‘Ik vergelijk Knack soms met Galeries Lafayette in Parijs’

Gerard alsteens

Vijfendertig jaar al maakt Gerard Alsteens elke week een tekening voor dit blad. ‘Ik teken nog altijd even graag als vroeger.’

Hoe bent u bij Knack terechtgekomen?

Gerard Alsteens: Ik werkte bij De Nieuwe, waar Karel Anthierens nog hoofdredacteur was. Na zijn vertrek werd hij redactiesecretaris bij Knack. Hij wist dat ik niet tevreden was bij De Nieuwe en vroeg of ik ook voor Knack wilde werken. Even heb ik gelijktijdig voor de twee gewerkt, tot toenmalig Volkusunie-voorzitter Hugo Schiltz De Nieuwe begon te sponsoren. Meteen heb ik ontslag genomen, want ik wilde niet werken voor een blad dat geld kreeg van een politieke partij. Sindsdien maak ik elke week een tekening voor Knack, nu al vijfendertig jaar. Ik doe dat nog altijd even graag als vroeger. Het is een manier om mezelf relevant te maken.

Welke GAL’s liggen u na aan het hart?

Alsteens: Die tegen apartheid. In de jaren zeventig en tachtig waren veel Vlamingen voor apartheid: niet alleen politici van de Volksunie, ook bankiers, ondernemers, zakenlui… Nu ontkennen ze dat allemaal, maar in die jaren tekende ik echt tégen de macht. Ooit werd een van mijn tekeningen gebruikt op de affiche van de internationale vakbond. Op een dag zag ik op tv een half afgebrand huis in Zuid-Afrika. Op een muur had een activist mijn tekening gehangen omdat die voor hem een grote steun was. Dat deed me veel plezier. Het sluitstuk van mijn anti-apartheidswerk was een tekening over de vrijlating van Nelson Mandela. Hij gaat als kleine man in de gevangenis en komt er vier keer zo groot weer uit. Die GAL koester ik nog altijd als een van mijn beste.

'Ik vergelijk Knack soms met Galeries Lafayette in Parijs'

Is er ooit een GAL gecensureerd?

Alsteens: In die vijfendertig jaar is dat hooguit een paar keer gebeurd. Een keer heeft Rik Van Cauwelaert een tekening tegengehouden over Hugo Coveliers. Die had toen nog veel macht bij de Open VLD en gebruikte die om de groenen te bashen. Voor die gewraakte tekening had ik me laten inspireren door L’Origine du monde van Gustave Courbet (een beroemd naaktschilderij met een blik op een vulva, nvdr). Alleen had ik het geslachtsdeel vervangen door Coveliers’ bekende sik en hem laten roepen: ‘Groen is KUT.’ Misschien niet mijn beste tekening ooit, maar ik vond ze wel relevant. Van Cauwelaert dacht daar anders over. Ook Sus Verleyen heeft ten tijde van de antirakettenbetogingen een tekening geweigerd. Vierhonderdduizend mensen kwamen op straat, maar toch werden de raketten geplaatst. Ik tekende Wilfried Martens (CD&V) met zijn broek op zijn enkels, om duidelijk te maken dat de democratie verkracht was. Verleyen wilde de premier die week interviewen en was bang. Later heb ik aan Martens gevraagd of hij moeite had met die tekening. ‘Natuurlijk niet’, antwoordde hij. ‘Jullie moeten je werk doen. Als zo’n tekening niet kan, leven we in een dictatuur.’ Maar goed, dat zijn de enige keren dat ik gecensureerd ben bij Knack. Ik ben dankbaar dat ik al die jaren in alle vrijheid voor het blad heb mogen werken.

Wat wenst u Knack toe?

Alsteens: Ik vind Knack een essentieel en onmisbaar blad. Vooral de grote diversiteit spreekt mij aan: van onderzoeksjournalistiek en interviews tot verhalen en reportages. Ik vergelijk het soms met Galeries Lafayette in Parijs. Knack is een groot magazijn waar alles te koop is. In het begin loop je er als lezer misschien wat verloren, maar al gauw vind je er je weg in terug. Door die diversiteit krijg je ook een beter zicht op de werkelijkheid dan als je bijvoorbeeld alleen Solidair zou lezen. Ik hoop dus vooral dat die diversiteit wordt behouden én dat Knack op papier blijft verschijnen. Ik hou van papier, ik adem het. Het heeft iets sensueels wat een tablet nooit zal hebben.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content