Ons laatste gesprek met Toni Morrison: ‘Amerika heeft vandaag veel weg van het wilde Westen’
Vier jaar geleden sprak Knack voor het laatst met Toni Morrison, de Amerikaanse auteur en Nobelprijswinnaar die maandag overleed: ‘ Aangezien dit land gedurende 250 jaar door vele generaties zwarte slaven is opgebouwd, hoeft het niet te verbazen dat de blanken zich superieur voelen.’
Dit interview van Kerenn Elkaïm en Gérald Papy verscheen op 7 oktober 2015 in Knack en wordt u weer aangeboden naar aanleiding van het overlijden van Toni Morrison.
‘Schrijven heeft me vrij gemaakt.’ Vertrokken van helemaal niets is Toni Morrison, goed voor een Nobelprijs Literatuur in 1993, vandaag deel geworden van de Amerikaanse mythologie. En ook al heeft ze het in haar werk over universele waarden, toch wordt zij vaak gezien als de zwarte stem in het debat. Haar laatste, bijzonder intense roman, God sta het kind bij, gaat over een zwarte vrouw die er dankzij haar schoonheid in slaagt wraak te nemen op haar afkomst. Dat ze niet kan afrekenen met haar woede en haar verleden valt haar zwaar, maar ze weet zich toch een weg te banen door het leven.
In uw nieuwe roman wil een vrouw zich van haar ketenen bevrijden. Is schrijven voor u een soortgelijke bevrijding?
TONI MORRISON: Er is zo veel miserie op de wereld, oorlog, geweld en politieke waanzin. En in mijn eigen land is het niet anders: de sociale onrechtvaardigheid is er hard om te dragen. Schrijven is iets persoonlijks. Het stelt me in staat mijn eigen wereld te creëren en die naar eigen smaak in te richten. Een bestaan zonder schrijven kan ik me gewoonweg niet indenken.
‘Wat je ook probeert om de waarheid te ontkennen, de ziel zal haar altijd achterhalen en aan de oppervlakte brengen’, schrijft u. Welke waarheid probeert u aan de oppervlakte te brengen?
MORRISON: Ieder boek is anders. Het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw is verwarrend, instabiel en individualistisch gebleken. Voor de jongste generatie schrijvers lijkt alles rond hun navel te draaien. Ze hebben me gevraagd mijn autobiografie te schrijven. Hoe saai! Waarom zou ik mijn verleden nog eens willen beleven? Ik ken dat toch al? (lacht) Mijn romans zijn mijn middel om me in te laten met de wereld om me heen en de vragen waar we allemaal mee zitten. Waarom zijn we hier? Wat schuilt er in onze ziel? Het is de taak van de schrijver om deze duistere of verborgen zaken te verduidelijken. Ik geef toe dat ik me bij mijn schrijven weleens op mijn eigen ervaringen baseer, maar die zijn voor mij nooit voldoende. Kunst, poëzie, taal en klank kunnen niet zonder geschiedenis.
Een van uw personages, Brooklyn, zegt: ‘Afgezien van ikzelf is er niemand die zich om me bekommerde. Daarom heb ik mezelf uitgevonden.’ Is schrijven voor u een manier om uzelf opnieuw uit te vinden?
MORRISON: Daar ben ik niet interessant genoeg voor, maar het is wel een manier om mijn fantasie te prikkelen. Brooklyn is een jonge, agressieve vrouw met een eigen moraal. Ze streeft succes na en houdt daarbij weinig rekening met anderen. Ze wil zichzelf uitvinden in een maatschappij die haar schaamte, beperkingen en een slecht zelfbeeld aanpraat. Alle personages uit de roman zullen uiteindelijk zichzelf of het leven beter leren kennen. Daarbij laten ze de pijn en last uit hun kindertijd achter zich.
‘Voor de jongste generatie schrijvers lijkt alles rond hun navel te draaien. Ze hebben me gevraagd mijn autobiografie te schrijven. Hoe saai!’
Als titel had ik aanvankelijk Kinderwoede gekozen, maar niemand kon zich daarin vinden. Het moest God sta het kind bij worden. Mijn personages hebben afgezien in hun kindertijd, door het leven en door hun medemens, maar het is pas door daarvan afstand te nemen dat ze volwassen kunnen worden. Zelf ben ik nog niet zover, moet ik eerlijk bekennen. (lacht) Ik was een alleenstaande moeder met twee zonen die verschillende baantjes moest combineren om de rekeningen te laten kloppen. Dat heeft mijn gevoeligheid voor dat soort zaken aangescherpt.
De roman begint met het verhaal van een meisje met een heel donkere huidkleur. ‘Die kleur is een kruis dat ze haar leven lang zal moeten torsen’, houdt haar moeder niet op te herhalen. Wanneer besefte u dat u ‘zwart’ was?
MORRISON: Ik ben opgegroeid in een multiraciale stad waar alles rond de metaalindustrie draaide. Er woonden nogal wat Oost-Europeanen, Ieren en Italianen. Een zwart getto was er niet, maar ik kende wel het verhaal over de zwarten die vanuit het zuiden van de Verenigde Staten waren gekomen. Ook al waren we straatarm, toch voelde ik pas wat racisme betekende toen ik in Washington DC naar de middelbare school ging. De rassenscheiding en de bussen die verboden waren voor ‘negers’ kwamen aanvankelijk heel theatraal op me over. Maar die realiteit was veel ernstiger dan ik dacht. Gelukkig kon ik daarna naar Howard University, een universiteit alleen voor Afro-Amerikanen, al stimuleerde men ook daar spanningen tussen degenen met een lichtere en een donkerder huidkleur. Sweetness, de moeder van mijn hoofdpersonage, vindt haar dochtertje zo zwart dat ze haar niet wil aanraken. Zij is pessimistisch over haar toekomst. Zelf ben ik eerder als mijn moeder, die weigerde mensen te beoordelen.
Waarom denkt u dat ‘het racisme in het Amerikaanse DNA zit’?
MORRISON: Aangezien dit land gedurende 250 jaar door vele generaties zwarte slaven is opgebouwd, hoeft het niet te verbazen dat de blanken zich superieur voelen. Zelfs het Witte Huis is door zwarten gebouwd. De Verenigde Staten zijn erin geslaagd aan te knopen met de industriële revolutie door gebruik te maken van deze gratis werkkrachten, al weigeren ze natuurlijk toe te geven dat ze dit gedaan hebben op de rug van mensen zonder rechten of bezit. Het enige wat bewegingen als de Tea Party doen, is de sociale en raciale discriminatie nog vergroten. Zij ontkennen de Amerikaanse geschiedenis. Donald Trump, de man die ervan droomt president te worden, is de incarnatie zelve van dit wansmakelijke gedachtegoed. In dit land worden deugd en goedheid afgedaan als vrouwelijke waarden, terwijl ze noodzakelijk zijn voor ons welzijn.
De aanhangers van de White Supremacy-beweging vormen toch maar een kleine minderheid. Denkt u dat ze ooit gevaarlijk kunnen worden?
‘Het was een waanidee te geloven dat alles opgelost zou zijn eens Obama aan de macht kwam.’
MORRISON: Het probleem is vooral dat ik in een land leef waar men vuurwapens aanbidt. De wet zegt dat je alleen wapens mag dragen als je deel uitmaakt van een goed georganiseerde militie. Deze vorm van ‘sociale bescherming’ heeft ertoe geleid dat vandaag iedereen wapens in huis heeft. Zelfs een onschuldige burenruzie kan nu op een schietpartij uitlopen. De recente gebeurtenissen in Ferguson, waar er reusachtige rellen uitbraken nadat een zwarte door blanke politiemannen doodgeschoten werd, leggen een onrustwekkende malaise bloot. De politie is zogezegd opgeleid om ons te beschermen, maar uit zelfverdediging schiet ze een zwarte jongen in de rug. Als ik een man was, zou ik beschaamd zijn om zo’n laffe daad.
In het essay Between the World and Me heeft Ta-Nehisi Coates het over het geweld dat de zwarten in Amerika aangedaan wordt. Hij schrijft dat zijn huidkleur voldoende is om andere mensen bang te maken. Neem die kerel die een aantal zwarten doodgeschoten heeft in die kerk in Charleston. Een uur lang heeft hij samen met hen gebeden en hij geeft toe ‘getwijfeld te hebben omdat die mensen zo vriendelijk leken’, maar uiteindelijk vond hij toch dat hij zijn ‘missie moest volbrengen’. Het Amerika van vandaag heeft veel weg van het wilde Westen.
Heeft Obama gefaald in zijn strijd tegen het racisme?
MORRISON: Het was een waanidee te geloven dat alles opgelost zou zijn eens hij aan de macht kwam. Zijn verkiezing toont alleen dat er vooruitgang is. Maar die vooruitgang gaat traag. En de oppositie wil niet liever dan die vooruitgang weer tenietdoen. Kijk bijvoorbeeld naar de algemene ziekteverzekering die Obama er in haar oorspronkelijke vorm niet doorgekregen heeft, ook al zou ze goed geweest zijn voor iedereen. Door die tegen te houden brengt de oppositie schade toe aan haar eigen land. Politiek gezien kan ik ergens wel begrip opbrengen voor de gedachtegang daarachter, maar iedereen ziet toch dat dit de modale Amerikaan niet vooruithelpt. Ze zouden alles doen om de volgende keer een blanke verkozen te krijgen, lijkt het wel, of anders spelen er andere prioriteiten. Ik hoop vurig dat de Democraten zullen winnen. In Europa is het trouwens al niet veel beter. Ik sta versteld van de opgang van het racisme en het antisemitisme. De sociale media lijken dit nog te versterken. Iedereen heeft het recht om de grootste grofheden te spuien op Facebook. Het merendeel van de gebruikers ervan lijkt me gewoon dom.
Uw roman speelt in een tijdperk toen het racisme nog van de staat uitging. In hoeverre is dat vandaag anders?
‘Zoals mijn boeken illustreren, ben ik ervan overtuigd dat een mens boven zichzelf kan uitstijgen en heel veel nieuwe zaken kan oppikken, ondanks alle moeilijkheden. ‘
MORRISON: Door lang aan de universiteit te doceren, ben ik optimistisch geworden. De jongeren van vandaag zijn niet langer geïnteresseerd in het mechanisme achter het racisme. Het houdt hen gewoon niet meer bezig. Racisme is vandaag iets voor fossielen. Vandaar dat ik ervan overtuigd ben dat het ook zal verdwijnen.
Waarom is identiteit het slagwoord in al uw romans? Kunnen wij die echt veranderen?
MORRISON: Vanuit wetenschappelijk oogpunt gezien bestaan rassen niet. Er is alleen de menselijke soort. Racisme is voordelig voor bepaalde individuen. Zij werken zich sociaal omhoog door haat te spuien over de anderen. Mijn roman herinnert er ons aan dat we onze identiteit niet zelf kunnen veranderen. Het zijn de sociale krachten die bepalen wie we zijn, en de manier waarop we daar persoonlijk op reageren. Ik vind dit identiteitsproces zo interessant omdat het ook onze individualiteit benadrukt. Zijn we niet allemaal uniek op deze wereld?
Wat is schoonheid? En waarom is uw hoofdrolspeelster er de gevangene van?
MORRISON: Schoonheid is meer dan alleen uiterlijk; ze is ook innerlijk. Bride slaagt erin glamour te schenken aan haar huidkleur. Voor haar moeder voelt ze zich nooit mooi genoeg. Omdat ze zo graag geapprecieerd wil worden, heeft ze zich opgesloten in de gevangenis van haar huidkleur. Alleen een man die van haar houdt, kan haar helpen zichzelf anders te gaan zien. Vandaag is vrouwelijkheid synoniem met consumentisme en naaktheid. En toch raakt Amerika in shock bij het zien van een tepel. Het is nochtans het eerste wat we in ons leven te zien krijgen. (lacht) Onze schoonheidsstandaarden zijn geëvolueerd. Vroeger vond men een magere vrouw weerzinwekkend omdat ze aan tbc deed denken, terwijl vandaag gezette vrouwen juist onaantrekkelijk worden gevonden. Het is allemaal een kwestie van geld. De esthetische chirurgie heeft de plaats ingenomen van de ‘natuurlijke schoonheid’. Het woord dat nog het best past bij deze geestestoestand is dictatuur, een dictatuur die vooral door de media en de film uitgedragen wordt. In het dagelijks leven blijft het grootste deel van de mensen gelukkig zijn individualiteit ontwikkelen.
Waarvan moeten uw personages zich bevrijden?
MORRISON: Een boek schrijven over iemand die volstrekt gelukkig is, interesseert me niet. Ik schaar me liever aan de zijde van degenen die op zoek zijn naar de waarheid. Alleen dat idee van vooruitgang spreekt me aan, want navigeren we niet allemaal tussen de extremen in ons leven? Zoals mijn boeken illustreren, ben ik ervan overtuigd dat een mens boven zichzelf kan uitstijgen en heel veel nieuwe zaken kan oppikken, ondanks alle moeilijkheden.
Waarom ‘is de vrijheid nooit gratis’?
MORRISON: De vrijheid heeft geen prijs, maar zij eist wel enorm veel werk. Vandaar dat ik in mijn boeken mensen wil bezweren nooit iemands slaaf te worden. De maatschappij ontneemt ons vaak onze stem als ze ons in vakjes indeelt: wij zijn niet louter man, vrouw, blanke, zwarte of Mexicaan. Laat ons de mens zijn die we moeten zijn.