In de galerie: Indrikis Gelzis
In textiel gewikkelde, licht gebogen staalkabels puilen zowel vanboven als vanonder uit een rechthoekig, gietijzeren kader en lijken samen een opengesperde mond te vormen. De titel van het werk, Mealy Mouth, lijkt die indruk te bevestigen. En ook de andere figuren die Indrikis Gelzis voor zijn tweede solo bij de Gentse galeriste Tatjana Pieters creëerde, hebben iets van verwrongen ledematen en lichaamsdelen.
De jonge Letse kunstenaar, die in Gent studeerde, maakte ze tijdens de pandemie, toen we met zijn allen meer dan ooit de cyberspace ingedrongen werden en overspoeld raakten door informatie. Het zijn beelden en levensgrote figuren, gemaakt uit staal, gevernist hout en textiel, die een hang naar de fysieke wereld lijken uit te schreeuwen. Alsof het gebogen geraamtes betreft van wezens die te veel data en fake news te verwerken kregen en zich uit hun sociale isolement willen wringen.
‘Informatiedraden veranderen in bloedvaten. Bloedvaten veranderen in informatiedraden’, aldus Gelzis, die zijn antropomorfe figuren ook zelf aan elkaar laste en ineen knutselde. Dat zie je nog duidelijker bij het werk Limbs between Non-Stepping Stairs. Daarbij hoef je niet eens over een oververhitte fantasie te beschikken om in de over elkaar schuivende, houten panelen en grillige staalkabels een menselijk lichaam te spotten dat een trap afdaalt. Alsof het een sculpturale variant betreft op Marcel Duchamps Nu descandant un escalier.
Gelzis werd geboren in 1988, vlak voor de val van de Muur, en groeide op in Riga in een familie van architecten en beeldhouwers, die zich tijdens het Sovjettijdperk moesten beperken tot subtiele, enkel voor een incrowd leesbare kritiek op mens en maatschappij. Hij ziet zijn werk dan ook als een 21e-eeuwse update van dergelijke gecodeerde kunst. En dat met gekooide, aan elkaar gelaste figuren die hun angsten en driften uitschreeuwen, of een geeuw van existentiële verveling slaken, maar waarbij je zelf moet zien te lezen hoe, wat of waarom.
Indrikis Gelzis, Yawn Holding Fields, tot 17/04 in Galerie Tatjana Pieters, Gent