‘Frans Verleyen, Johan Anthierens en Frank De Moor, dat waren heel gewone mensen’
Zelfs redactiesecretaris Jos De Vuyst (62) is niet eeuwig. Na 42 jaar neemt hij afscheid van Knack.
Hoe bent u bij Knack terechtgekomen?
Jos De Vuyst: Na een vacature voor een job als allroundbediende bij De Streekkrant in Aalst. Toen ik ging solliciteren, bleek dat ze eigenlijk een grafisch vormgever zochten. Personeelsdirecteur Frans Schotte had nog een andere aanbieding in petto: een job op de redactie van Knack. Hij vroeg of ik dat zag zitten. Ik zei ja en een paar uur later zat ik op de trein naar Brussel, naar de redactie op het International Press Centre. Ik ontmoette daar de grote baas, Frans Verleyen. Dat maakte indruk op een jonge kerel van twintig. Na een gesprek in het Nederlands, Frans, Engels en Duits mocht ik in de namiddag al mijn contract gaan tekenen in Roeselare. Ik begon op de documentatiedienst van Knack. Elke dag een twintigtal gazetten en magazines lezen, de artikels uitknippen en klasseren: een boeiende en leerrijke job. Samen met toenmalig collega Reginald Elskens heb ik die dienst uitgebouwd tot een, mag ik toch wel zeggen, historisch knipselarchief. Omdat er nog geen computers, internet of e-mails waren, mocht ik ook een paar keer per week naar het parlement of naar ministeries om teksten te laten nalezen of documenten te bezorgen. Ik heb als jongeman dus frequent de sierlijke kamers in het parlement mogen bezoeken.
Bent u ook een Knack-lezer?
De Vuyst:Na 42 jaar voor Knack werken, kun je niet anders dan een fervent Knack-lezer zijn. Ik tracht Knack iedere week zo volledig mogelijk te lezen. Als redactiesecretaris krijg ik veel reacties binnen van lezers. Die wil ik goed kunnen beantwoorden of doorsturen naar de juiste personen. Verder tracht ik ook nog iedere dag een tweetal kranten door te nemen, maar dat gebeurt heel diagonaal. Ik heb Knack in 42 jaar vooral qua volume zien veranderen. Van om en bij de 300 pagina’s in de jaren zeventig en tachtig naar minder dan de helft. Er zit nu wel meer lijn en structuur in. Knack is gebleven wat het altijd was: een oerdegelijk en boeiend nieuwsmagazine.
Welke Knack-cover is u bijgebleven?
De Vuyst: De aanslagen van de Bende van Nijvel, de Golfoorlogen, de aanslagen op de WTC-torens in New York, de verkiezing van Donald Trump als president van Amerika en de huidige coronacrisis zijn voor mij de mijlpalen in het wereldgebeuren van de afgelopen decennia. Vooral de aanslagen van de Bende van Nijvel zijn mij zeer sterk bijgebleven. Die heb ik als Aalstenaar van heel dichtbij beleefd. Frank De Moor volgde die zaak toen op de voet. Ik ben er zeker van dat mocht Frank nog geleefd hebben, hij de bendeleden uiteindelijk ontmaskerd zou hebben. Het heeft jammer genoeg niet mogen zijn. Frank overleed in de zomer van 2004.
Welke ontmoeting met een Knack-journalist is u bijgebleven?
De Vuyst: De Knack-journalisten naar wie indertijd werd opgekeken, waren Frans Verleyen, Johan Anthierens en Frank De Moor. Ondanks hun bekendheid van radio en televisie waren dat toch heel gewone mensen. Je kon met hen van gedachten wisselen over politiek en de miserie in de wereld, maar ook babbelen over de alledaagse dingen des levens. Ik herinner mij nog een feestje bij mij thuis, waarop bijna iedereen van de redactie aanwezig was en dat geëindigd is met een politieoptreden, wegens te luidruchtig. Dat was meteen ook mijn eerste kennismaking met de Knack-redactie na de werkuren.
Wat wenst u Knack toe?
De Vuyst: Ik wens Knack zeker nog 50 succesvolle jaren toe. En dat moet met journalisten zoals die van de huidige ploeg zeker mogelijk zijn.