Cleo Klapholz

Ze noemt zichzelf een Antwerpse stadsduif, maar Cleo Klapholz (32) is de komende twaalf maanden vooral een van de nieuwe Antwerpse stadsdichters.

Wie is Cleo Klapholz?

Cleo Klapholz: Overdag ben ik communicatieverantwoordelijke bij Isvag, het afvalverwerkingsbedrijf van Antwerpen. ’s Nachts ben ik poëet en chef van mijn eigen cateringbedrijf, Tikali. Ik heb geen zittend gat, zoals ze in Antwerpen zeggen.

Dat is een erg breed interesseveld.

Klapholz: Mijn vader is een Joodse chef-kok en mijn moeder een Vlaamse actrice (Marianne Van der Veken, nvdr). Misschien vandaar, maar ik ben vooral gefascineerd door taal. Daarom heb ik tijdens de eerste lockdown ook het schrijverscollectief Proza-K opgericht, samen met Yves Kibi Puati Nelen, een Antwerpse vriend met Congolese roots. Het was de uitlaatklep voor onze frustraties tijdens de pandemie.

Wat voor soort dichteres bent u?

Klapholz: Ik ben niet iemand die zich aan standaardrijmpatronen houdt. Ik probeer zo spontaan mogelijk te schrijven, over mijn gevoelens en over de stad. Zelf ben ik niet zo’n grote fan van België, wel van Antwerpen.

Waarom bent u geen fan van België?

Klapholz: Antwerpen is open, divers en energiek. Hier gebeurt van alles tegelijkertijd. Dat gevoel heb ik niet als ik buiten Antwerpen kom. Daar is alles een beetje bekrompen. Belgen zijn eerder nine-to-fivemensen. Ik niet.

De Joodse cultuur is rijk aan geweldige schrijvers zoals Singer, Roth en Potok. Hebben ze u beïnvloed?

Klapholz: Ik ben vooral fan van Japanse schrijvers. Misschien komt dat ook doordat ik niet-Joods ben opgevoed. Op school in Borgerhout werd ik zelfs gepest vanwege mijn Joodse naam, terwijl ik niet eens goed wist wat Joden zijn. Dat is pas later gekomen. Ik volgde al enkele cursussen over Joodse cultuur en op dit ogenblik studeer ik Hebreeuws in avondonderwijs om de Joodse cultuur beter te begrijpen. Ik voel me steeds meer Joods dan Belg.

Wat wilt u als stadsdichter bereiken?

Klapholz: Ons schrijverscollectief wil verbindingen leggen tussen de vele verschillende culturen in onze stad. We organiseren poëzieworkshops voor anderstaligen om hen te helpen bij hun integratie. Ik geloof echt dat taal en poëzie burgers dichter bij elkaar kunnen brengen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content