Homans wil Leuvense moskee niet meer erkennen
Minister-president Liesbeth Homans wil de erkenning intrekken van de Leuvense Al Ihsaan-moskee, maar ze weigert bekend te maken op welke informatie ze zich baseert. ‘Dat kan niet’, zegt justitiewatcher Jan Nolf.
Op 26 juli maakte minister-president Liesbeth Homans (N-VA) via het radioprogramma De Ochtend en Het Laatste Nieuws bekend dat ze de erkenning van de Al Ihsaan-moskee in de Leuvense deelgemeente Wilsele wil intrekken. Reden: een imam die vorig jaar was geschorst is er opnieuw actief en de moskee heeft banden met organisaties die het salafisme onderwijzen. Welke die banden precies zijn en wat de moskee juist wordt aangewreven, blijft onduidelijk: ‘De beslissing is genomen op basis van vertrouwelijke informatie die de minister bereikt heeft, en die zal niet publiek gemaakt worden.’ De minister moet nu een aantal adviezen inwinnen – onder meer van de stad Leuven en het Executief van de Moslims in België – voor ze kan beslissen al dan niet tot de voorgenomen schorsing over te gaan. Ze hoeft de adviezen dus niet te volgen.
Als de minister haar beslissing niet zorgvuldig motiveert, belandt dit dossier gegarandeerd bij de Raad van State.
Homans’ actie kreeg extra aandacht omdat ook de Leuvense N-VA vanaf ’s morgens voluit mee in het offensief trok, niet alleen tegen de Al Ihsaan-moskee, maar ook tegen de steun van het stadsbestuur voor de moskee. Volgens N-VA-fractieleider Lorin Parys subsidieert de stad de verspreiding van het salafisme in Leuven. Dat Parys zich hard opstelt tegen de Al Ihsaan-moskee heeft een voorgeschiedenis. In november 2017 maakte hij de inhoud bekend van een preek die een hulpimam in de bewuste moskee had gegeven. Daarin zei de man dat het echtgenoten is toegestaan om hun vrouw een ‘symbolische lichte tik te geven met een miswak (een dunne lichte houten tandenborstel van 20 centimeter) en dit niet in het gezicht of op intieme gedeelten’. De moskee verontschuldigde zich en herhaalde haar gehechtheid aan de westerse waarden. De preek werd van het net gehaald en de hulpimam zes maanden op non-actief gezet.
Geen enkele klacht
‘Wij begrijpen het niet’, zegt Mehmet Ustun, de voorzitter van het Executief van de Moslims van België: ‘De betrokken hulpimam is een half jaar lang geschorst, maar die termijn is inmiddels verstreken. Hij heeft een verklaring ondertekend waarin hij zich ertoe engageert om de mensenrechten, de rechten van de vrouw en van het kind volledig te onderschrijven. Tot dusver ontvingen wij geen enkele klacht, niet over de moskee en ook niet over de imam. Het moskeebestuur zelf laat ons weten dat men zich juist afzet tégen het salafisme. De minister zegt in haar brief ook niet waarop ze zich concreet baseert om de erkenning in te trekken: het enige wat ons per mail is gevraagd, is om in september een advies klaar te hebben. Maar waarover? Niemand weet het.’
Niet de oppositie die haar werk doet, is de vijand, maar de organisatie die het salafisme onderwijst in Leuven.
Ook burgemeester Mohamed Ridouani (SP.A) stoort zich aan het gebrek aan duidelijkheid. In een scherpe mededeling op Facebook trok hij van leer tegen de werkmethode van de minister-president: het Leuvense stadsbestuur werd pas ingelicht ‘nadat Homans via de pers en zonder overleg, zonder inlichtingen te verschaffen, een hele gemeenschap heeft neergezet als extreem en gevaarlijk. Ik wacht nog steeds op inlichtingen die de beschuldigende bewering staven. Voorlopig beschikken we enkel over een korte, warrige brief van minister Homans, zonder details, die bovendien vol fouten staat (de naam van de moskee wordt consequent fout geschreven, en de voorzitter van de gemeenteraad wordt met mijnheer aangesproken terwijl het om een vrouw gaat…).’
Heeft Liesbeth Homans zich misschien gebaseerd op informatie van de Staatsveiligheid, zoals bij de intrekking van de erkenning van een moskee in Beringen? Reactie van de Staatsveiligheid: ‘Geen commentaar.’ Of is er misschien een onderzoek lopend bij het Leuvense gerecht? Volgens de lokale pers laat het Leuvense parket off the record weten dat er niets aan de hand is: ‘Dit dossier is vederlicht.’ Ridouani: ‘Het deksel ligt in elk geval losjes op de riool.’ Een boze Parys repliceert dat Ridouani zich van oorlog vergist: ‘Niet de oppositie die haar werk doet, is de vijand, maar de organisatie die het salafisme onderwijst in Leuven.’
Jan Nolf, een jurist van liberale signatuur, adviseert Homans om duidelijkheid te verschaffen: ‘Natuurlijk kan de minister een moskee niet schorsen zonder haar beslissing zorgvuldig te motiveren. Bovendien zal ze met meer argumenten moeten komen dan alleen met de vage, algemene beschuldiging van salafisme. Er zijn verschillende strekkingen binnen het salafisme, lang niet elke salafist is een potentiële jihadist. Salafisme an sich lijkt me niet strafbaar. Louter het etiket ‘salafisme’ gebruiken volstaat ook niet om de bewuste moskee haar erkenning af te nemen. De minister heeft een publieke motiveringsplicht. Doet ze dat niet, dan belandt dit dossier gegarandeerd bij de Raad van State. Daar heeft Homans de voorbije vijf jaar al meer zaken verloren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier