‘Ik ben nu vijand nummer één’
De Russische tv-journaliste Marina Ovsyannikova protesteerde live in het avondnieuws tegen Poetins invasie van Oekraïne. Hoe moet het verder met haar?
Marina Ovsyannikova (43) praat heel snel aan de telefoon. Ze heeft een paar uurtjes kunnen rusten, na bijna twee dagen zonder slaap, zoals ze zegt. Ovsyannikova heeft tegen het optreden van president Vladimir Poetin in Oekraïne geprotesteerd, en niet zomaar ergens, maar live tijdens het avondjournaal in de studio van de staatszender – een van de meest bekeken televisiekanalen in Rusland. Ze werd afgevoerd, maar werd met een boete vrijgelaten.
Hoe gaat het nu met u?
MarinaOvsyannikova: Gaat wel. Ik woon ondergedoken bij vrienden. De stress is groot, en dat zal niet snel verminderen. Ik begin me langzaam te realiseren dat mijn leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik kan niet terug naar mijn oude leven. (zucht) Ik maak me nu echt zorgen om mijn kinderen, mijn zoon van 17 en mijn dochter van 11. Ik neem kalmeringsmiddelen. Ze zijn niet hier bij mij, maar ze zijn wel veilig in Moskou.
De Franse president Emmanuel Macron heeft u asiel aangeboden. Overweegt u te vertrekken?
Ovsyannikova: Nee, ik wil ons land niet verlaten. We blijven in Rusland. Ik ben een patriot, en mijn zoon nog meer. We willen absoluut niet weg. Maar ik ben natuurlijk bang, heel bang zelfs. Ik ben ook maar een mens. Er kan van alles gebeuren, een auto-ongeluk, alles wat ze maar willen. Ik ben hier nu vijand nummer één.
Maar er is ook nog de wet op fake news, waardoor iedereen die zogenaamd valse informatie verspreidt over de acties van de Russische strijdkrachten zware boetes riskeert, zelfs jarenlange gevangenisstraffen.
Ovsyannikova: Er werd nog geen strafvervolging tegen mij ingesteld – ze onderzoeken of ze dat kunnen motiveren. Ik heb vernomen dat hooggeplaatste vertegenwoordigers van de leiding eisen dat er een strafzaak tegen mij wordt aangespannen. Op dit moment ben ik veroordeeld tot een boete van 30.000 roebel (circa 265 euro, nvdr). Als ik geen kinderen had om voor te zorgen, zou ik zeker vijftien dagen zijn vastgehouden en nu zoals vele anderen in een cel zitten. Ik weet niet wat me verder te wachten staat.
U werkt al jaren op de nieuwsdienst van de staatsomroep. Waarom hebt u nu pas besloten actie te ondernemen?
Ovsyannikova: Mijn ongenoegen is met de jaren steeds groter geworden. De duimschroeven zijn harder en harder aangedraaid. Eerst konden we de gouverneurs niet meer zo vrij kiezen als voorheen. Daarna volgden de gebeurtenissen in Oekraïne in 2014, de instabiliteit, het uitroepen van de ‘Volksrepublieken van Donetsk en Loegansk’, de vergiftiging van Aleksej Navalny. Parallel daarmee begonnen de autoriteiten de onafhankelijke media uit te schakelen of tegen te werken. Het begin van de oorlog tegen Oekraïne was voor mij het point of no return. Niemand had dit zien aankomen. We dachten dat het maar sabelgekletter was van Rusland en van de VS en de NAVO. Toen kwam 24 februari. Het was gruwelijk.
Ze bleven maar vragen wat mijn link was met het Westen, wie mij had aangespoord.
Sommige mensen denken dat uw protest door anderen gepland en geënsceneerd was.
Ovsyannikova: (lacht) Dat heb ik ook gelezen, maar kijk, ik ben een echte mens. Dat was niet fake, het was geen montage. Ik zat in de studio van de staatszender. Die heeft het incident bevestigd. (stilte) Ik was zo gespannen, zo boos, en dat wilde ik met mijn protest laten blijken. Ik dacht niet aan wat de mogelijke gevolgen konden zijn, dat besef ik nu wel. Elke dag meer en meer.
Het leek alsof uw actie al langer gepland was.
Ovsyannikova: We hebben op de zender om de week dienst. We werken een week en zijn een week thuis. Ik was tot zondag vrij en kocht papier en stiften, maakte in mijn keuken de poster en nam de video op, die ik achteraf op Facebook heb geplaatst. Niemand wist ervan, anders was het waarschijnlijk misgegaan.
Wat gebeurde er die maandag tijdens het werk?
Ovsyannikova: Ik ben net als anders aan mijn werk begonnen, keek in de studio waar de camera’s precies stonden, hoe ze bewogen, waar ik zou kunnen staan. Ik was erg bang dat het uiteindelijk allemaal tevergeefs zou zijn als niemand me had kunnen zien. Toen rende ik snel de studio in, langs de veiligheidsagent die daar altijd op post staat. Ik was hem voor, ik had de uitgerolde poster al in mijn handen en stond achter de nieuwslezeres. Toen liep ik snel terug naar mijn werkplek en wachtte af. Ik kreeg mijn oversten over de vloer, en iedereen vroeg: ‘Was jij dat?’ Niemand wilde het echt geloven. Daarna volgden lange gesprekken. Er kwamen ook politieagenten. Het heeft urenlang geduurd.
Hoe verliepen die gesprekken?
Ovsyannikova: De hoofdredacteur van de nieuwsdienst wilde dat ik ontslag nam. Dat heb ik toen niet gedaan, ik was te emotioneel. De agenten namen mijn telefoon af en praatten heel vriendelijk met mij over de politieke situatie in Rusland. Ik werd ook ondervraagd door een adjunct-directeur van de dienst voor extremismebestrijding. Ze bleven maar vragen wat mijn link was met het Westen, wie mij had aangespoord. Terwijl ik alleen maar mijn standpunt als burger heb verwoord. Ik heb wel twintig keer om een advocaat gevraagd.
Wat deed u precies als redacteur bij de staatsomroep?
Ovsyannikova: Ik werkte voor de afdeling buitenlands nieuws, stond in contact met internationale agentschappen zoals Reuters en Eurovision, volgde het westerse nieuws, deed onderzoek, nam interviews op met buitenlandse politici en experts, produceerde bijdragen voor onze uitzendingen.
Dat betekent dat u altijd een andere realiteit hebt gezien, die u niet toonde op de staatszender.
Ovsyannikova: Inderdaad. Ik begrijp dat elke staat vecht voor zijn belangen, dat we in een informatieoorlog leven. Maar in ons land had de staatspropaganda al vóór de oorlog in Oekraïne vreselijke vormen aangenomen. Nu deze oorlog is begonnen, is de propaganda niet meer te verdragen. Tijdens mijn werk heb ik het volledige plaatje gezien: Oekraïense vluchtelingen die nu in Polen en elders zitten, Oekraïners die alles in de oorlog kwijtgespeeld zijn, hun verwoeste huizen, de gewonden en doden. De beelden van de internationale agentschappen liepen voortdurend binnen op onze schermen. We hebben die foto’s niet op de staatszender laten zien. Zelfs niet van onze eigen doden.
U hebt vele jaren voor de staatspropaganda gewerkt. Hoe valt daarmee te leven?
Ovsyannikova: Het werk begon me erg zwaar te vallen. De meeste mensen die voor de staatstelevisie werken, weten heel goed wat er aan de hand is. Ze weten maar al te goed dat ze iets verkeerds doen. Maar mijn collega’s moeten hun kinderen te eten geven en weten dat ze in het huidige politieke klimaat geen andere baan zullen vinden.
Welke plannen hebt u nu?
Ovsyannikova: Mijn leven zal totaal anders zijn. De oorlog heeft alle plannen tenietgedaan en veroorzaakt zo veel leed, vooral in Oekraïne. Ik ben blij te lezen dat collega’s van de staatsomroepen één voor één ontslag nemen.