Marc Vanfraechem
Loopoefeningen voor de geest
Ik vrees dat VUB-rector Paul De Knop te veel aan de Powerpoint heeft gesnoven.
De Vrije Universiteit Brussel voert het oranje-blanje-bleu in haar schild, en haar eerste rector was de flamingant Aloïs Gerlo. Vandaag zit op zijn stoel professor Paul De Knop. Maar onlangs verliet rector De Knop die stoel even om mee te stappen in de tricolore Witte Mars. Tenminste, in De Standaard had hij laten weten dat die wandeling ‘met stip’ in zijn agenda genoteerd stond.
Het ging de rector daarbij om zogenaamd reëel betogen, niet virtueel dus – al konden ook met dat laatste aflaten verdiend worden, zoals Caroline Gennez (SP.A) op de radio vertelde. Maar reëel wandelen geeft toch meer voldoening, en behalve werken doet op de Dag des Heren elk wat hem het beste bevalt, zal de rector gedacht hebben. Virtuele wandelaars of Facebookbetogers doen enkel geestelijke oefeningen, zogenaamde exercitia spiritualia. Tussen die twee soorten oefeningen bestaan weliswaar gelijkenissen maar ook verschillen, van graduele of zelfs principiële aard.
Een gradueel verschil zit bijvoorbeeld in de rol van de herhaling. Als wij met halters werken, en daar een nuttig effect bij beogen, dan volstaat het niet om die gewichten één keer per dag op te tillen, net zomin als het bij het lopen zou volstaan om één of twee keer per dag een spurtje naar trein, tram of bus te trekken – ook al is lopen op zich al een voortdurende herhaling: men springt onophoudelijk van het ene been op het andere en komt op die manier snel vooruit.
Aan professor De Knop, volgeling van de beroemde Turnvater Jahn (1778-1852), hoef ik dit alles natuurlijk niet uit te leggen. Ook bij geestelijke oefeningen is herhaling nuttig – niemand zal dat betwisten -, maar zij is er niet de essentie van. Belangrijk hier is een frisse gedachtegang, vertrekkend van goede definities, zonder al te veel gemeenplaatsen, en vanzelfsprekend zonder contradicties. Zindelijkheid kortom.
Als we nu in de brief van De Knop dingen lezen als ‘een duidelijk signaal geven aan de politieke wereld’, en iets verderop ‘een belangrijk signaal dat verstrekkende gevolgen kan hebben’, of nog: ‘Als rector kan ik dit bewonderenswaardige, politiek neutrale initiatief van onze studenten alleen maar toejuichen’ en ‘de eenvoudige, heldere en apolitieke boodschap’, dan lijkt het zindelijke denken me veraf.
Wat betekenen woorden als ‘duidelijk’, ‘helder’ of dat herhaalde woord ‘signaal’ nog, als je ze kunt gebruiken om aan politici een niet-politieke boodschap te geven? Of een ‘apolitieke boodschap’, want De Knop heeft mooie tournures.
En niemand die de laatste filosofische acribie zal vragen bij termen die de turnsport betreffen, maar wie zich op het terrein van de politieke filosofie waagt, doet er goed aan om zich zorgvuldig uit te drukken. Wat te denken van ‘Deze oproep is geen manifestatie tegen de democratie’? Moet een rector nu al verzekeren dat hij geen ondemocratische bedoelingen heeft? Was er toch iets loos met die oproep voor een apolitieke politieke betoging van ‘zijn studenten’?
Tegenwoordig moet een rector ook een beetje manager zijn, maar als ik zinnen lees als ‘De voorwaarde is wel dat er een duidelijke win-winsituatie ontstaat. Hopelijk kunnen de politici hier een wijze les uit trekken’, dan vrees ik dat de schrijver te veel aan de Powerpoint heeft gesnoven.
Marc Vanfraechem
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier