Dat het M-decreet bijsturing behoeft, is ondertussen wel duidelijk. ‘Maar het mag best wat ambitieuzer en creatiever’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Met meer geld en mankracht alleen komen we er niet.’
Tuula (13) heeft een autismespectrumstoornis, een lichte mentale beperking en epilepsie. Ik ontmoette haar en haar moeder twee jaar geleden toen ik voor Knack op reportage was in Finland. Al jaren hoorde ik onderwijsexperts allerhande het Finse onderwijs de hemel in prijzen en dus wou ik het weleens met eigen ogen zien.
Niet minder dan een cultuurshock was het. Vooral toen bleek dat Tuula naar dezelfde school gaat als haar oudere zus, die een wiskundeknobbel is en van een toekomst als chirurge droomt. Omdat het gewone lesrooster voor Tuula te hoog gegrepen is, volgt ze Fins en de meeste algemene vakken samen met vier andere kinderen met zorgnoden. Voor rekenen zit ze alleen bij de juf, want dat vindt ze het allermoeilijkst. Turnen, muziekles en handwerken – nog altijd héél belangrijk in Finland – doet ze gewoon met leeftijdgenoten die geen extra hulp en zorg nodig hebben. In de pauze spelen ze allemaal samen op dezelfde speelplaats en ze gaan ook samen op uitstap of schoolreis. Tuula is dus een gewone leerling op een gewone school die toevallig een aparte richting volgt. ‘De Tuula-richting’, noemt haar moeder het.
Het M-decreet is lang niet ambitieus genoeg.
Daar moest ik aan denken toen ik Matthias Diependaele, N-VA-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement, vorige week tijdens het onderwijsdebat van Knack in Gent hoorde uitleggen dat hij een koele minnaar van inclusie is. Nochtans komt het M-decreet, dat voor inclusiever onderwijs moet zorgen, tegemoet aan een richtlijn uit het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. ‘Ook de VN heeft het niet altijd juist voor’, zei Diependaele. ‘Het idee van een volledig inclusief onderwijs is volgens mij fout. Het is onder meer door het M-decreet dat de lat op Vlaamse scholen almaar lager wordt gelegd.’
Nu kan niemand er nog aan voorbij dat er heel wat schort aan de uitvoering van het M-decreet – om het zacht uit te drukken. Ouders klagen dat ‘gewone’ scholen hun kind niet geven wat het nodig heeft of zelfs weigeren om het in te schrijven. Uit een rapport van het Rekenhof bleek onlangs dat veel leerkrachten betwijfelen of kinderen met zorgnoden wel leerwinst boeken in een gewone school. Bovendien vrezen ze dat ze de andere leerlingen niet genoeg tijd en aandacht meer kunnen geven. Prompt lieten Groen en de Open VLD weten dat het M-decreet meteen moet worden bijgestuurd bij de start van de volgende regeerperiode. Eerder drong ook de N-VA daar al op aan. Iedereen is het er ondertussen over eens dat er meer middelen en mankracht voor het M-decreet moeten worden vrijgemaakt én dat leerkrachten in spe al tijdens hun opleiding moeten worden gewapend om met kinderen met zorgnoden om te gaan. De vraag is of een (nieuwe) bijsturing van het decreet wel volstaat.
De overheid mist de ambitie en creativiteit die leerkrachten wel laten zien.
Ondertussen halen leerkrachten al hun creativiteit uit de kast om kinderen met zorgnoden op alle mogelijke manieren bij te staan, of dat nu in het gewone of het buitengewone onderwijs is. Vaak slagen ze daar met stunt- en vliegwerk behoorlijk goed in. Laat het nu net die creativiteit en ambitie zijn die de overheid mist. Meer middelen en een betere opleiding – hoe nodig ook – zullen nooit volstaan om het Vlaamse onderwijs écht inclusief te maken. Inclusie betekent dat kinderen met zorgnoden niet langer in aparte scholen worden gestopt, hoe goed die vandaag ook zijn. Het is best haalbaar om gewone en buitengewone scholen op termijn in hetzelfde gebouw of toch op dezelfde campus onder te brengen. Dan kunnen kinderen met zorgnoden voor sommige vakken les krijgen van gespecialiseerde leerkrachten terwijl ze onderwerpen waar ze goed in zijn samen met de andere leerlingen volgen. Zo wordt de segregatie opgeheven, krijgen ze de zorg die ze nodig hebben en kunnen gewone klas- of vakleerkrachten genoeg tijd spenderen aan hun andere leerlingen.
Een tijdje geleden kreeg ik een e-mail van Tuula’s moeder. Het meisje heeft zoveel vooruitgang geboekt dat ze nu Fins mag volgen in haar ‘gewone’ klas. Wel gaat meester Kristian dan met haar mee. Hij helpt Tuula als het even te moeilijk wordt. Zo blijven de andere kinderen op hun eigen tempo verder werken en hoeft de lat helemaal niet te worden verlaagd. Misschien is dat wel wat ze bij de VN bedoelden toen ze die inclusierichtlijn schreven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier