Europese lidstaten geen wapens uitvoeren ‘wanneer er een duidelijk risico bestaat dat uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking’. Bij landen waar mensenrechtenschendingen plaats vinden, worden landen aangemaand ‘zeer zorgvuldig’ te werk te gaan. EU-landen mogen geen wapens leveren die spanningen of conflicten kunnen uitlokken of verergeren, of als er een ‘duidelijk risico’ bestaat dat de militaire systemen gebruikt worden bij ‘het begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht’. Daarnaast was België in 2014 ook een van de eerste landen om het Wapenhandelsverdrag te ondertekenen, dat wapenhandel strenger moet reguleren.
Sinds 2003 is wapenhandel in België een regionale aangelegenheid. Afhankelijk van waar het bedrijf gevestigd is, moet het voor wapenexport een Vlaamse, Waalse of Brusselse licentie aanvragen. De Vlaamse overheid voorziet een maandelijkse rapportering van de toegekende en geweigerde licenties, in Wallonië en Brussel wordt er jaarlijks gerapporteerd. Bij het toekennen van een exportvergunning toetst de regionale administratie de voorgestelde levering aan het wapenhandelsdecreet van de regio. Door de regionalisering zijn die beslissingen vaak gebaseerd op beperkte informatie. ‘Er bestaan samenwerkingsverbanden tussen de federale en regionale overheden, maar in de praktijk is er weinig uitwisseling’, zegt Diederik Cops, onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut, een onderzoeksinstelling van het Vlaams Parlement. ‘Er wordt weinig gebruik gemaakt van de kennis bij de FOD Buitenlandse Zaken of bij de inlichtingendiensten.’
Ondanks herhaaldelijke pogingen van zowel Knack, Le Soir als de VRT antwoordde Waals minister-president Willy Borsus (MR) niet op onze vragen.
Economische bril
‘Door die regionalisering wordt wapenhandel te veel met een economische bril benaderd’, zegt Wies De Graeve, directeur van de Vlaamse afdeling van Amnesty International. ‘In België houden regio’s zich vooral bezig met economie, en nauwelijks met buitenlandbeleid. Het is enorm typerend dat wapenhandel onder het beleidsdomein Buitenlandse Handel valt.’ Het licentiesysteem berust volgens De Graeve te zeer op de goodwill van de bedrijven, waardoor het niet altijd duidelijk is voor welke eindgebruiker de wapens bestemd zijn. ‘Bedrijven moeten de eindgebruiker in de licentie vermelden, als ze die kennen. Daardoor hebben ze eigenlijk geen enkele incentive om dat eindgebruik te achterhalen, want het kan het krijgen van een licentie alleen bemoeilijken.’
Die regionalisering is niet onlogisch. Toen wapenhandel nog een federale materie was, wankelde zowat elke federale regering over het al dan niet toekennen van een wapenexportlicentie. De wapenexport in Vlaanderen en Wallonië is dan ook totaal anders. Waar Wallonië vooral ‘primaire’ wapensystemen vervaardigt (vuurwapens, kanonnen, munitie) is de Vlaamse wapenexport ’technologischer’. Vlaanderen levert bijna uitsluitend technologie die geïncorporeerd wordt in grotere wapensystemen, zoals tanks of straaljagers. ‘De uitdagingen voor Vlaanderen en Wallonië zijn totaal anders’, zegt Diederik Cops. ‘Wallonië is redelijk direct in zijn export: veel wapens worden gewoon rechtstreeks naar de Golfstaten gestuurd. In Vlaanderen is het eindgebruik moeilijker te achterhalen. Vaak leveren we onze onderdelen aan een Europees land, dat het eindproduct na assemblage doorverkoopt. Van minstens zestig procent van de uitgevoerde wapens weet Vlaanderen eigenlijk niet waar ze uiteindelijk terechtkomen.’
In de praktijk blijkt Belgisch wapentuig nog al te vaak in verkeerde handen te belanden. Zo duiken ook Vlaamse wapensystemen op in Jemen. De Eurofighter Typhoon, het kroonjuweel van de Saudische luchtmacht, bevat bijvoorbeeld Vlaamse radarapparatuur. Die werd aangeleverd door het Oostkampse bedrijf Cassidian, dat vandaag Advionics heet. Uit parlementaire vragen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland blijkt dat de Eurofighter veelvuldig wordt ingezet door de door Saudi- Arabië geleide coalitie.
Ook de A330 MRTT, de militaire versie van de Airbus A330 waarmee straaljagers in de lucht worden bijgetankt, bevat LCD-schermen voor de cockpit die aangeleverd zijn door Esterline, de voormalige defensiepoot van technologiebedrijf Barco. Het #BelgianArms-onderzoek toont aan dat die A330 MRTT’s gebruikt worden om Saudische en VAE-straaljagers bij te tanken in de lucht. Dat is pijnlijk, omdat de luchtbombardementen van de Saudische coalitie ongeziene bloedbaden aanrichten.
Internationalisering
Valt daar nog iets aan te doen? Diederik Cops is formeel: ‘Voor de wapens die geëxporteerd zijn, is het te laat. Daarop zijn we alle controle kwijt. Het enige wat een overheid nu nog kan doen, is lessen trekken voor de toekomst.’
Nadat in 2015 bekend was geraakt dat een serie Duitse vuurwapens via illegale wapenleveringen bij Mexicaanse drugskartels terecht was gekomen, besliste Duitsland een post-exportcontrolesysteem uit te rollen. Daarbij wil Duitsland voortaan controleren of de geëxporteerde wapensystemen naar behoren worden gebruikt. Het systeem bestaat al in de Verenigde Staten, dat controle houdt over alle wapensystemen die in Amerika zijn gemaakt of Amerikaanse onderdelen bevatten. Landen die Amerikaans materieel aankopen, mogen dat enkel doorverkopen als ze daarvoor de expliciete toestemming krijgen. Het is een systeem dat enkel het rijkste land en de grootste wapenproducent ter wereld zich kan veroorloven.
Vlaams minister-president Geert Bourgeois erkent dat de post-exportcontrole voor Vlaamse wapens bijzonder moeilijk verloopt. ‘Zowel Vlaanderen als België heeft niet de middelen om op het terrein te controleren waarvoor die wapensystemen daadwerkelijk gebruikt worden. Eigenlijk kun je dat alleen op Europees niveau organiseren. Daar willen we vanuit Vlaanderen werk van maken op Europees niveau.’ Maar daar lopen veel Europese landen dan weer niet warm voor. ‘De meeste landen beschouwen wapenhandel als een exclusief nationale aangelegenheid’, beaamt Cops. ‘Er is weinig animo om de Europese Unie daarin meer macht te geven.’
Tegelijk worden de wapensystemen zelf steeds internationaler. De Eurofighter Typhoon was een Spaans-Brits-Duits-Italiaans project, waarin dus ook Vlaamse onderdelen werden geïncorporeerd. Frankrijk en Duitsland werken momenteel samen om een nieuwe tank en een nieuwe straaljager te ontwikkelen. Voor de Vlaamse overheid betekent die evolutie een enorme uitdaging, vindt Cops. ‘Het betekent dat Vlaanderen steeds minder zicht zal hebben op waar Vlaamse wapens uiteindelijk terecht zullen komen. In de praktijk blijkt het moeilijk om uit die projecten te stappen als de eindbestemming van het wapensysteem ons niet blijkt te bevallen. Dan verlies je als bedrijf en als land immers elke geloofwaardigheid.’
De voorbije jaren werd de defensie-industrie in Europa grondig geliberaliseerd. Het is daardoor bijna onmogelijk geworden om een wapenexportvergunning naar een ander EU-land te weigeren. Op die manier wil Europa de defensie-industrie harmoniseren en beter laten samenwerken. Volgens Wies De Graeve (Amnesty Vlaanderen) zorgt die liberalisering voor een fundamenteel onevenwicht. ‘Zolang Europa geen gemeenschappelijk buitenlandbeleid voert, is die liberalisering problematisch. Je kunt dat eigenlijk enkel doen als je weet dat alle Europese landen op dezelfde manier hun vergunningensysteem toepassen. Dat is allesbehalve het geval. Alleen al in België zie je dat Vlaanderen en Wallonië de regels anders toepassen.’
Toch betekent die internationalisering niet dat Vlaanderen totaal machteloos staat, vindt Cops. ‘Vlaamse bedrijven moeten zich op die evolutie voorbereiden. Bij grote internationale wapenprojecten zou je een witte lijst kunnen opstellen van landen die voldoen aan de voorwaarden om wapens te leveren. Als een land dat niet op die lijst staat toch materieel wil aankopen, mag dat enkel als alle deelnemende landen hun toestemming geven.’
Die internationalisering moet een opportuniteit zijn, vindt Kenneth Roth. ‘Het geeft een klein land als België een unieke hefboom om invloed te hebben op wapenexporten. Zolang Belgische onderdelen nodig zijn om een straaljager of een tank te maken, heeft België de mogelijkheid om oorlogsmisdaden te verhinderen. Het kan niet de bedoeling zijn dat het land met de laagste morele standaarden bepaalt waar wapens naartoe gaan.’
#BelgianArms is een onderdeel van #EuropeanArms, een project van de onafhankelijke mediaorganisatie Lighthouse Reports en het journalistieke platform Bellingcat. #BelgianArms is een samenwerking tussen Knack, Le Soir en VRT. p>
#BelgianArms
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier