Zwarte Zondag zindert na: ‘Het oude Denderleeuw komt nooit meer terug’

'Kinderen krijgen nu beter onderwijs dan 20 jaar geleden. Ook de Vlaamse.' © FRANKY VERDICKT

In enkele centrumscholen met een grote Afrikaanse gemeenschap is de winst van extreemrechts hard aangekomen. Knack mat de temperatuur in de laboratoria van Denderleeuw 2.0: de scholen.

Gemeenteplein, Denderleeuw. Met een honderdtal zijn ze naar de betoging gekomen, mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. Ze zwaaien met Vlaamse Leeuwvlaggen – de rechtse strijduitvoering zonder rode klauwen en tong. Slogans zoals ‘Red de democratie’ en ‘Wij zijn het volk’ weerkaatsen tegen de gevel van het stadhuis. De bedoeling is dat ze doordringen tot de zaal waar straks de eerste gemeenteraad sinds de verkiezingen plaatsvindt. Vlaams Belang-fractieleider Kristof Slagmulders warmt zijn achterban per megafoon op. Zijn partij, die op 14 oktober van drie naar negen zetels sprong, wordt buiten de formatiebesprekingen gehouden. ‘Denderleeuw dreigt weer een linkse coalitie te krijgen’, toetert hij. ‘De wil van de kiezer wordt verkracht.’ Een van die kiezers is Kamiel Van den Borre. Gedrapeerd in een leeuwenvlag verklaart hij tegenover de correspondent van een regionale krant zijn aanwezigheid. ‘Ge kunt hier ’s avonds niet meer buitenkomen, het is hier precies Zuid-Afrika.’

Jobs, jobs, jobs: is dat niet wat de regering-Michel wil? Wel dan, diversiteit creëert jobs.

Joris Breynaert, directeur De Zevenspring

We laten in het midden wat de man zich bij Zuid-Afrika voorstelt. Feit is dat de aanwezigheid van een aanzienlijke groep nieuwkomers met een Afrikaanse achtergrond op de verkiezingsuitslag heeft gewogen. Niet alleen in Denderleeuw, waar Vlaams Belang met 26,2 procent ruimschoots de grootste partij werd. Op een boogscheut hiervandaan ligt het intussen veelbesproken stadje Ninove, waar het extreemsrechtse Forza Ninove net geen absolute meerderheid behaalde. Lijsttrekker Guy D’haeseleer, Vlaams Parlementslid voor Vlaams Belang, draait zijn hand niet om voor wat stemmingmakerij omtrent gekleurde medeburgers. Zijn ‘chocomousse-meme’ met Afrikaanse kinderen werd ook door N-VA-voorzitter Bart De Wever als ‘walgelijk’ bestempeld. In Aalst nestelde Vlaams Belang zich met 17 procent stevig op de tweede plaats, weliswaar op respectabele afstand van de ongenaakbare burgemeester Christoph D’haese, die met een opvallend homogene lijst uitpakte. Geen spoor van diversiteit bij de Aalsterse N-VA.

Het regende de voorbije weken analyses over de nieuwe Zwarte Zondag aan de Dender. Telkens werd de olievlek Brussel geëvoceerd, een niet te stuiten sociologisch fenomeen dat via het spoor en de Ninoofsesteenweg diversiteit en verfransing over deze hoek van Oost-Vlaanderen verspreidt. Even onvermijdelijk werd ingezoomd op een welbepaalde categorie van nieuwkomers die met de interne migratiegolf in de Denderstreek kwam aanspoelen. Zowel in Aalst, Denderleeuw en Ninove als in Liedekerke en Erembodegem ontstonden de voorbije jaren grote gemeenschappen met roots in Subsaharaans Afrika.

Halloween

De snelheid waarmee die ontwikkeling zich voltrok, blijkt nog het best uit cijfers van de Katholieke Centrumschool Denderleeuw (KCD). In het jaar 2000 telde de basisschool 4 procent kleuters en leerlingen met een niet-Nederlandstalige achtergrond. In 2005 was het aandeel al opgelopen tot 18 procent, dit schooljaar werden 52 procent allochtonen ingeschreven. ‘Die groep is heel divers’, zegt Joris Breynaert. ‘We hebben een tachtigtal moslims, meestal van Marokkaanse en Turkse afkomst. Je vindt hier ook Oost-Europeanen, Latijns-Amerikanen en zelfs enkele Walen. Maar veruit de grootste groep heeft roots in Centraal-Afrika, vooral in Congo. 200 kinderen in totaal, dat is haast een school op zichzelf.’ Breynaert, jarenlang directeur van KCD, momenteel coördinerend directeur van de overkoepelende scholengemeenschap De Zevensprong, is nog niet bekomen van de verkiezingsuitslag. ‘Draai of keer het zoveel als je wilt,’ zegt hij, ‘maar ruim een kwart van de kiezers heeft op 14 oktober een veto tegen diversiteit uitgesproken. “Stuur die Afrikanen terug,” was de impliciete boodschap, “als het niet naar Congo is, dan tenminste naar Brussel, waar ze vandaan komen.” Absurd. Alsof de lokale politiek enige invloed heeft op sociologische realiteiten zoals interne migratie.’

'Volwassenen en gepensioneerden hebben moeite met de veranderingen, kinderen niet.'
‘Volwassenen en gepensioneerden hebben moeite met de veranderingen, kinderen niet.’© FRANKY VERDICKT

Griet Daem, directrice van basisschool ’t Landuiterke, net als KCD een onderdeel van De Zevensprong, deelt het onbehagen. De maandag na de verkiezingen zag ze de e-mails binnenlopen. Enkele ouders maakten hun beklag over het schrappen van het jaarlijkse Halloweenfeest. ‘Een beslissing die al in de zomer, bij de planning van het schooljaar, werd genomen’, zegt Daem. ‘Nogal wat leerkrachten vinden Halloween een commercieel nepfeest, dat bovendien heel wat kleuters angst aanjaagt. En ja, er was nog een bijkomende reden. Een kleine minderheid van onze Afrikaanse ouders houdt zijn kinderen thuis tijdens Halloween, om religieuze redenen. Het gaat om leden van bepaalde evangelische kerken waar een taboe geldt op alles wat met de dood te maken heeft.’ Precies die reden werd aangehaald in de gecoördineerde schrijfactie. Halloween mag dan Amerikaanse import zijn, het schrappen van het feest werd één dag na de verkiezingen anders geframed: het was plots een kaakslag voor de Vlaamse identiteit, en een zoveelste knieval voor de vreemdelingen die de school en bij uitbreiding heel Denderleeuw overspoelen.

De anekdote speelt zich niet toevallig af in de Kruisstraat, waar basisschool ’t Landuiterke een tweede campus heeft. De diversiteitsindex ligt er nog hoger dan bij KCD, waarmee het schooltje overigens een getrouwe afspiegeling biedt van zijn omgeving. De wijk Leeuwbrug, vlak bij het station, is erg in trek bij nieuwkomers. Vaak gaat het om mensen uit de Afrikaanse gemeenschap in Brussel die door de lage vastgoedprijzen worden aangetrokken. Hier koop je nog een royaal rijhuis voor 150.000 euro, en de huurprijzen liggen de helft lager dan in de hoofdstad. Met de trein is het maar een kwartier sporen naar het werk of de familie in Brussel. Maar er is nog een aantrekkende factor: het onderwijs. ‘Afrikaanse ouders zijn net zoals alle ouders’, zegt Breynaert. ‘Ze willen het best mogelijke onderwijs voor hun kinderen, bij voorkeur in Vlaanderen. Niet dat het voor kinderen altijd een cadeau is. We schrijven soms leerlingen in het vijfde of zesde leerjaar in die recht uit het Franstalige onderwijs komen en een grote achterstand voor Nederlands en wiskunde hebben. Dat is niet simpel. Noch voor het kind, noch voor de school.’

’t Landuiterke voert een eigen spreidingsbeleid. Een twaalftal kinderen neemt ’s ochtends bij het station de bus naar de veel wittere hoofdschool in de Landuitstraat. ‘Een confronterende ervaring’, zegt Daems, die de kinderen vaak begeleidt. ‘Zwarte kinderen die luid praten, en dan soms nog in het Frans. Voor sommige busgebruikers is dat een brug te ver. Ze spuwen hun gal, zonder te beseffen dat onze leerlingen hen wel begrijpen. Heel wat van die kinderen zijn echte polyglotten. We zijn hier een perfect tweetalige generatie aan het klaarstomen.’

Het mag hier stoppen. Onze nieuwe schoolaanpak werkt goed, maar wat als de verhouding naar 70/30 gaat?

Ann Van Durme, directeur KCD

Geen wanklanken meer

De ‘invasie’ terugdraaien? Een blik op de speelplaats van KCD zou moeten volstaan om die illusie te kelderen. Kinderen ravotten als vanouds, zichtbaar kleurenblind. ‘In het begin registreerden we weleens een ongepaste opmerking’, zegt Ann Van Durme, die Breynaert als directeur is opgevolgd. ‘Dan klonken er kreten zoals “vuile zwarte”. Ik ben niet zeker of het racistisch bedoeld was, het blijven tenslotte kinderen. Maar de jongste jaren horen we helemaal geen wanklanken meer. Het zijn volwassenen en gepensioneerden die moeite hebben met de veranderingen, voor deze kinderen is diversiteit vanzelfsprekend.Natuurlijk heeft onze school wat heet “een moeilijk publiek”. We scoren erg hoog in de SES-cijfers (gebaseerd op de socio-economische status, nvdr), vooral door de anderstalige thuissituatie. Dat heeft ook een voordeel in het Vlaamse onderwijssysteem, want het geeft ons recht op negen extra zorgleerkrachten die we inzetten voor doorgedreven differentiëring en taalondersteuning. Met resultaat: de meesten van onze leerlingen stromen door naar A-richtingen in het middelbaar.’

Van Durme, die opgroeide in de wijk Leeuwbrug en 27 jaar voor de klas heeft gestaan, doet er niet hypocriet over: de verkleuring is haar en haar collega’s overvallen. ‘Het is heel snel gegaan. We hebben met het hele team een nieuwe aanpak gezocht. Voor Nederlandse taalverwerving en ouderbetrokkenheid moesten we het bord helemaal schoonvegen en van nul herbeginnen. We hebben pilootgroepen opgericht, met voortrekkers die nagenoeg iedere woensdag nableven om te brainstormen. Niet iedereen in het team was daar klaar voor. Zo’n transitie gaat met een rouwproces gepaard. Gelukkig viel de omslag samen met de instroom van heel wat jonge leerkrachten.’ Dat mag geen toeval heten. Samengeteld steeg de populatie van KCD en ’t Landuiterke sinds 2006 van 600 naar 1000 leerlingen, een winst die volledig op het conto van interne migratie valt te schrijven. ‘De verkleuring heeft onze centrumscholen een nieuw elan gegeven’, zegt overkoepelend directeur Breynaert. ‘Jobs, jobs, jobs: is dat niet wat de regering-Michel wil? Wel dan, diversiteit creëert jobs.’

Niet dat alles rozengeur en maneschijn is. KCD krijgt geregeld leerkrachten van landelijk gelegen zusterscholen op werkbezoek. ‘Die zetten grote ogen op’, zegt Van Durme. ‘Ik heb er nog niet één gekend die wilde ruilen, ook al omdat leraren op deze school harder moeten werken dan collega’s die een homogeen Vlaams publiek bedienen. Maar het omgekeerde is evenzeer waar: niemand van mijn team wil naar een school op het platteland verhuizen. Het is misschien hard werken, maar we krijgen veel terug. Ik ben er trouwens van overtuigd dat we nu veel beter onderwijs bieden dan pakweg twintig jaar geleden. Ook aan de Vlaamse kinderen.’

'Volwassenen en gepensioneerden hebben moeite met de veranderingen, kinderen niet.'
‘Volwassenen en gepensioneerden hebben moeite met de veranderingen, kinderen niet.’© FRANKY VERDICKT

Vlaamse ontvoogding

2006, het jaar waarin de kaap van 20 procent anderstaligen werd genomen, was een kantelpunt. Samen met de even diverse basisschool van het GO!-Atheneum trokken KCD en ’t Landuiterke bij het gemeentebestuur aan de alarmbel. Deze uitdaging ging hun krachten te boven, de scholen vroegen ondersteuning. De demarche leidde onder meer tot de benoeming van een gemeentelijke schoolopbouwwerker, een ervaren kracht die in Gent werd weggeplukt. ‘Daar hebben we veel aan gehad’, zegt Van Durme. ‘Ze haalde experts onderwijs en diversiteit naar Denderleeuw. Mensen zoals Piet Van Avermaet, de Gentse professor taalkunde die ons nieuwe inzichten over de verwerving van Nederlands heeft aangebracht. We hebben daar echt mee geworsteld: moeten we kinderen straffen als ze onder elkaar op de speelplaats Frans spreken? Dat spoor hebben we gelukkig snel verlaten. Het is wetenschappelijk onderbouwd: als kinderen hun thuistaal mogen hanteren, voelen ze zich beter in hun vel, waardoor ze ook sneller Nederlands leren.’

Toch ontstond er opschudding toen het nieuwe speelplaatsreglement in de streekpers uitlekte. Frans spreken op de speelplaats van de Kruisheren, waar ging dat naartoe? De naam van de stichtende congregatie, ook verbonden aan het aanpalende IKSO-college, rijmt in de streek op ‘Vlaamse ontvoogding’. Zowel Van Durme als haar collega Daems pleit voor pragmatiek. Ja, brieven aan ouders worden ook in het Frans verstuurd. Tijdens oudercontacten staan vrijwilligers-tolken klaar. De onthaaldag wordt voor Nederlandsonkundige ouders in een aangepaste en meertalige formule overgedaan. ‘Natuurlijk moedigen we de ouders aan om Nederlands te leren’, zegt Van Durme. ‘We organiseren zelf cursussen in samenwerking met het Centrum voor Basiseducatie. Maar we moeten realistisch blijven. Van ouders die pas vanuit Brussel zijn verhuisd, kun je niet verwachten dat ze de Nederlandstalige uitleg tijdens de onthaaldag of het oudercontact snappen. Voor ons primeren altijd de onderwijskansen van het kind.’

Van Durme overweegt nog een stap verder te gaan. Thuistaal toelaten in de klas, ook dat is volgens onderwijsexperts heilzaam voor welbevinden en leerwinst. Voorlopig blijft dat nog toekomstmuziek, want niet alle teamleden geloven in deze vorm van pedagogisch driebanden. Het toont echter aan hoever de school gaat in het omarmen van de diversiteit, al knagen er soms twijfels. Er zijn kinderen die letterlijk in de schaduw van KCD wonen en toch in deelgemeente Welle naar school gaan. Het zijn uitzonderingen: de gevreesde witte schoolvlucht is uitgebleven. ‘Toch mag het hier stoppen’, zegt Van Durme. ‘Onze nieuwe aanpak werkt goed, maar wat als de verhouding naar 70/30 doorschiet?’

Zwarte Zondag zindert na: 'Het oude Denderleeuw komt nooit meer terug'
© FRANKY VERDICKT

Ouderbetrokkenheid

Peter Van Hove, directeur van de GO!-basisschool in de De Nayerstraat, maakt er een erezaak van: bij nieuwe inschrijvingen verwelkomt hij de ouders in hun thuistaal. Soms is dat Italiaans, of Roemeens. ‘Dat gaat niet altijd even vlot,’ geeft hij toe, ‘maar het wordt geapprecieerd door de ouders en de kinderen.’ Maar meestal bedient hij zich van de taal van Molière. ‘Meer dan de helft van onze kinderen spreekt thuis Frans’, zegt Van Hove. ‘Vooral moslims en Afrikanen, al zitten er ook tussen die Engels spreken. Op de speelplaats klinken alle talen door elkaar, maar Nederlands is de bindtaal. Logisch, want we hebben hier nog altijd een aanzienlijke groep Vlaamse kinderen.’

Ook Van Hove spreekt over diversiteit als een kans. Sinds zijn aantreden in 2012 kent de school na een moeilijke periode weer een forse groei: van 416 naar 600 leerlingen, overwegend kinderen van nieuwe Denderleeuwenaars. De pragmatische taalpolitiek is niet het enige raakvlak met de katholieke centrumscholen. Onder impuls van de gemeentelijke schoolopbouwwerker ontstond een officieus, netoverschrijdend samenwerkingsverband. In de drie scholen werd een video opgenomen om de usances van het Vlaamse basisonderwijs te verduidelijken. De film, voorzien van Franse en Engelse ondertitels, liep helaas twee jaar vertraging op, een gevolg van de bestuurscrisis die Denderleeuw verlamde nadat N-VA-burgemeester Jan De Dier in november 2014 zijn meerderheid verloor.

Ook Van Hove en zijn team hebben met zoeken en tasten een nieuwe onderwijsmethode ontwikkeld. GOVA, heeft hij het genoemd, gedifferentieerd onderwijs met vak-ankers. ‘Van de jongste kleuters tot en met de kinderen van het vierde leerjaar hebben we voor alle vakken een referentieleraar aangeduid, een vakspecialist die zijn collega’s helpt met de lesvoorbereidingen. In de graadklas van het vijfde en zesde leerjaar passen we het systeem van het secundair onderwijs toe, met gespecialiseerde leerkrachten die alleen hun vak geven in alle klassen. Dankzij dat systeem scoren we flink boven het Vlaamse gemiddelde op de OVSG-eindtoetsen. Straf, met ons publiek.’

Congolese ouders mikken heel hoog. Zoon- of dochterlief wordt advocaat of dokter, de rest wordt minderwaardig geacht.

Ouderbetrokkenheid blijft zijn grootste kopzorg, al heeft voortschrijdend inzicht al veel beterschap gebracht. Briefjes in de agenda, zelfs in het Frans opgesteld, blijven vaak ongelezen. Dus belt de school ouders persoonlijk op om afspraken voor bijvoorbeeld het oudercontact te maken. Dat werkt goed, net zoals de oudergroepen waarin mama’s en papa’s uit de Afrikaanse gemeenschap een brugfunctie vervullen. Ze wijzen andere ouders op het belang van betrokkenheid, er wordt geëxperimenteerd met thema-avonden over schoolse onderwerpen, waarbij de ouders tegelijk vakjargon leren in het Nederlands. Vooral bij de oriëntatie naar de middelbare school ontstaan er weleens misverstanden. Met name Congolese ouders, zo vernamen we meermaals, mikken heel hoog. Zoon- of dochterlief wordt advocaat of dokter, andere uitkomsten worden minderwaardig geacht. Dan valt er wat uit te leggen als het studieadvies richting tso of bso wijst.

Pierre Kompany

Halfvier. Ouders stromen binnen om hun kroost op te halen, onverschillig voor de Vlaamse strijdvlag die aan de overkant van de schoolpoort wappert. Ooit was de stempel van Vlaams Belang een sociaal stigma. Dat is voltooid verleden tijd, toch in de Denderstreek. Ook anderhalve week na de verkiezingen hangen de extreemrechtse kandidaten van achter ramen en op borden in voortuintjes te glunderen. ‘Eerst onze mensen’ – de boodschap is hier aangekomen. Maar even opvallend: verscheidene lijsten pakten uit met gekleurde kandidaten. Zelfs de N-VA, waar Jean Liwoke zijn Afrikaanse oorsprong met een originele flamingantische pedigree wist te rijmen. Zijn vader, zo legt hij uit op de website, was een wees die door Vlaamse priesters werd opgevoed, vandaar zijn gevoeligheid voor het V-ideaal. Hij werd niet verkozen, in tegenstelling tot Chancelvie Okitokandjo die voor CD&V in de nieuwe gemeenteraad mag gaan zitten. Twee andere kandidaten uit de Afrikaanse gemeenschap, van Groen en CD&V, grepen nipt naast een zetel. En zo wordt een 26-jarige rechtenstudente uit de wijk Leeuwbrug de enige stem van divers Denderleeuw. Zwaar ondervertegenwoordigd, want intussen is al een vijfde van de 20.000 inwoners van niet-Europese afkomst. ‘Afrikanen’ vormen met zowat 3000 zielen veruit de grootste groep nieuwkomers. ‘Het had op 14 oktober anders kunnen lopen’, zegt Okitokandjo. ‘Heel wat Afrikaanse mensen hebben niet gestemd, vooral degenen die de Belgische nationaliteit nog niet bezitten. Nochtans hadden we die groep vanaf april actief aangespoord om zich als kiezer te laten registreren, maar velen generen zich voor hun Congolese, Rwandese of Kameroense identiteit.’

'Ge kunt hier 's avonds niet meer buitenkomen, het is precies Zuid-Afrika.'
‘Ge kunt hier ’s avonds niet meer buitenkomen, het is precies Zuid-Afrika.’© FRANKY VERDICKT

Aan strijdlust ontbreekt het Okitokandjo niet. De coalitiebesprekingen zijn nog volop aan de gang, maar ze wijst een schepenmandaat niet a priori af. Na verkiezingsdag regende het felicitaties, zowel van de Afrikaanse gemeenschap als van Vlaamse vrienden. Vergelijkingen met Pierre Kompany, straks burgemeester van Ganshoren, waren niet van de lucht. Okitokandjo scoorde onder meer met een Facebookfilmpje waarin ze in vlekkeloos Nederlands haar geloof in een divers Denderleeuw belijdt. Grootmoedig, voor iemand die geregeld met plat racisme werd en wordt geconfronteerd. Tegenliggers die abrupt de straat oversteken alsof ze een besmettelijke ziekte vrezen, treinreizigers die liever blijven staan dan naast haar te gaan zitten, beledigende commentaren aan de kassa van de supermarkt: het zijn ervaringen die ze met veel Afrikaanse Denderleeuwenaars deelt. ‘Vaak wordt er agressief gereageerd als je Frans spreekt’, zegt ze. ‘Nu ken ik de gevoeligheden van de taalkwestie in Vlaanderen wel, maar dit snap ik niet. Wat is er mis met tweetaligheid? Ik zie daar alleen een troef in.’

Dat ze desondanks optimistisch blijft, komt onder meer door haar ervaring op school. ‘Ik heb op het katholieke IKSO gezeten’, zegt Okitokandjo, die tot haar elfde in Nederland woonde. ‘Een goede school, nooit racisme of discriminatie ervaren. Hetzelfde verneem ik van mijn Belgisch-Rwandese vriendin die op het Atheneum heeft gezeten en nu als advocate werkt. Toegegeven, de scholen zijn sindsdien nog veel diverser geworden. Ik kom nog geregeld in het IKSO, waar mijn jongste zusje zit. Ik sta soms zelf versteld van de verkleuring. Het is erg snel gegaan, en ik begrijp dat oudere Denderleeuwenaars het daar moeilijk mee hebben. Maar ze moeten de realteit onder ogen zien. Het Denderleeuw van vroeger komt nooit meer terug.’

Ooit komt het allemaal wel goed. Bij het GO! in de De Nayerstraat kaarten leerkrachten na over het voorbije Halloweenfeest. Het was heel eng, erg donker en vooral een groot succes. Zo’n 250 kinderen en ouders waren door de tot griezeltunnel verbouwde gangen op de eerste verdieping gelopen. Onder hen kinderen die met de zegen van hun ouders religieuze en culturele taboes opzij hadden gezet. ‘Typisch’, zegt een lerares. ‘Alle reden zijn goed voor een verkleedpartijtje. Carnaval, dat zit hier in het bloed.’ Ook bij nieuwe Denderleeuwenaars.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content